Inspectie content over VU en UvA

Nieuws | de redactie
21 augustus 2013 | Binnen de VU gaat het een stuk beter. De inspectie ziet veel meer interne openheid, maar onderstreept dat de bètafusie van VU en UvA pas kan werken als de instellingstoets van de NVAO groen licht geeft. En die voorwaarde maakt het allemaal ineens behoorlijk ongewis.

Na de perikelen in de VU over de interne situatie en het opstappen van rector Bouter heeft de inspectie zich indringend bezig gehouden met de mogelijke risico’s voor de kwaliteit binnen de universiteit. Ook de consequenties daarvan voor de intensieve samenwerking met de UvA, te beginnen met de fusie van hun twee bètafaculteiten, werd scherp tegen het licht gehouden. De inspectie concludeert in haar brief aan de VU, de minister van OCW en de NVAO prudent, maar toch ook content.

Debat aangewakkerd

De inspecteurs geven precies aan wat zij hebben waargenomen en welke problemen bij de VU haar “parten hebben gespeeld.” Zo hebben zij geconcludeerd dat  “mede gelet op de onvoldoende interne communicatie op diverse niveaus van de organisatie het draagvlak binnen de VU u de afgelopen periode parten heeft gespeeld. U wilt tegelijkertijd bezuinigen op de bedrijfsvoering, organisatorische veranderingen invoeren, de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK) voorbereiden en de samenwerking met de Universiteit van Amsterdam (UvA) versterken. De interne communicatie over dit complexe proces lijkt in eerste instantie onvoldoende te zijn geweest.”

Men wijst in dat verband natuurlijk met enige nadruk op de forse impact van de “kritische interne proefaudit over de stappen die de VU nog moet zetten” voor een positief NVAO-oordeel over de instellingstoets. Die heeft het nodige debat “aangewakkerd”, schrijft de inspectie onderkoeld.

De inspectie vroeg zich daarom af of het CvB in deze situatie nog wel “voldoende in control is. ” Die formulering is pikant, omdat deze usance is bij de borging vanuit de NVAO ten aanzien van de kwaliteit en kwaliteitszorg van hogescholen en universiteiten. De inspectie benut deze nu ook in haar  – in de woorden van minister Bussemaker – “brandweerrol”, indien bij een instelling een korte termijn analyse van zorgwekkende perikelen gemaakt moet worden.

Rector gunstige factor

De inspecteurs zijn met ongeveer iedereen in de VU gaan praten, waarbij alle hoofdpunten op tafel kwamen: de komende instellingstoets, bezuinigingen,  “de samenwerking met de UvA” en “de  werksfeer.” De uitkomst hiervan kan de universiteit op het eerste gezicht zeker nieuwe moed geven. “Wij hebben geen aanwijzingen gevonden dat er risico’s zijn voor de kwaliteit of kwaliteitsborging van het onderwijs aan de VU. Bovendien hebt u inmiddels met verschillende maatregelen in onder andere de communicatieve en personele sfeer bereikt dat het interne vertrouwen in de toekomstplannen is gegroeid,” stelt de inspectie vast.

Wel vindt zij het nodig  met de VU “actuele vervolgafspraken” te maken om actief de vinger aan de pols te houden op de risico’s op de hoofdpunten. Over de omstreden bezuinigingen  blijkt in elk geval de discussie en de sfeer onderling duidelijk verbeterd. De nieuwe rector blijkt een gunstige factor daarbij. Opmerkelijk is daarbij toch dat men heeft waargenomen hoe de fysieke verhuizing van het CvB naar het eigen universitaire hoofdgebouw als impuls tot betere communicatie heeft gewerkt.

Kritische zelfreflectie

De nieuwe rector heeft zelf de leiding genomen bij het redresseren van wat in de proefaudit als uiterst kritisch werd geanalyseerd. ”De decanen zijn positief over deze benadering, vertelden ze ons,” aldus de inspecteurs. “De kritiek die tijdens de proefaudit werd geuit, betrof onder meer de onderwijsvisie. Er bestaat volgens de rector wel een gemeenschappelijke visie binnen de VU maar die was tot nu toe onvoldoende geëxpliciteerd en niet in zijn consequenties met alle geledingen doorgesproken. Dat gebeurt nu wel.”

Dit proces gaat niet vanzelf, na de forse kritiek vanuit het panel voor de proefaudit en de heftige interne debatten daarna. Binnenkort komt de VU met een kritische zelfreflectie en zal men nadat hier eensgezindheid over is gevonden de aanpak om nu toch tot een ITK te komen met de NVAO oppakken.

Dat is ook nodig. Want loopt dit toch nog mis dan staat de samenwerking met de UvA op losse schroeven. Want de beleidslijn is: zonder een gunstige instellingstoets geen fusie van de bètafaculteiten. De facto zou dat ook funest zijn voor de Amsterdam Academic Alliance. En dat zou weer vergaande consequenties hebben voor de monitoring van de prestatieafspraken van beide universiteiten door de Review Commissie van Van Vught. Deze heeft VU en UvA namelijk op het hart gebonden die AAA-alliantie concreet inhoud te gaan geven.

Minder veel omvattend

De inspectie onderstreept het belang van deze scherpe beleidslijn door de twee CvB’s zelf te citeren.  “Als de ITK in positieve zin is afgerond, zien u noch de UvA belemmeringen voor de samenwerking tussen de bètafaculteiten.” De inspectie geeft bovendien expliciet aan, dat zij voor haar oordeelsvorming over de VU ook met de UvA heeft gesproken. De noodzaak van een positieve ITK voor de VU raakt beide ten volle.

Uit die gesprekken met de twee universiteiten blijkt dat de voornemens tot fusie en zeer nauwe integratie en samenwerking aanzienlijk gematigd zijn inmiddels. “De samenwerking wordt gefaseerd ingezet” heet het nu. De uitbereiding ervan naar de andere faculteiten “zijn minder veel omvattend” vooralsnog.

De inspectie waarschuwt VU en UvA niettemin voor wat zij zich op de hals halen. “Wij hebben wel uw beider aandacht gevraagd voor de governance bij verdere integratie; een heldere verantwoordelijkheidsverdeling en een transparante organisatie zijn een vereiste.”  Sterker nog, de inspectie gaat de beide AAA-partners juist op dit zwaartepunt van hun beleid op de hielen zitten. ”Daarnaast zal de inspectie de samenwerking tussen de VU en UvA en met name de inrichting van de bijbehorende verantwoordelijkheidsverdeling en organisatie volgen door een gesprek te plannen waarvoor wij VU en UvA zullen uitnodigen.”

Lukt de fusie zo?

De bètafusie in Amsterdam staat of valt hiermee met de positieve instellingstoets door de NVAO en de overtuiging bij de inspectie dat “de inrichting” van die samenwerking voldoende uitgewerkt kan worden. Gaat dit lukken en ook op tijd?

De VU meldt de inspectie dat men later in dit jaar samen met de NVAO de planning wil gaan vaststellen voor de ITK. Het is daarom te verwachten dat er niet voor april 2014 een rapportage met een beoordeling ligt van het toetsingspanel voor het NVAO bestuur. Bovendien is het plausibel dat de VU intern zelf eerst nog een keer een scherpe en gedegen proefaudit zal willen uitvoeren. Dat betekent dat in op zijn vroegst in de zomer van 2014 er een besluit kan liggen van de NVAO.

Tegelijkertijd liggen er twee besluiten van VU en UvA. Zoals men ook de inspectie heeft gemeld “staat het voor beide Colleges genoegzaam vast” dat vóór eind 2014 een positieve ITK van de VU er moet zijn. Daarnaast heeft men echter ook besloten “uiterlijk op 5 december” van dit jaar een definitief fusiebesluit aan hun beide Raden van Toezicht voor te leggen. Op die basis kunnen in september 2014 de eerste gezamenlijke masteropleidingen beginnen. Dat positieve oordeel over een VU-ITK kan er in december van dit jaar alleen al fysiek niet liggen.

Jasje aan, jasje uit

Binnen de UvA is men zich dit wel min of meer bewust. Decaan prof. Kareljan Schoutens zei begin juli tegen de verontruste studenten van de bèta-faculteit, dat het hopelijk niet zo’n vaart zou lopen met het gedoe bij fusiepartner VU. Men hield wel een slag om de arm nog.

“Als het vertrouwen er is dat aan de VU-kant de accreditatie op een oor na gevild is, dan zullen we het jasje van de AFS [de bèta-fusie] wellicht aantrekken. Gaat het dan alsnog mis, dan trekken we het jasje uit. Dan zeggen we: dat was helaas te veel vertrouwen. Het valt tegen, we doen het niet.“ Samenvattend en in lijn met wat de inspectie ook blijkt te zijn gemeld zei de decaan: “Als zij die toetsing niet halen, dan gaat het niet door. De instellingstoets is voorwaardelijk om de AFS door te zetten.”

Ze krijgen tot eind 2014

Het bestuur van de UvA licht na de brief van de inspectie deze opstelling nog nader toe. “In december van dit jaar nemen we het besluit over de fusie. We gaan er van uit dat het in orde komt en dat die instellingstoets gehaald wordt door de VU. Ze krijgen daarom tot eind 2014 om die te halen. Dat weerhoudt ons er niet van om vanaf september 2014 gezamenlijke masteropleidingen aan te bieden.”

“Die instellingstoets is een voorwaarde voor de bètafusie. Het is te onhandig om met in een gefuseerde faculteit met verschillende accreditatieregimes te moeten gaan werken. We nemen in december wel het besluit om die kant van de fusie op te gaan, ook al kan het best een tijdje duren voor de VU-instellingstoets gehaald is. We gaan er wel vanuit dat ze hem halen en met dat vertrouwen gaan we aan de slag met de totstandkoming van de bèta-fusie. We wachten niet totdat er een briefje van het bestuur van de NVAO ligt, voordat we verder gaan. Dat zou onnodig tijdverlies zijn.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK