De ongelovige hoogleraar
Dit blijkt uit onderzoek van het christelijke wetenschapsplatform ForumC. De onderzoekers hebben daartoe een enquête verstuurd naar alle hoogleraren in Nederland waarvan een e-mailadres bekend is. In 2011 zijn van elke universiteit in Nederland de namen en e-mailadressen van daar aangestelde hoogleraren verzameld. Deze lijst is voor dit onderzoek aangevuld met de nieuwe leden van de KNAW. Op die manier is een lijst van 5915 hoogleraren samengesteld.
Geen vreemd geluid
Van de 1285 hoogleraren die meewerkten aan het onderzoek beschouwt 38% de relatie tussen geloof en wetenschap als neutraal of in harmonie. 37% ziet dat er enige spanning is tussen beiden. Cors Visser, socioloog en directeur ForumC, vindt de resultaten heel boeiend, maar ze verrassen hem toch niet. “Dat er per definitie een conflict bestaat tussen geloof en wetenschap is gewoon een mythe, daar moeten we van af. Binnen de wetenschap is dat geen vreemd geluid, maar in de samenleving leeft deze mythe helaas nog.”
Als het gaat om de relatie tussen geloof en wetenschap is Albert Einstein de grootste inspiratiebron voor de hoogleraren, gevolgd door Richard Dawkins en Baruch de Spinoza. Naast Dawkins is de Nederlandse natuurkundige Cees Dekker de enige nog in leven zijnde voorbeeldfiguur in de top tien. Aan alle respondenten is gevraagd om maximaal 3 figuren te noemen die voor hen een voorbeeld zijn als het gaat om de relatie tussen geloof en wetenschap.
Hieronder is een top-10 samengesteld van meest voorkomende voorbeeldfiguren.
1. Albert Einstein (80 keer genoemd)
2. Richard Dawkins (72 keer genoemd)
3. Baruch de Spinoza (60 keer genoemd)
4. Charles Darwin (52 keer genoemd)
5. Galileo Galilei (37 keer genoemd)
6. Desiderius Erasmus (29 keer genoemd)
7. Blaise Pascal (29 keer genoemd)
8. Cees Dekker (25 keer genoemd)
9. Isaac Newton (24 keer genoemd)
10. Bertrand Russell (18 keer genoemd)
Ietsisten en moslims minder geliefd
De eigen levensbeschouwing van de professoren kan op de meeste sympathie rekenen. De meeste sympathie is er voor het atheïsme en agnosticisme (respectievelijk 56 en 57 %). Dit kan verklaard worden door het feit dat het merendeel van de respondenten zelf atheïst of agnost is. Daarnaast worden ook het christendom, boeddhisme en jodendom met nog al wat sympathie benaderd (respectievelijk 47, 42 en 37%).
De islam en het ietsisme kunnen op beduidend sympathie rekenen. Slechts 18% van de respondenten kan enige tot veel sympathie opbrengen voor de islam en 25% voor het ietsisme. Wanneer per wetenschappelijke discipline gekeken wordt naar de mate van, blijkt er weinig verschil te zijn in de sympathie voor de verschillende levensbeschouwingen.
Volgens de onderzoekers is er een groot verschil tussen de levensbeschouwing van hoogleraren en de doorsnee Nederlandse bevolking. Van de respondenten bleek 41% zich te identificeren als atheïst, 28% agnost, 17% theïst, 6% ietsist en 8% ‘anders’.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Schade door aangekondigde langstudeerboete doet zich nu al voor”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”