Studenten betalen Onderwijsakkoord

Nieuws | de redactie
17 september 2013 | De concrete uitwerking van het toch nog gelukte NOA bevat een haar in de soep. Bijna €120 miljoen van de €700 miljoen investeringen in PO en VO wordt afgeroomd bij de studenten. Het afschaffen van de basisbeurs moet de basisschool helpen.

In de Prinsjesdagcijfers snijdt het kabinet in de onderwijsuitgaven, maar werkt tegelijkertijd de deal uit die met de koepels van PO, VO, MBO, HBO, WO en het CNV is gesloten. Voor docenten en hun werk komt in dit Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) zo’n €700 miljoen extra beschikbaar en daarvan was de helft al ingeboekt in het regeerakkoord van VVD en PvdA. Dat geld kwam er alleen onder stringente voorwaarden.

Daaraan voldoet het akkoord nu en als extra’s is uit andere potjes nog eens ruim €300 miljoen tevoorschijn gehaald. Meest opvallende bron van reallocatie is het tijdpad van de maatregelen in het kader van de studiefinanciering. Toekomstige studenten zullen met hun leningen in plaats van beurzen de afkoopsom voor de lerarenvakbonden dus mogen opbrengen.

In de becijfering wordt gemeld dat het gaat om een bedrag van €119 miljoen, waarvan de feitelijke realisatie “afhankelijk is van de invoering en het tijdpad” van de SF-ingrepen. Dat betekent dus ook, dat de leraren een fors deel van hun extra’s ook nog kunnen verliezen als het kabinet de Senaat niet weet te overtuigen van de wijsheid van een leenstelsel.

Plasterks collegegeldverhoging

Dit is overigens niets nieuws. Minister Plasterk deed zoiets al eerder. Bij de invoering van het plan ‘Leerkracht’ van de commissie Rinooy Kan had hij liefst €1 miljard nodig. De rest van het kabinet vond dat hij dat geld eerst maar eens uit eigen zak moest betalen, voordat hij kon eisen dat andere beleidsterreinen moesten aangeslagen worden voor het goede doel. Plasterk verhoogde toen de collegegelden met €200 in een reeks kleine stapjes à €20.

Dat heeft Bussemaker beter voor elkaar. Zij kon al de helft van haar investering dankzij het regeerakkoord inboeken en daarmee modernisering van de arbeidsvoorwaarden ten gunste van jonge docenten afdwingen. Niettemin laat nu opnieuw een PvdA-minister de studenten meebetalen voor doelen die marginaal zijn wat betreft de wettelijke grondslag van een leenstelsel en zijn toekomstige opbrengsten. Een mooie kluif voor de Raad van State is dit te zijner tijd: mag de overheid burgers dwingen te lenen voor doelen die eigenlijk los staan van de grondslag van de betreffende wet?

HBO-harakiri

De reactie vanuit het HBO is dan ook dubbelzinnig en zeer afstandelijk, heel anders dan die van de VSNU. Het WO is bijna juichend over het NOA, evenals MBO-voorman Jan van Zijl. De afschaffing van de basisbeurs lijkt namelijk hun studentenpopulatie weinig te kunnen deren wat betreft de toegankelijkheid van hun onderwijsbranche.

Heel anders is dat voor de hogescholen. Deze hebben belang bij een goed NOA, dat bijvoorbeeld de instroom in lerarenopleidingen weer een impuls zou kunnen geven. Maar inzet van de ‘winst’ uit het leenstelsel voor lerarensalarissen en andere emolumenten in PO en VO maakt dat de Vereniging Hogescholen de facto instemt met de afschaffing van de basisbeurs en de aanvullende beurs. Daarmee zou voorzitter Thom de Graaf met zijn bestuur in eigen kring harakiri plegen.

Zo rekent Ron Bormans voor dat zo’n 15.000 studenten zouden ‘wegblijven’ bij zo’n leenstelsel, grotendeels HBO-aspiranten. De hogescholen kunnen en willen deze toekomstige populatie niet missen, zei hij bij de jaaropening van de Hogeschool Rotterdam met nadruk. “Hou het hoger onderwijs open, wij willen iedereen binnen blijven krijgen die wij verder kunnen brengen met hun talenten en hun leven. Dat is goed voor hun stad, is goed voor ons land. Ik wind me daarom echt op over de slordigheid waarmee over het leenstelsel gediscussieerd wordt.”  

Ongemakkelijke positie

Bormans krijgt daarbij – welllicht onverwacht – steun van oud-minister Rosenthal en zijn AWT in hun recente rapport over onbenut talent op MBO en HO terrein. Ook dat geeft nog eens aan dat Nederland zich niet kan veroorloven voor zijn economische groei en herstel uit de crisis om mensen niet te laten ‘doorgroeien’ in kennis en kunde.

De reactie van de Vereniging Hogescholen op het NOA was daarom zeer gedistantieerd. Men onderstreepte zelfs uitvoerig, dat het leenstelsel geen deel van de overeenkomst kon zijn, omdat dit niet door alle partijen gesteund wordt die het akkoord niettemin ondertekenen. De HBO-koepel is zo een soort gedoogpartij van het NOA en lerarenbeleid geworden, een zeer ongemakkelijke positie.

De studentenbonden wilden trouwens vooraf graag mee doen met het NOA-proces, omdat de jonge leraren van straks nu hun leden zijn. Dat zij buiten het overleg werden gehouden was niet toevallig, zo blijkt nu. De zaak zou ongetwijfeld zijn opgeblazen als ISO en LSVb mee hadden mogen onderhandelen over de dekking van de leraren-extra’s uit een leenstelsel.

D66 beweegt weg van kabinet

Ook voor D66 en GroenLinks is de nu gevonden constructie hachelijk. Zij willen wel een leenstelsel, maar gruwen van het uitstrooien van de opbrengsten daaruit naar allerlei goede doelen buiten het hoger onderwijs en de kwaliteitseisen van en voor de studenten.

Alexander Pechtold poogde premier Rutte al bij zijn aantreden juist op dit punt vast te pinnen. Rutte gaf toen tegenover hem aan dat de opbrengst voor een groot deel teruggaat naar onderwijs en onderzoek en hij wees daarbij bovendien op de 100 miljoen extra voor fundamenteel onderzoek. Dit was een extra die naar de aard van de uitgaven heel dicht bij het werk in het hoger onderwijs zou zitten. Voor de opbrengst op de lange termijn van de invoering van het leenstelsel onderstreepte Rutte dat deze voor het grootste deel zou terugvloeien naar het hoger onderwijs.

De steun van D66 zal dan ook verder afnemen, als nu ook PO en VO akkoorden mogen mee profiteren van de afschaffing van de baisisbeurs. HO-woordvoerder Paul van Meenen zei het in het debat met de studenten in Utrecht al snoeihard. Hij noemde de kabinetsvoorstellen “niets anders dan het afdekken van bezuinigingen. Er moeten juist miljarden bij, voor het hoger onderwijs, maar zeker ook voor het fundamentele onderwijs.”

Nog meer dan voorheen zal het kabinet op dit terrein een grand bargain moeten zien te sluiten met het CDA om een meerderheid te bereiken. Alle huldes van minister Bussemaker en haar politieke omgeving voor oud-CNV-Onderwijs voorman Michel Rog en zijn eerdere verdiensten voor het tot stand komen van een NOA zijn dan ook even hartelijk als begrijpelijk. Via steun van Rog kan de minister immers steun van Brinkman en zijn Senaatsfractie hopen te verwerven.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK