Studiesucces voorbij de goede voornemens

Nieuws | de redactie
10 januari 2013 | De tijd van losse mentor-projecten is voorbij. Om studiesucces werkelijk te versterken zullen HO-opleidingen 'evidence based' moeten werken. De Haagse Hogeschool neemt hier het voortouw. In het WO slaagt de EUR met studiesucces door het Nominaal = Normaal project. Wat werkt en waarom?

Veel hoger onderwijsinstellingen hebben te maken met het probleem van hoge studie-uitval. Hoe zorg je ervoor dat studenten wél hun propedeuse en vervolgens de eindstreep halen? In de academische instellingen is bijvoorbeeld de Erasmus Universiteit met een krachtige aanpak opgevallen. De meest recente uitkomsten daarvan bieden rijk materiaal.

In de grote hogescholen binnen het randstedelijk HBO heeft men bij de versterking van het studiesucces maatschappelijk nog een extra forse opdracht. Een van de centrale vragen daarbij is hoe zij ervoor gaan zorgen dat de hoge uitval van niet-westerse allochtone studenten wordt gekeerd.

Al in 2008 werden er meerjarenafspraken gemaakt tussen de Minister en de HBO-raad en de VSNU over de ambities op het gebied van studiesucces. Studie-uitval blijft echter een taai probleem. En wat nog zorgelijker is: ten opzichte van 2008 blijkt het rendement van niet-westerse allochtone studenten in 2010 verder te zijn teruggezakt.

Academische integratie

Hoog tijd dus om interventies te bedenken die verder reiken dan ‘goede intenties’, maar die bewezen effect hebben. De Haagse Hogeschool publiceerde onlangs een bundel waarin de opbrengsten van het Programma Studiesucces van de periode 2009-2012 werden gepresenteerd bij gelegenheid van een conferentie.

De onderzoekers stellen in de publicatie dat de focus van het studiesuccesprogramma in de afgelopen jaren vooral lag op het niveau van de studenten. Zulke één-op-één interventies – bijvoorbeeld mentorprojecten – kunnen werken, maar het probleem is dat het effect moeilijk meetbaar is en dat tegelijkertijd uit onderzoek bekend is dat de mate van ‘academische integratie’ een belangrijker criterium is voor studiesucces. Met ‘academische integratie’ wordt bedoeld de mate waarin de student zich weet aan te passen aan de nieuwe manier van studeren op een hogeschool of universiteit.

“Mentoring is in de praktijk vaak een te losse interventie”, stelt Wâtte Zijlstra van De Haagse Hogeschool. “Het staat nu vaak te los van de leeromgeving, maar het zou heel goed bij kunnen dragen aan de academische integratie.”

Controlegroepen met placebo’s

Hoe moet het wel? De onderzoekers van De Haagse Hogeschool geven een aantal richtsnoeren. “Ontwerp interventies met controlegroepen zodat de effectiviteit van veranderingen harder kan worden aangetoond. Nu nemen meestal hele cohorten van bepaalde opleidingen óf iedereen die dat wiel deel aan de interventies.”

Een ander punt is dat interventies specifieke, scherpe doelen moeten hebben zodat de effectiviteit zo goed mogelijk is af te meten. “Een voorbeeld van een scherp doel is het wegwerken van een achterblijvende aantal behaalde studiepunten van de van het mbo afkomstige studenten ten opzichte van het gemiddelde”, zo wordt in het rapport gesuggereerd.

Tot slot wordt gesteld dat doelgroepen heel precies moeten worden gedefinieerd. “Een interventie gericht op het sneller behalen van de propedeuse past niet bij een student die worstelt met het behalen van het bindend studieadvies en twijfelt of hij de juiste studie heeft gekozen.” In ieder geval moet niet alleen op het niveau van studenten worden ingegrepen, om studiesucces te vergroten, maar ook op het niveau van docenten. 

Wie geïnteresseerd is in de publicatie ‘Opbrengsten monitoring programma studiesucces 2009-2012’ kan contact opnemen met Mounia Bahi (m.bahi@hhs.nl) van De Haagse Hogeschool voor een gratis exemplaar.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK