Bussemaker wil investeren

Nieuws | de redactie
31 oktober 2013 | Als een leenstelsel zou lukken, wil Jet Bussemaker grootscheeps investeren uit de opbrengst. Bachelor-opleidingen kunnen dan intensiever en kleinschalig als een university college. 100 extra lectoren in het HBO komen er bij.

De minister verdedigde haar voorstellen in de Kamer met een verwijzing naar de noodzaak juist over de langere termijn, structureel te investeren in HBO en WO. De extra’s in het ‘paars-refo’ akkoord gaven daartoe een beetje lucht, maar in omvang toch zeer beperkt en ook de doorwerking op termijn is gering. Dat geldt ook voor wat Halbe Zijlstra in gang heeft gezet. “De prestatieafspraken zijn in zichzelf niet voldoende om op lange termijn de kwaliteitsslag te maken.”

Klein binnen groot

Dat zo’n quantumleap naar hoogste kwaliteit nodig is, had alleen al het rapport-Veerman aangetoond. HBO en WO zijn in dat opzicht niet toekomstbestendig. Bovendien is het herwinnen van kleinschaligheid in massaal HO een uitdaging te meer, zei Busssemaker. Waar dat lukt met ‘klein binnen groot’ gaan uitdaginng, studiesucces, intensiteit en excellentie omhoog.

En dat moet ook, gelet op de internationale omgeving en aantrekkingskracht van ons land. En dat moet vanwege de nieuwe kennis en vaardigheden die juist van kenniswerkers op HO-niveau meer en meer gevraagd worden.

Intensief en excellent

De kwaliteitsslag die haar voor ogen staat, vulde de minister concreter in dan zelden tevoren, met cijfers en rugnummers. 

1] Zij wil een voltijds onderwijs dat ook voltijds beleefd wordt. Daardoor is de interactie in en rond de studie, zeker ook met de docenten, dieper, intensiever mogelijk te maken. Daarvoor zijn dan wel meer van die docenten nodig.

Dat vergt kleinschalig, intensief HBO en WO. Dat biedt dan meer binding en uitdaging aan studenten. Zouden de bacheloropleidingen even intensief zijn qua groepsgrootte en inzet als een university college zou dat €170 mln extra kosten.

2] Bussemaker wil in zulk structureel ‘klein in groot’ HO ruimte bieden aan nieuwe onderwijsvormen en nieuwe middelen en instrumenten. Samen met veel intensievere studiebegeleiding kan daarmee het studiesucces omhoog. De neiging tot switchgedrag, uitval en studievertraging kan dan flink omlaag. 

3] De verwevenheid van onderzoek en onderwijs wil de minister vergroten. Dit moet zowel in het HBO als in het WO usance worden. Dat betekent, dat in de eerste geldstroom van het WO meer geld naar fundamenteel onderzoek moet gaan en naar matching van R&D-projecten die in Europa geld kunnen winnen.

In het HBO betekent dit een expansie van de lectoraten met zeker 100 leidende praktijkonderzoekers. Dit kost €50 mln. Daarbij moeten de Centers of Expertise verdere impulsen krijgen, gericht op de topsectoren en de brede HBO-opleidingssectoren in de zorg en het onderwijs zelf.

4] Het bieden van uitdaging en internationaal hoogstaand onderwijs in HBO en WO is nodig omdat de groei van de deelname aan het HO onverminderd voortgaat en ons land daarbij aantrekkelijk moet zijn voor toptalent van elders. In dit opzicht moet de lat ook omhoog.

Voortzetting van het succes met de excellentietrajecten vanut het Sirius-programma na 2014/15 is daarom beslist noodzakelijk. Daar is €15 mln voor nodig als investering.

Met het veld

De hiervoor noodzakelijke keuzes wil de minister nadrukkelijk met het veld en de studentenorganisaties maken, “Tenslotte moeten zij er profijt van hebben in en na hun studie.” De invulling van de prestatieafspraken zal hierdoor verder verrijkt moeten worden, zo bleek uit haar woorden.  

Vooral ‘favoriete oppositiepartij’ CU viel de minister scherp aan, omdat in hun visie het leenstelsel ongewenst is en nu ook overbodig was geworden. Door het extra geld uit het ‘paars-refo’ akkoord konden HBO en WO wel uit de voeten, zo leek hun inschatting te zijn. De minister wees er toen maar fijntjes op, dat met het D66-amendement op het akkoord juist bij HBO en WO nog minder extra mogelijk was geworden dan voorheen in beeld was gekomen.

Het nam niet weg, dat de CU de minister wilde forceren haar wetsvoorstellen ten aanzien van een leenstelsel reeds nu in te trekken. De ‘minder favoriete’ SP schoot de minister te hulp. Die partij wilde liever de behandeling in de Senaat afwachten en de minister aanraden daar eieren voor haar geld te kiezen. Staatsrechtelijk was dat in elk geval veel zuiverder dan de gedachte vanuit de CU.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK