Derivaten gevaar voor onderwijs

Nieuws | de redactie
4 september 2013 | Met de nota ‘Derivaten beheersen’ zet ScienceGuide-columnist en Kamerlid Pieter Omtzigt de discussie op scherp. Hij komt met concrete aanbevelingen om “het ontspoorde gebruik van derivaten in de (semi-) publieke sector aan banden te leggen.” Zijn ‘onderwijscijfers’ laten zien dat risico’s groot zijn en bij de VU fors oplopen.

Het gebruik van derivaten bij onder meer Vestia, Groningen Seaports en Slibverwerking Noord-Brabant heeft de overheid de afgelopen tijd een schadepost opgeleverd van miljarden euro’s. Semi-publieke instellingen speculeerden als waren zij een bank en begaven zich ver buiten hun kerntaak. Wat Omtzigt betreft behoort dit binnenkort definitief tot het verleden. Zijn nota onderbouwt dit en wijst de weg naar een andere, gedegener situatie. 

Miljarden verlies

“Bij juist gebruik van derivaten kunnen risico’s beheerst worden. Bij slecht gebruik kun je tientallen, honderden miljoenen of miljarden verlies lijden. Dat is ook gebeurd de afgelopen jaren. Doordat de overheid daarbij vaak garant staat of bij moet springen, is het uiteindelijk de belastingbetaler die ervoor opdraait. Bij Vestia was bijvoorbeeld sprake van een direct verlies van 2,1 miljard euro. Dat verlies wordt opgebracht door huurders, door andere corporaties (en dus andere huurders) en door de Staat.”

In zijn nota geeft hij een scherp beeld van wat in het onderwijs gaande is op dit terrein. Hij wijst er op, dat het beeld alleen nog voor MBO, HBO en WO in kaart lijkt te zijn. Elders in het onderwijs is het inzicht nog gering tot afwezig,. Een concrete en recente PO-casus uit Limburg doet hem vrezen dat hier de ijsberg nog onder de waterlinie dreigt.

Heldere inspectie

“De inspectie van het ministerie van onderwijs publiceerde in november 2012 haar onderzoek, herinnert Omtzigt. De samenvatting noemt hij heel helder. De inspectie schrijft “De kennis van derivaten is bij veel instellingen beperkt. Er worden wel adviseurs ingehuurd maar men kan hun adviezen vaak niet zelf verifiëren. Derivaten kunnen risico’s met zich meebrengen die bij het afsluiten vaak verborgen blijven vanwege de beperkte kennis bij de instelling.”

Bij de onderzochte instellingen blijkt de nominale waarde van de derivaten €1,307 miljard te zijn en die blijken een netto waarde te hebben van €290 miljoen negatief. “In het onderwijs blijken 6 instellingen contracten met margin calls te hebben en 6 instellingen hebben open posities. Zij hebben dus derivaten afgesloten op toekomstige plannen die later of niet gerealiseerd worden.”

“En de inspectie is heel helder: ‘Open posities zijn strijdig met de regeling Beleggen en Belenen’. Opmerkelijk is dat open derivatenposities dus verboden zijn, maar er lijkt geen enkele straf op te staan voor de instellingen of de bestuurders van instellingen die toch open posities hebben. De minister antwoordt ook op Kamervragen: ‘Ik ben niet voornemens om onderwijsinstellingen of verantwoordelijke bestuurders sancties op te leggen omdat ze een open positie hebben of hebben gehad’.”

Risicovolle producten

Omtzigt is dan ook bezorgd over wat het parlement, de sector en OCW zelf nog niet weten. “Het overzichtsrapport gaat alleen over het MBO, HBO en WO. Bekend is dat ook elders in het onderwijs derivaten en risicovolle producten zijn gebruikt. De Stichting Vermogensbeheer Schoolbesturen Limburg belegt jarenlang tientallen miljoenen van basisscholen in onder andere derivaten. De stichting beschikt niet over een vergunning van een financiële instelling en is uiteindelijk in 2012 opgedoekt. Jaren daarvoor was al duidelijk dat zij volstrekt niet aan de regels voldeed.”

Hij geeft met waardering aan dat minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker “overigens recentelijk hebben aangekondigd om de regeling ‘Beleggen en belenen’ aan te passen op basis van het overkoepelend beleid van de Minister van Financiën ten aanzien van derivaten, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de regeling van de woningcorporaties.”

VU diep in het rood

Van één instelling zijn de gegevens zo zorgelijk, dat Omtzigt deze casus specifiek uitlicht. Het beterft de Vrije Universiteit en haar “grote, langdurige, open positie. De Vrije Universiteit ontwikkelt in het begin van deze eeuw ambitieuze nieuwbouwplannen en daarop vooruitlopend sluit ze tussen 2005 en 2008 een serie renteswaps af. Daarmee verplicht zij zich jaarlijks vast ongeveer 5% rente te betalen minus de variabele rente.”

“In november 2012 staan er nog geen investeringen tegenover deze swaps en heeft de VU een open positie op nominaal €150 miljoen een derivatenpositie met een marktwaarde van €79,5 miljoen negatief. De waarde is zo negatief omdat de swaps tot 2035 lopen.”

“De VU deelt in een persbericht met de titel ‘Derivatenpositie voldoet aan de huidige wet-en regelgeving ‘ mee dat ‘Deze derivaten zijn onder de huidige wet-en regelgeving toegestaan.’ De onderwijsinspectie is echter duidelijk: ‘Open posities zijn strijdig met de regeling Beleggen en Belenen’.”

Vier aanbevelingen

Volgens Omtzigt stelt de regering in het regeerakkoord en een brief aan de Kamer een paar zinnige maatregelen voor, maar zijn die volstrekt onvoldoende. Ze worden nu al omzeild en heel belangrijk: er wordt nooit iemand gestraft voor zijn wandaden. Daarom doet Omtzigt in zijn initiatief-nota een viertal aanbevelingen:

1. Scherp de richtlijnen voor verslaggeving aan. In elk jaarverslag moet staan welke derivaten, verpakte derivaten of garanties een instelling heeft. Ze mogen niet langer via trucs verborgen blijven, zoals gebeurde bij bijvoorbeeld Seaport Groningen. Deze richtlijnen moeten verplicht worden voor de hele semipublieke sector.

2. Breng de hele semipublieke sector onder toezicht, ook als het gaat om deelnemingen. Het is geen toeval dat Groningen Seaport een deelneming werd; dat was alleen maar om onder de strikte eisen van een gemeenschappelijke regeling uit te komen. Leg ook principes vast: elk derivaat moet risico’s afdekken en speculatie is verboden.

3. Breng het toezicht op complexe derivaten onder bij De Nederlandse Bank (DNB). De zaak is te ingewikkeld voor andere toezichthouders. Kleine toezichthouders zoals WfZ en WSW hebben immers gefaald.

4. Stel bestuurders aansprakelijk als zij zich niet aan de regels houden. En zet het zo mogelijk in het wetboek van strafrecht wanneer het misbruik ernstig is.

Nog meer ellende?

De ellende is overigens nog niet helemaal voorbij als deze aanbevelingen zouden worden gerealiseerd. Omtzigt raadt aan om verder te gaan omdat grotere risico’s nog onvoldoende in beeld blijken te zijn. Zo is het zaak om bij de richtlijnen ook de zogenaamde embedded derivaten mee te nemen.

“Deze zijn bij de woningbouwcorporaties nu al groter dan de gewone derivaten. Ook moeten financiële ondernemingen een onderpand storten bij de semipublieke sector. Dan is de belastingbetaler niet weer de dupe als de rente stijgt of als er een bank failliet gaat.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK