Decanen: KNAW onjuist en kwalijk

Nieuws | de redactie
25 april 2013 | Woest zijn ze, de alfa-decanen van alle universiteiten. In een brief aan hun collegevoorzitters gispen zij fel de Akademie om haar analyse van de “witte vlekken” die juist bij talenstudies ontstaan. “Dit zou kunnen leiden tot foutieve en kwalijke conclusies bij diverse beleidsmakers”

De KNAW heeft op verzoek van OCW de profileringsplannen van de universiteiten bestudeerd en gewogen. Zij waarschuwt in haar rapportage voor ondoordachte effecten van met name de voorziene ingrepen in de geesteswetenschappen. Minister Bussemaker neemt dit signaal van zorg ernstig en vraagt VSNU en WO-instellingen op dit punt tot nadere, beter afgestemde afspraken te komen. Tegen ScienceGuide gaf zij zelfs aan, dat zij een voorbeeld kunnen nemen aan Inholland een de Hogeschool Rotterdam in dat opzicht.

Foutief en kwalijk

“Om [kaalslag] te voorkomen moeten er sectorplannen worden gemaakt” en met voorrang “de ontwikkeling van sectorplannen voor achtereenvolgens de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen,” raadt de KNAW dringend aan. “Vooral de ontwikkeling van een visie op de ontwikkeling van moderne talen duldt geen uitstel.”

Vooral moderne talen lijken het slachtoffer te worden. “Ingegeven door efficiency overwegingen, worden veel opleidingen met een klein aantal studenten gesloten en specifieke bachelors gaan op in brede bachelors. Om deze landelijke ontwikkeling tegen te gaan moet er snel op stelselniveau afspraken worden gemaakt.” Deze lijn heeft Bussemaker gevolgd.

De decanen voelen zich niet alleen miskend, zij voelen zich in hun eer aangetast. Bovendien verwijten zij de KNAW grove feitelijke onjuistheden en vrezen dat de KNAW analyse “zou kunnen leiden tot foutieve en kwalijke conclusies bij diverse beleidsmakers in het hoger onderwijs. Daarom willen de decanen een tegengeluid laten horen en duidelijk maken dat in ieder geval op het gebied van de geesteswetenschappen aan het rapport geen enkele toegevoegde waarde moet worden toegekend”

Geen afkalving

De briefschrijvers beklagen zich over zowel de inhoud, als de data, als de toon van de KNAW. “In de allereerste plaats is het volstrekt onjuist dat de geesteswetenschappen als geheel een terrein dreigen te worden dat steeds verder braak komt te liggen”, zoals de Akademie dat duidde. De decanen vragen zich in gemoede af: “Hoe zou het kunnen dat in de 2012 QS World University Rankings Leiden (39) UvA (43) en Utrecht (74) in de top 100 op het terrein van geesteswetenschappen staan?” De suggesties dat de geesteswetenschappen “afkalven”, zoals de KNAW stelde, strookt volgens hen volstrekt niet met de werkelijkheid.

Het Decanenoverleg wijst op nog steeds toenemende studentenaantallen om aan te tonen dat er zeker geen crisis is in de geesteswetenschappen, al is het natuurlijk zo dat de studentenaantallen in het gehele hoger onderwijs substantieel zijn toegenomen de afgelopen decennia. “Indien er werkelijk een crisis in de geesteswetenschappen zou bestaan, dan zouden de verschillende faculteiten in het land te kampen hebben met sterk teruglopende studentenaantallen. Een ieder weet dat dit niet het geval is.”

“In de beeldvorming en berichtgeving domineren echter soms kwesties die slechts zeer kleine delen van deze faculteiten aangaan, zoals in Leiden de besluitvorming inzake de toekomst van de Hebreeuwse en Joodse studies – een opleiding met 8 ingeschreven studenten. Het zou echter een vergissing zijn deze beeldvorming representatief te laten zijn voor de diverse faculteiten in het geheel.”

Niet alle mogelijke talen bestuderen

Men erkent dat in het domein van de geesteswetenschappen niet alles vlekkeloos verloopt, maar dat heeft andere oorzaken dan de Akademie denkt. “Het probleem van de traditionele taal en cultuuropleidingen is heel wat gecompliceerder dan het KNAW rapport suggereert en heeft in ieder geval niets te maken met een vermeend gebrek aan landelijke samenwerking of met de universitaire profilering.”

“Het is volstrekt onjuist te constateren dat er binnen de geesteswetenschappen sprake is van een ‘eigen onvermogen om landelijk effectief te handelen’. Mede dankzij het proces van duurzame Geesteswetenschappen heeft het DLG de afgelopen jaren enkele belangrijke zaken tot stand gebracht. Zo is er een landelijk systeem van onderzoeksscholen, dat vrijwel alle disciplines afdekt. Zo wordt samen met het Regieorgaan Geesteswetenschappen een systeem ontworpen dat ervoor zal zorgen dat er een aantrekkelijk landelijk aanbod van MA-vakken op het terrein van verschillende taal en cultuur-opleidingen wordt gegarandeerd.”

“Daarnaast ontwikkelen zich de disciplines waaruit traditionele taal- en cultuuropleidingen zijn opgebouwd, taalkunde en letterkunde, zoals taalwetenschap, zich steeds verder uiteen en volgt de belangstelling van deze studenten binnen dit domein deze wetenschappelijke dynamiek, met stijgende instroomcijfers voor opleidingen op het terrein van de taalwetenschap en communicatie enerzijds en opleidingen zoals culture studies of Film- en literatuurwetenschap anderzijds. Er is daarbij simpelweg geen goede reden (noch wetenschappelijk, noch maatschappelijk) om alle mogelijke talen in Nederland als zelfstandige opleiding aan te bieden, zelfs niet om alle mogelijke talen te bestuderen.”

Geld van de minister

De decanen hebben nu hun hoop gevestigd op de minister. “Gelukkig heeft minister Bussemaker op 11 december jl.  over de talenopleidingen reeds in de Tweede Kamer verklaard dat opleidingen met nauwelijks studenten uiteindelijk geen bestaansrecht hebben”. Het overleg citeert vervolgens de minister. “Wij gaan niet kost wat kost alles wat wij ooit hadden behouden,” had zij immers gezegd.

Maar Bussemaker heeft ook Inholland en Hogeschool Rotterdam ten voorbeeld gesteld voor het maken van heldere afstemmingsafspraken. Zij vraagt om een nieuw sectorplan en daar zien de decanen niets in. “Meer structurele oplossingen zullen uiteindelijk binnen elke faculteit afzonderlijk gevonden moeten worden”. In een toelichting laat de voorzitter van het decanenoverleg, professor D.G. Wakker, weten: “Aan een sectorplan hebben we niets, wanneer er geen geld tegenover staat van de minister.”

Pas op voor topsectoren

De decanen gebruiken hun hartenkreet brief meteen om de CvB’s te waarschuwen voor het topsectorenbeleid. “Het verdient aanbeveling het topsectorenbeleid kritisch te blijven volgen en daar waar dit beleid geen succes heeft er ook niet mee door te gaan. De geesteswetenschappen hebben in dit kader meer te verwachten van Horizon 2020, maar om succesvol in dit programma te kunnen opereren zou het nationale onderzoeksbeleid een minder eenzijdige richting moeten hebben. De decanen van de geesteswetenschappelijke faculteiten hopen dat dit geluid ook door de VSNU zal worden vertolkt.”

Tot slot nemen de briefschrijvers nogmaals in felle bewoordingen afstand van de KNAW en haar document: “vooral een slecht rapport waarin een aantoonbaar onjuist beeld wordt geschetst.”

OCW wil gedeelde visie

De minister heeft voordat het rapport uitkwam laten weten aan de Kamer, dat wanneer opleidingen niet levensvatbaar zij mogen worden afgeschaft. Na het uitkomen van het KNAW-rapport deelt zij de visie van de Akademie en wil dat in het bijzonder talenstudies in Nederland niet “tussen wal en schip raken”

De minister stelde in een debat 11 december jl. in de Tweede Kamer “Ik heb aan het begin gezegd dat de wetenschap een internationale wereld is. Dat geldt ook hiervoor. Wij gaan niet kost wat kost alles wat wij ooit hadden, behouden. Daarin moet soms verandering zitten. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de universiteiten in de overlegvorm van de VSNU daar heel goed zelf uit kunnen komen, als het moet met een advies van de KNAW. Sterker nog, die profilering stimuleren wij.”

Naar aanleiding van het KNAW-rapport  laat de minister nu in een brief van 10 april weten. “We vinden het dan ook noodzakelijk dat er een gezamenlijke visie wordt ontwikkeld op de toekomst van het talenonderwijs en de unica (opleidingen die in Nederland slechts aan één universiteit voorkomen) in de geesteswetenschappen in Nederland. Op basis van een gedeelde visie kunnen afspraken worden gemaakt over concentratie en taakverdeling en kan worden voorkomen dat deze (bedreigde) vakgebieden tussen wal en schip raken.”

Opdracht uitgevoerd

De KNAW is wat verlegen met de brief van de decanen. “Wij hadden helemaal niet de intentie om de hele geesteswetenschappen te beoordelen.  Wij hebben met dit rapport alleen de opdracht van de minister uitgevoerd, namelijk wat zijn de gevolgen van het topsectorenbeleid en de profileringsagenda voor het fundamenteel onderzoek en veroorzaakt het witte vlekken in de wetenschap?”

In een reactie laat het ‘platform talenstudies’ bij monde van Esther Crabbendam weten. “Dat er met deze brief geen enkel inzicht is bij de decanen dat er voor Nederland unieke talen worden afgeschaft bovendien willen ze daar niets aan doen. Ze slaan de adviezen van de KNAW, die onze zorgen ook delen, volledig in de wind.”

Wel vinden ze de reactie van de minister nog een tikje dubbelzinnig. “Eerst zegt zij dat opleidingen die niet levensvatbaar kunnen worden afgeschaft, vervolgens stelt zij dat zij de KNAW steunt en dat unieke studies voor Nederland behouden moeten blijven. Wat wij natuurlijk toejuichen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK