Blijf jezelf, vink niet af

Nieuws | de redactie
18 december 2013 | De Hogeschool Rotterdam zette begin dit jaar in op een herijking van de koers. Een sterke focus op kwaliteit en alle ballen op de bachelor. Onlangs slaagde zij voor de nieuwe NVAO-instellingstoets. Erwin van Braam blikt terug: “Hoe meer je je lot in handen legt van een panel, hoe kwetsbaarder je bent.”

Nog voor dat Ron Bormans aantrad als nieuwe collegevoorzitter op de Hogeschool Rotterdam liet de hogeschool al eens een proefaudit uitvoeren, vertelt Van Braam, Directeur Concernstrategie van de hogeschool. Dat er in de loop naar de uiteindelijke instellingstoets zelf zo veel veranderde in Rotterdam, was dan ook niet gepland. “We hebben het onszelf met die veranderingen moeilijker gemaakt.”

Draagvlak vinden voor nieuwe koers

“De proefaudit heeft ons het vertrouwen gegeven dat we redelijk in control waren. Dat is wat er getest wordt namelijk, of je op alle niveaus zicht hebt op kwaliteit en mogelijke risico’s beheerst,” vertelt Van Braam. Het nieuwe instellingsprogramma ‘Focus’ en de herijking van de relatie met Inholland in de Havenstad, zorgden er vervolgens wel voor dat er nieuwe uitdagingen op de agenda kwamen te staan in de aanloop naar de instellingstoets.

“Het was tussen de proef en de echte audit zaak dat we de mensen in alle lagen van de organisatie goed mee zouden nemen in de kwaliteitsslag die we met Focus beoogden. Die op zich simpele agenda moest in korte tijd breed draagvlak krijgen. Dus nee, het was niet zo dat we een koerswijziging hebben ingezet, omdat er een instellingstoets aan kwam. Het was eerder andersom.”

Volgens Van Braam moeten  onderwijsinstellingen zich dus realiseren dat er breed draagvlak is in de organisatie als ze voor een dergelijke opgave staan. “Een instellingstoets doorlopen vergt een eigen vorm van design. Het is een oefening en het is zaak dat je daarbij uitgaat van je eigen visie en je niet laat leiden door het NVAO kader.”

Professioneel, niet technocratisch

Het risico is dat een instelling onzekerheid wil vermijden en daarom te braaf alle punten in zo’n kader wil volgen en daarmee onvoldoende de eigen visie en aanpak weet over te brengen. Daarom is het volgens Van Braam juist zo belangrijk dat je als organisatie weet waar je voor staat. “Hoe meer je je lot in handen legt van een panel, hoe kwetsbaarder je bent.”

Dat zo’n duidelijke visie dan overkomt bij het visitatiepanel is ook een verdienste van dat panel zelf, vindt Erwin van Braam. “Het is nu misschien makkelijk praten, nu we de instellingstoets hebben gehad, maar ik vind echt dat we een voortreffelijk panel hadden. Het is heel belangrijk dat een panel niet bezig is met een soort afvinklijstjes en dat betekent dus dat alle panelleden goed geprofessionaliseerd zijn.”

“Professionaliteit, dat is trouwens iets anders dan technocratisch,” haast Van Braam zich te zeggen. “Het gaat er om dat je kunt beoordelen door datgene wat je leest en ziet te abstraheren naar de complexe werkelijkheid die erachter schuilt. Daarmee kijk je dus weg van die vinklijst en dat vergt wel dat je goed kunt omgaan met onzekerheid en ambiguïteit.” Een panel dat in staat is dit goed te doen, heeft ook een sterke positie ten aanzien van het uiteindelijke oordeel van het NVAO-bestuur.

Lectoren betrekken

Juist op basis van een scherpe audit kan de Hogeschool Rotterdam nu stappen zetten op punten waar kanttekeningen geplaatst werden, ziet Erwin van Braam. “Ik denk dat bijna elke hogeschool dit herkent en ook onze aandacht heeft het. De borging van de kwaliteit van stages en praktijkopdrachten, daar kunnen we niet over zeggen dat die over de hele breedte goed is.”

Van Braam schreef zelf in de aanloop naar de instellingsaudit de kritische reflectie en sprak doorheen de organisatie met alle betrokkenen. “De relatie tussen onderwijs en onderzoek en praktijk is echt een thema waar we aan moeten werken. Ik heb met heel veel mensen gesproken voor die reflectie. Ik denk dat er met name voor lectoren nog veel te winnen valt.”

Niet alle lectoren zijn namelijk even betrokken bij de hogeschool. “Dat is ook logisch,” vindt Van Braam. “Sommigen hebben natuurlijk een kleinere aanstelling en ze komen vaak ook niet vanuit de organisatie zelf. Tegelijkertijd zie je bij succesvolle lectoren dat iedereen al snel aan ze begint te trekken. Toch denk ik dat over het geheel de betrokkenheid van lectoren wel een tandje steviger mag.”

Neem de tijd!

Die betrokkenheid betreft ook de reflectie op het eigen handelen in de aanloop naar de instellingstoets. “Neem de tijd,” maant Van Braam zijn collega’s bij universiteiten en hogescholen die nog aan de beurt gaan komen. “Toen wij een proefaudit gingen doen, waren mensen een beetje bang of alles wel op orde was. Terwijl een proefaudit juist kansen biedt. Als alle alarmbellen afgaan, dan heb je nog alle kaarten in handen om wat te verbeteren. Neem dus de tijd en wees niet bang voor een slechte generale.”

De tijd nemen en goed voorbereid aan de start van zo’n grote organisatorische check-up vergt een hoop documentatie. Het idee dat er met de komst van de instellingstoets een hoop papierwerk is verdwenen ziet Van Braam dan ook niet bewaarheid geworden. “Ik vind alleen niet dat je dat de NVAO kunt verwijten. Het probleem zit veel breder.”

“Als je als branche vertrouwensschade lijdt – en dat is de afgelopen jaren natuurlijk wel gebeurd met het HBO – dan is het begrijpelijk dat er flink veel verantwoording van ons gevraagd wordt. Het is onze taak om examens goed te borgen en getuigschriften goed te documenteren. Studenten moeten er gewoon van op aan kunnen dat ze een fantastisch diploma krijgen.”

Op dit moment betekent dat dat hogescholen en universiteiten vertrouwen hierin moeten verdienen en daar hoort nu eenmaal “een dergelijke verantwoordingslast bij,” vindt Van Braam. “We zullen nu langzaam weer toe moeten groeien naar een situatie waarin vertrouwen weer de norm is.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK