Marcel Wintels blikt terug

Nieuws | de redactie
17 december 2013 | Nu zijn vertrek aanstaande is geeft de Fontys-voorman enige observaties op basis van zijn ervaringen in het HBO. "Niemand hoort mij zeggen: alleen maar klein is goed. Zeker niet, maar je moet je veel vaker kritisch de vraag durven stellen: wat voegt een grotere schaal van een hogeschool toe respectievelijk wat lever je daardoor in?”

Op de site van de Vereniging Hogescholen kijkt hij terug op zijn rol als bestuurslid van de HBO-raad en de VH en vertelt over zijn eerste verbazing toen hij in het HBO terecht kwam. “Bij de Hogeschool van Amsterdam reorganiseerde ik de contractactiviteiten. De hogeschool was een enorm grote onderwijsfabriek. Is de afstand tussen leiding en onderwijs niet heel erg groot, zo vroeg ik mij soms af. Ook verwonderde ik mij over het feit dat er destijds bij ongeveer de helft van de instituten van deze hogeschool interim-managers rondliepen.”

Gigantisch veel werk

De dynamiek in het HBO wordt volgens Wintels nog vaak onderschat en ook ondergewaardeerd. “De afgelopen 15 jaar heeft de sector gigantisch veel werk verzet! Denk bijvoorbeeld aan de emancipatie van bevolkingsgroepen waar hoger onderwijs eerder niet voor was weggelegd, de daaruit voortvloeiende  zeer grote groei van het aantal hbo-studenten, de kwaliteitsverbetering, het toegepast onderzoek, en de verbeterde bedrijfsvoering. En nu zijn de hogescholen goed bezig met de focus op  het primaire proces, en het vinden van de optimale schaal om handen en voeten te geven aan het onderwijs.”

Wat hij noemt ‘het eigenaarschap dichtbij het primair proces’ geeft Wintels nog zorgen. “Die hebben we in het hoger onderwijs nog niet te pakken. Teveel wordt er nog gestuurd vanuit een efficiency denken. Daarmee gaat soms eigenaarschap en autonomie bij lokale instituten en opleidingen verloren, terwijl onderwijs juist de kracht ontleent aan  directe betrokkenheid, veelkleurigheid en leren door eigen keuzes  te mogen maken.”

Bureaucratie en Amarantis

Zijn kruistocht tegen ‘de bureaucratie’ zet de vertrekkende bestuurder onverminderd voort in zijn terugblik. “Door kritiek uit het verleden wordt er een verstikkende controlemal in de vorm van een overmaat aan regelgeving, interventies en controles gelegd over het onderwijs. Zo wordt eigenlijk de zuurstof uit het onderwijs ontnomen. Ik heb een grote zorg bij deze vreselijke bureaucratisering, al is mijn taxatie wel dat ooit de wal het schip zal gaan keren.”

Op zijn bijzondere ervaringen als crisismanager in de zaak-Amarantis heeft Wintels tot een serie observaties achteraf en lessen voor onderwijsbestuur gebracht. Zo zei hij daarover: “Toezichthouders waren er te over: de Raad van Toezicht, de inspectie, de financier, de accountant, de auditcommissie, OCW, de medezeggenschap, de ondernemingsraad. Maar niemand doorgrondde alle problematiek, als die al te overzien was en getoond werd. Iedereen zat erbij, keek ernaar, lette vooral op het ‘eigen straatje’ en ondertussen ging het jaar in jaar uit steeds slechter.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK