Akademie eist visie op wetenschap

Nieuws | de redactie
1 mei 2013 | “Er kunnen zaken verdwijnen en bijkomen en je kan ook niet alleen maar nieuwe opleidingen oprichten. Maar daar moet dan wel een visie aan ten grondslag liggen.” De KNAW zet scherp uiteen hoe profilering moet en kan werken zonder schade aan wetenschap en academisch onderwijs in de talen, en veel breder.

Vorige week publiceerde ScienceGuide een brief waarin de decanen van de geesteswetenschappen zich ten overstaan van hun colleges van bestuur beklaagden over de KNAW. De kritiek was niet mals. De decanen verwijten de Akademie, “grove feitelijke onjuistheden en vrezen dat deze analyse zou kunnen leiden tot foutieve en kwalijke conclusies bij diverse beleidsmakers in het hoger onderwijs.”

Onderkoelde reactie

De commissie ‘Witte Vlekken’ onder voorzitterschap van Jacques Thomassen was op verzoek van ScienceGuide bereid een aantal zaken te verhelderen. De commissie weet allereerst niet wat de status van deze brief is. “Deze brief als ik het goed begrijp was een sjabloon en of er inmiddels er al dan niet gewijzigde versies naar CvBs gestuurd, en of dat ooit gebeurd is zou ik ook niet weten.”

De eerdere kritische reactie van de VSNU had de commissie evenmin verrast. “Deze onderkoelde reactie van de VSNU hadden wij wel verwacht.  Voor de VSNU is dat uiteraard ook de taak als belangenorganisatie van universiteiten. Dat die geen behoefte heeft aan landelijke coördinatie moge duidelijk zijn, daarom is dit adviesrapport ook gevraagd aan de KNAW en niet aan de VSNU.

De reactie in de brief van de decanen is qua toonzetting wat anders en dat wordt natuurlijk ook ten dele verklaard door dat het aan hun eigen College van Bestuur is gericht. Met deze brief willen ze laten zien dat zij als geesteswetenschappen natuurlijk hele goede dingen doen.”

Mogelijke scheefgroei

Voorzitter Thomassen legt daarom nog even een keer de taakstelling van zijn commissie uit. “De commissie ‘Witte Vlekken’ was door de KNAW ingesteld op verzoek van de toenmalige staatssecretaris Zijlstra, gold als een soort van tegenwicht ten opzichte van de profilering van universiteiten. Want als je universiteiten vraagt zichzelf uitzonderlijk te profileren en niemand kijkt meer naar het landelijk perspectief, dan kan er een mogelijke schreefgroei ontstaan. We moeten dan op landelijk niveau vaststellen wat overeind moet blijven.”

Thomassen is met de bezorgde decanen de zelfde mening toegedaan. Met de geesteswetenschappen gaat het in het algemeen heel goed. “Je kan nergens in het rapport vinden dat het met de kwaliteit van de geesteswetenschappen slecht gesteld is. Wij willen meer attenderen door te zeggen: pas op! Door het geweld van de topsectoren en door mogelijk andere bewegingen op de universiteit kunnen de geesteswetenschappen in de verdrukking komen.”

Commissielid Jelle Koopmans licht die benadering nog nader toe toe: “De decanen zijn er kennelijk vanuit gegaan dat het een evaluatie betrof  van wat er in de geesteswetenschappen gebeurt. Ons is echter gevraagd naar dingen die mogelijk mis gaan en niet naar dingen die geweldig lopen. Er staat ook niet eens in het rapport waar dingen mis gaan, maar mogelijk mis zouden kunnen gaan en waar je op tijd maatregelen moet treffen.”

“Maatregelen dus in termen van landelijke afspraken, dat is alles wat er staat. En als we al iets over de kwaliteit hebben gezegd, dan is dat alleen maar heel positief. Zo zijn volgens ons die hoge plaatsten van universiteiten op de ranglijsten voor een belangrijk deel op het conto van de geesteswetenschappen te schrijven.”

In het nauw

De KNAW erkent dat er wel degelijk problemen zijn met de talenstudies. Koopmans: “De kwestie van de talen overstijgt eigenlijk het rapport over de witte vlekken. Al sinds de jaren negentig is door meerdere commissies vastgesteld dat dit een probleem: kleine talen zitten in het nauw. We constateren in het rapport dat die eerdere, zorgelijke situatie met de talen door de topsectoren en  profilering in ieder geval niet wordt opgelost.” 

Volgens de KNAW is het niet onbegrijpelijk dat faculteiten opleidingen sluiten. “Het is op zichzelf niet onbegrijpelijk dat faculteiten geneigd zijn om opleidingen met zeer kleine aantallen studenten te sluiten. Het enige wat wij zeggen is dit: we moeten een beeld hebben op landelijk niveau van wat we wel of niet overeind willen houden en niet dat al die universiteiten, los van elkaar, opleidingen gaan sluiten. Zodat we op een gegeven moment tot de conclusie kunnen komen dat er een onderzoeksveld is dat eigenlijk aanwezig zou moeten zijn, maar in Nederland niet meer aangeboden dreigt te worden. Daar moet een landelijk forum voor zijn, om daar met elkaar afspraken over te maken. Dat is wat wij zeggen.”

Zevende taal ter wereld

“Wat in die brief staat, daar is dat eigenlijk ook niet ontzettend strijdig mee. Dat zeggen ze zelf ook, ‘wij zijn in gesprek met elkaar.’ Toch blijft er een probleem bestaan, omdat de decanen zeggen dat zij dit wel als individuele universiteiten willen beslissen. Ik begrijp het ook allemaal wel vanuit hun institutionele verantwoordelijkheid. Het is juist onze verantwoordelijkheid er op te wijzen dat je landelijk gezien dan op een gegeven moment dan toch wel tegen een probleem aanloopt”.

De Akademie erkent dat er ook in de wetenschap soms vakgebieden moeten of zullen verdwijnen. “Het rapport zegt alleen dat niet duidelijk is wat we in Nederland wel willen hebben en wat we niet willen hebben. En waarom.  Er kunnen zaken verdwijnen en bijkomen en je kan ook niet alleen maar nieuwe opleidingen oprichten zonder ooit te kijken wat er dan weg kan. Maar daar moet dan wel een visie aan ten grondslag liggen. Als sector moet je een visie hebben waar mogelijk opheffingen, oprichtingen en herstructureringen inpassen.”  

“Neem Portugees, daar zijn dan misschien niet zoveel studenten op af gekomen de laatste jaren. Maar je kunt ook als overweging laten gelden dat we het hier wel hebben over de zevende taal ter wereld. Een taal die bijvoorbeeld ook in landen als Brazilië en Angola gesproken wordt,  landen waar we bovendien ook handelsrelaties mee hebben en een gemeenschappelijke geschiedenis.”

Eerste impressie

“Het zou slecht zijn om alleen op basis van studentenaantallen over wetenschappelijke disciplines te zeggen: dat doen we niet meer. Misschien moet je dan de studie anders inrichten of breder. Maar er is geen landelijk overleg, waar deze gesprekken gevoerd worden en dan kan het zo maar zijn dat het weg is. En dan is het moeilijk om het terug te krijgen.”

De KNAW beaamt dat minister Bussemaker deze lijn uit haar rapport onderschrijft. “De minister is het daar ook mee eens en dat is ook logisch. Zij is verantwoordelijk voor het bestel, het nationale stelsel van hoger onderwijs. De minister heeft onze visie integraal overgenomen en met name het punt van gewenste sectorplannen. Vervolgens zullen we eind 2014 meer gedegen rapporteren en kijken of er daadwerkelijk witte vlekken in de wetenschap zijn ontstaan, maar ook wat er van die sectorplannen terecht is gekomen. We hebben immers gezegd dat dit eerste rapport niet meer dan een eerste impressie kan zijn.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK