MBO-HBO doorstroom wordt strenger

Nieuws | de redactie

5 december 2013 | MBO’ers die aan een hogeschool willen doorstuderen mogen alleen nog opleidingen kiezen die aanhaken bij wat kennis die ze al gevolgd hebben. Willen ze naar een HBO-opleiding met weinig raakvlakken moeten ze bijscholing volgen. OCW wil het HBO-studiesucces zo verhogen.

Met deze maatregel beoogt minister Bussemaker een betere aansluiting tussen MBO en HBOen minder voorspelbare uitval daarbij. Nu is het nog zo dat iemand met een MBO-opleiding ‘economie en administratie’ moet worden aangenomen op een hogeschool waar die student een techniekopleiding zou ambiëren. Dat geldt ook voor een MBO’er uit het domein ‘handel en ondernemerschap’ die naar een zorgopleiding op HBO-niveau wil.

Einde aan automatisme

Minister Bussemaker wil voor zeven combinaties van doorstroompatronen een einde maken aan dit automatisme. Studenten die daar aan deelnemen halen gemiddeld slechtere resultaten en vallen vaker uit dan medestudenten die een vooropleiding hebben gedaan die veel meer aansluit bij die studie. Het gaat om ongeveer 5% van het totaal aantal studenten in de doorstroom MBO-HBO.

Met de strengere eisen blijft de doorstroom tussen niet-verwante opleidingen mogelijk, maar worden voor sommige combinaties aanvullende eisen gesteld. Soms zal dat ertoe leiden dat een aspirant HBO-student bijscholing zal moeten voltooien om achterstanden weg te werken. De nieuwe eisen aan de doorstroom zijn een uitwerking van de Wet kwaliteit in verscheidenheid.

De combinaties waarbij strengere eisen worden gesteld aan doorstroming zijn:

• Techniek en procesindustrie (mbo) naar economie (hbo)
• Handel en ondernemerschap (mbo) naar gezondheidszorg (hbo)
• Handel en ondernemerschap (mbo) naar techniek (hbo)
• Economie en administratie (mbo) naar gezondheidszorg (hbo)
• Economie en administratie (mbo) naar techniek (hbo)
• Zorg en welzijn (mbo) naar economie (hbo)
• Voedsel, natuur en leefomgeving (mbo) naar economie (hbo)