HU: NVAO overtreedt wet

Nieuws | de redactie
29 juli 2013 | Hogeschool Utrecht heeft onder voorwaarden de NVAO-instellingstoets gehaald. Ze krijgen nu een jaar de tijd om zich te verbeteren. Opvallend is dat het NVAO-bestuur het positieve advies van de auditcommissie niet heeft overgenomen. De HU is ontstemd en stelt dat de NVAO met dit besluit de wet overtreedt.

Vorig najaar heeft een auditcommissie van de NVAO twee bezoeken gebracht aan de HU voor de instellingstoets kwaliteitszorg. De commissie had in haar rapportage aan het NVAO bestuur een aantal aanbevelingen voor de HU. Echter waren deze aanbevelingen voor de commissie niet zwaarwegend genoeg om te adviseren de instellingsaccreditatie niet aan de HU te verlenen.

Het NVAO-bestuur die het finale besluit neemt over een instellingstoets kwam echter tot een andere beslissing. Deze vond gezien de nogal stevige aanbevelingen van de commissie dat zij dit advies niet konden overnemen en gaf daarom een positief onder voorwaarden. Dit houdt in dat de HU een jaar de tijd krijgt om orde op zaken te stellen. Op opleidingsniveau gebeurt het vaker dat de NVAO niet mee gaat met het advies van een commissie, maar bij een instellingstoets was dit nog niet eerder voorgekomen.

De auditcommissie die onder voorzitterschap stond van Hein Dijkstra voormalig voorzitter van Windesheim en oud-collegelid van de VU, oordeelde positief over de kwaliteitszorg van de Hogeschool Utrecht, maar met kanttekeningen. “De commissie is van mening dat de HU ‘zonder’ voorbehoud voldoet aan vier van de vijf standaarden van het toepasselijke beoordelingskader van de NVAO. Alleen voor standaard 2, Beleid, maakt de commissie een voorbehoud: op dit punt voldoet de HU ten dele aan de eisen.”

Oordeel commissie niet overgenomen

De commissie heeft daarom een aantal aanbevelingen geformuleerd onder andere dat er  “beleid moet komen om de verwevenheid van onderwijs en onderzoek te versterken. Met dit beleid kan de HU ervoor zorgen dat de onderzoeksactiviteiten meer ten goede komen aan het onderwijs”. Daarnaast achtte de commissie het ook van belang dat het “College van Bestuur beschikt over kwalitatieve informatie over de inhoud van opleidingen op een geaggregeerd niveau. De commissie adviseert de HU er zorg voor te dragen dat deze informatiestroom op een effectieve wijze is ingericht.”

Voor het NVAO-bestuur was dit echter niet genoeg, zij namen daarom geen positief besluit en hebben dan ook kanttekeningen bij het advies van de commissie. Eerst complimenteert de NVAO nog de commissie voor haar zorgvuldigheid “waarmee de commissie zich van haar taak gekweten heeft. Tegelijkertijd stelt de NVAO echter vast dat de commissie bij verschillende standaarden behoorlijk kritisch is over de kwaliteit, waardoor haar ‘onvoorwaardelijke’ positieve oordelen vragen oproept. Dat geldt in het bijzonder voor de standaarden: Visie, Resultaten en Verbeterbeleid.”

Positief onder voorwaarden

Dit heeft de NVAO doen besluiten dat “een positief voorwaardelijk besluit meer op zijn plaats is. In zoverre wijkt de NVAO af van het advies van de commissie. De NVAO is verder van oordeel dat met het verbinden van voorwaarden aan het besluit de HU kan laten zien dat het in één jaar goede vooruitgang weet te boeken bij de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie.”

Het NVAO bestuur vraagt daarom ook op basis  van de opmerkingen en verbeterpunten van de commissie om binnen de termijn van één jaar aan de onderstaande voorwaarden met betrekking tot de instellingstoets kwaliteitszorg te voldoen:

  1. “De HU heeft een geïntegreerde visie uitgewerkt op de kwaliteit van het onderwijs, waarin ook expliciete aandacht is voor de beoogde kwaliteitscultuur binnen de instelling.
  2. De HU heeft beleid ontwikkeld en daadwerkelijk initiatieven genomen, gericht op een open kwaliteitscultuur binnen de instelling en beleid ontwikkeld ten aanzien van de relatie onderwijs en onderzoek en onderwijs en beroepenveld.
  3. De HU beschikt over effectieve evaluatie informatie over de kwaliteit in het onderwijs zowel kwantitatief als kwalitatief, waardoor het CvB periodiek in bezit komt van de best mogelijke geaggregeerde informatie over de onderwijskwaliteit.”

HU verontwaardigd

Het College van bestuur vindt op zijn beurt dit oordeel “moeilijk te plaatsen” en is van mening dat dit besluit “onzorgvuldig tot stand is gekomen, alsmede onvoldoende gemotiveerd en daarom ook niet kan standhouden.” De HU vindt daarom dat “de NVAO buiten de wettelijke kaders treedt door van de oordelen van de commissie af te wijken.” 

Een ander opmerkelijk bezwaar van de HU aan het adres van de NVAO is dat zij een systeem beoordeling toepassen, dat wil zeggen dat de NVAO bij de beoordeling de instellingstoetsen onderling vergelijkt. “Hierdoor is de HU, maar ook de commissie, achteraf geconfronteerd met een normenkader dat bij geen van beide partijen bekend was bij de start van het beoordelingsproces.” Zo laat de HU in een schrijven weten aan de NVAO.

Daarnaast zou volgens de HU de voorwaarden voor een instellingstoets kwantitatief moeten worden geformuleerd, zodat de HU op voorhand duidelijker kan inschatten of zij aan de voorwaarden voldoet, als de commissie haar herbeoordeling uitvoert.

Voorwaarden kwalitatief geformuleerd

De NVAO laat vervolgens in een reactie op deze bezwaren weten dat zij “met behulp van het rapport van de commissie komt tot een oordeel. Het uiteindelijke goed gewogen eindoordeel van de NVAO is doorslaggevend voor een positief of negatief besluit. De NVAO heeft daarom gekeken naar het commissieadvies zelf en op grond daarvan de navolgbaarheid van bevindingen in relatie tot het oordeel vastgesteld.”

“De NVAO heeft alleen naar andere instellingstoets beoordelingen gekeken vanuit het perspectief van de uitleg of de toepassing van de standaarden. Die toepassing dient zoveel mogelijk dezelfde te zijn. De NVAO heeft daarbij een consistente bewakende rol. Er is dan ook geen sprake van schuivende criteria in de loop van de tijd.” Zo laten de kwaliteitsbewakers weten aan de HU.

Ook heeft de NVAO bewust de voorwaarden kwalitatief geformuleerd en niet kwantitatief zoals de HU graag zou zien. “Met het kwantificeren van voorwaarden ontneemt de NVAO de commissie een deel van haar eigen beoordelingsruimte en verantwoordelijkheid. Het is ten eerste de taak van de commissie om vast te stellen of de HU binnen de context van haar eigen instelling en het daarvoor ontwikkelde beleid een goede invulling geeft aan de voorwaarden.”

Kou lijkt uit de lucht

In een reactie op de website van de HU laat Jan Bogerd Lid van het College van Bestuur weten toch verheugd te zijn met het uiteindelijke besluit van de NVAO “De opleidingen kunnen zich bij hun accreditatie blijven richten op de korte, meer inhoudelijke opleidingsbeoordelingen. We hebben als HU hiermee een resultaat bereikt waar we trots op mogen zijn. Het laat zien dat we op de goede weg zijn en ik er alle vertrouwen in dat we binnen een jaar aan de gestelde voorwaarden zullen voldoen. De NVAO bevestigt hiermee dat we de juiste verbeterprocessen al in gang hadden.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK