Publicatiedruk Vlaamse twistappel

Nieuws | de redactie
22 augustus 2013 | In Vlaanderen hebben 150 jonge onderzoekers de noodklok geluid. In een open brief beklagen zij zich over de HO-financiering waarin louter naar onderzoekoutput wordt gekeken. Dat roept ‘Diederik Stapel risico’s’ op. Minister Smet en de universiteiten erkennen dit deels en willen zo snel mogelijk om tafel.

De verontruste onderzoekers willen dat er een nieuw financieringsmodel komt waarbij er meer dan alleen naar aantallen wetenschappelijke publicaties wordt gekeken. De initiatiefnemers zijn een online petitie gestart die sinds gisteren al ruim 3800 maal is ondertekend. De vijf rectoren van de Vlaamse universiteiten voelden zich genoodzaakt om in een gemeenschappelijk schrijven te reageren op deze brief. De actiegroep roept de politiek op om in te grijpen, want “zo kan het niet langer.” Vlaams onderwijsminister Pascal Smet neemt de vraag van de onderzoekers om ook meer naar andere aspecten van kwaliteit te kijken “zeer ernstig.”

Doel op zichzelf

“De overdreven publicatiedruk tast niet alleen de kwaliteit aan, maar heeft evenzeer negatieve gevolgen op vlak van onderwijs en maatschappelijke dienstverlening” schrijven de verontruste onderzoekers in een open brief.  In hun diagnose stellen de onderzoekers dat er teveel gestuurd wordt op output “De opdracht van de universiteiten (en hogescholen) lijkt vandaag de dag verengd te zijn tot het ‘produceren’ van zo veel mogelijk publicaties. Het is grotendeels op basis daarvan -samen met aantallen studenten en doctoraten- dat de Vlaamse overheid haar financiering verdeelt over de verschillende instellingen de beruchte ‘outputfinanciering’. Instellingen die meer publicaties produceren dan hun ‘concurrenten’ ontvangen een groter deel van de financiële koek.”

Er is dan ook een te grote publicatiedruk zo laten de onderzoekers weten. “Vroeger waren publicaties een middel om over onderzoek te communiceren. Vandaag zijn ze een doel op zichzelf geworden. Onderzoekers worden geacht vooral zo veel mogelijk te publiceren, en het vergaren van nieuwe kennis en inzichten is op dit moment vaak niet meer dan een middel om publicaties te scoren. Deze obsessie met publicaties en kwantiteit staat de kerntaken van de universiteit in de weg.”

Gevaar van data slicing

Zij willen daarom meer tijd voor vrij en ongebonden onderzoek. “Voor hoogstaand onderzoek is namelijk tijd, durf en vertrouwen nodig. De resultaten ervan zijn onzeker, en publicatiemogelijkheden zijn vaak schaarser. De voortdurende druk om zo veel en zo snel mogelijk te publiceren zorgt er voor dat wetenschappers op zoek gaan naar beproefde recepten om makkelijke publicaties te scoren die goed in de publicatiemarkt liggen.”

Deze kwantitatieve publicatiedruk kan in het ergste geval zelfs tot fraude leiden. “In een aantal gevallen leidt het razendsnelle publicatieritme er zelfs toe dat onderzoekers ‘binnenwegen’ gaan nemen: resultaten worden minder grondig gecontroleerd, negatieve resultaten worden verdoezeld, er wordt aan data slicing gedaan en cijfers worden gemanipuleerd. In extreme gevallen leidt dit tot regelrechte fraude.” 

Inzet op kwalitatieve parameters

Inmiddels hebben de Vlaamse universiteiten gereageerd in een gezamenlijk schrijven. “De Vlaamse rectoren zijn niet doof voor de bezorgdheden die worden geuit met betrekking tot het overwicht van één parameter de onderzoeksoutput op de andere componenten van de taken van academici, met name onderwijstaken en maatschappelijke dienstverlening. Ze erkennen en betreuren dat de inzet voor die twee andere componenten daardoor onder druk kan komen te staan.”

Pascal Smet laat als verantwoordelijk minister weten dat hij snel met de onderzoekers om tafel gaat. Hij noemt samen met minister van innovatie Ingrid Lieten hun actie een “belangrijk signaal”. Tijdens hun gesprek zullen drie belangrijke thema’s aan de orde komen: onderwijs, onderzoek en de maatschappelijke opdracht van HBO en WO, alsook de manier waarop die taken worden geëvalueerd.

Vooral aan de maatschappelijke opdracht van onderzoekers wordt volgens de minster te weinig gewicht gegeven in de bekostigingssystematiek. Het huidige financieringsmodel is ingericht op een aantal kwantitatieve parameters, zoals het aantal publicaties, citaties en doctoraten. “De vraag of dit zo moet blijven en we niet meer moeten inzetten op kwalitatieve parameters is één van de belangrijkste vragen die moet beantwoord worden in de evaluatie van het systeem”, zegt Smet.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK