Effect leenstelsel relatief beperkt

Nieuws | de redactie
21 januari 2013 | Vormt een leenstelsel een forse verschuiving in de publieke investering in hoger onderwijs? Economen van het CPB relativeren dit door de nieuwe voorstellen van OCW nader door te rekenen. De publieke uitgaven dalen wel, maar riskante leenrestricties worden vermeden.

Bas ter Weel van het CPB en de Universiteit Maastricht en Debby Lanser van het CPB komen in een analyse van de actuele voorstellen tot een nogal geruststellende conclusie. Zij rekenen voor dat “op dit moment de overheid jaarlijks 86% van [de] materiële onderwijskosten [van een student] betaalt, waarvan 6.000 euro in de vorm van een rijksbijdrage. Na invoering van het sociaal leenstelsel betaalt de overheid 72% van deze materiële kosten.”

Let op gevoeliger groepen

In economensite MeJudice geven zij aan, dat de meest riskante rem op de toegankelijkheid van HBO en WO zou zitten bij het ontstaan van restricties op de mogelijkheden van studenten om leningen voor hun studiekosten aan te gaan. “De kost gaat voor de baat uit en de opgebouwde kennis garandeert geen zekere opbrengst. Hierdoor zien banken een studielening mogelijk als een te groot risico. Een sociaal leenstelsel, waarbij de overheid als bank optreedt, ondervangt leenrestricties en bewaakt zodoende de toegankelijkheid tot het hoger onderwijs.”

Gelet op de opbouw van de voorstellen van het kabinet achten zij daarom de risico’s voor de toegankelijkheid adequaat ondervangen. Daarbij moet de overheid wel zorgen voor zeer heldere informatie over de mogelijkheden en beperkingen van de studieleningen. “Ook moet worden bekeken of bepaalde groepen gevoeliger zijn om leningen aan te gaan. Het sociaal leenstelsel is dus een effectief instrument om leenrestricties te ondervangen.”

U leest de volledige analyse hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK