Leraren leren van de Summit

Nieuws | de redactie
19 maart 2013 | De rol van de leraren op de Teaching Summit in Amsterdam was klein, stelt docent René Kneyber. Toch viel er genoeg te leren. “De Nederlandse docenten houden van meepraten, maar ze zijn intern ook zwaar verdeeld.”

“Voor leraren was er weinig te doen op de Summit, behalve het aanschouwen van een strak georganiseerde en geregisseerde poppenkast. Maar viel er dan niks te leren? Integendeel.

Terwijl de Nederlandse delegatie met drie actiepunten de Summit verliet, was er voor de Nederlandse leraren voldoende aanleiding om ook met allerlei actiepunten de Summit te verlaten. Want het zou een misvatting zijn om te denken dat alleen het bestuur van het onderwijs met verbeterpunten moet weg lopen. Ons als onderwijzers valt inmiddels een hele boel aan te rekenen.

Ik voel me daarom vrij om als delegaat van de Nederlandse leraren het eerste actiepunt neer te leggen waar we aan gaan werken voor de Summit van 2014.

Actiepunt 1: Het ontwikkelen van het beroepsethos van leraren

Welk land maakte de meeste indruk op de Summit? Dat waren toch zeker de Zwitsers. Hun bijdragen beperkten zich telkens tot drie punten die ze met veel overtuiging wisten te brengen. Neem bijvoorbeeld hun standpunt over het gebruik van evaluaties:

1)    Gebruik geen evaluaties voor formatieve (vormende) en summatieve(beoordelende) doeleinden;

2)    Gebruik geen formatieve evaluaties voor beslissingen over iemands carriere;

3)    Gebruik geen formatieve evaluaties voor ranglijstjes.

Doe je het toch, zo bezwoer de Zwitserse minister van onderwijs, dan creëer je heel veel onvrede en zeker geen kwaliteit.

De VS vertelde eerlijk dat zij iedere regel van deze lijst overtreden hadden en dat dat inderdaad tot heel veel problemen had geleid. Logisch natuurlijk. Iedereen met een beetje verstand kan inschatten dat bijvoorbeeld een CITO-eindtoets die gebruikt wordt voor de formatieve evaluatie van leerlingen niet voor de summatieve evaluatie van leraren of scholen gebruikt kan worden.

Het was voor veel docenten dan ook krenkend om te zien dat er de dag na de Summit een Kamerbrief lag waarin de staatssecretaris aankondigde de eindtoets verplicht te stellen, onderdeel te maken van de beoordeling en dat hij de Toegevoegde Waarde toch als interessant instrument ziet om scholen en/of leraren te beoordelen.

Docenten intern verdeeld

Misschien had de expert-onderzoeker Linda Darling-Hammond nog iets dichter bij Dekker moeten staan, of wat harder moeten praten, toen ze zich tot hem richtte en hem vertelde dat de  toegevoegde waarde (of VAM) een zeer onbetrouwbaar instrument is.

Maar misschien ook niet. Misschien ligt het nog simpeler. Misschien mag een ieder die een functie van enig aanzien bekleedt wel gewoon inhoudsloos zijn gang gaan in het onderwijs omdat er bij de leraren iedere vorm van beroepsethos ontbreekt.

Want als er een ding is dat de buitenlandse delegaties mee naar huis nemen dan is het wel dat de Nederlandse docent houdt van meepraten, maar ook dat ze intern zwaar verdeeld zijn. En dat ze te braaf zijn. Dat er geen principes zijn die ze ter harte nemen en die ze met hand en tand zullen verdedigen. En dat als je ze vraagt wat er nou moet gebeuren om het onderwijs te verbeteren er geen eenduidig antwoord komt. Als er daarom maar een reden is dat het onderwijs een speelbal van de politiek is, dan is het omdat leraren niet een geluid kunnen laten horen en in feite, principeloos zijn.

Niet langer werken zonder principes

Dat maakte de Zwitserse drie regels nou zo inspirerend. Zij spraken wél over principes. Zaken waar de Zwitserse delegatie nooit aan durfde te rommelen uit angst voor de reacties van het werkveld. Hebben we dat in Nederland dan echt niet? De recente ophef over RTL die de eindscores van basisscholen opvraagt doet nog het meeste denken aan een nieuw Nederlands onderwijzersethos.

“Als die scores daarvoor gebruikt worden dan stoppen we met de eindtoets” was de reactie van een meerderheid van scholen.  Dat we nooit en te nimmer formatieve toetsen gaan gebruiken voor summatieve doeleinden dat zou een mooi begin zijn voor het terugvinden van ons breed gedeelde beroepsethos.

En zo kan ik er nog meer verzinnen: Dat we leraren en leerlingen of studenten niet laten terroriseren door brutale ouders of agressieve leerlingen. En dat we meer tijd willen hebben om met elkaar aan het werk te gaan. Dat we niet de ouderen (BAPO) laten uitspelen tegen de jongeren.

Wat het ook moge worden laten we als docenten afspreken dat we volgend jaar een beroepsethos klaar hebben. Waar wij onvermurwbaar voor gaan vechten als deze wordt genegeerd. Want zonder enige principes werken dat moeten we niet nog langer gaan doen.”

René Kneyber (1978) is docent wiskunde en auteur van meerdere boeken over orde en gezag. 9 oktober verschijnt zijn volgende boek over het thema Goed Werk in het onderwijs bij uitgeverij Boom


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK