Excellentie enig criterium

Nieuws | de redactie
1 november 2013 | “Alleen Zwitserland en Israël overtreffen Nederland” in het toponderzoek dat Europees investeringen trekt. Prof. Sierd Cloetingh bepaalt mee hoe de EU miljarden daarvoor toedeelt. “Nederlandse onderzoekers zijn erg internationaal georiënteerd en blijkbaar erg goed in de competitie op Europees niveau.”

In de competitie om het verwerven van European Research Council (ERC) gelden voor toponderzoek neemt Nederland de vierde plaats in, na de grootste EU-landen, onderstreept hij.

Cloetingh is lid van de Wetenschappelijke Raad van de ERC. De geowetenschapper van de Universiteit Utrecht en specialist in de dynamica van de tektonische platen die de oppervlakte van onze planeet bedekken moet met zijn collega’s in die Raad afwegen en richting geven aan wat Europa doet met de vele miljarden die door de EU-lidstaten worden geïnvesteerd in de top van het wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hier om grensverleggend onderzoek op alle domeinen. Of zoals hij het duidt, onderzoek met een “high-risk/high-gain” karakter.

Echt een eer

Hoe word je lid van de Wetenschappelijke Raad van de ERC, is dat een ingewikkeld proces van Europese besluitvorming en selectie?

De Europese Commissie organiseert een onafhankelijk zoekproces, uitgevoerd door vooraanstaande wetenschappers, ter identificatie van mensen en disciplines die men in de ERC nodig heeft voor de te nemen beslissingen. Op grond hiervan benoemt de Europese Commissie de leden van de Wetenschappelijke Raad. De 22 leden vertegenwoordigen de Europese onderzoeksgemeenschap en alleen daarom al speelt de nationale herkomst geen rol. Het is dus niet zo dat elk land een lid of een soort representatie ‘heeft’ of kan claimen in de Raad.

Men kijkt naar actieve wetenschappers, die in het onderzoeksveld bezig zijn, en men zoekt daaruit mensen die dat veld goed kunnen overzien. Vooral ook mensen die de excellente ontwikkelingen en onderzoekskernen kennen en weten op te sporen.

Hoewel de ERC nog maar kort bestaat eigenlijk, sinds 2007, is het krediet in het veld groot. Het was echt een eer dat ze mij gevraagd hebben ervoor. De organisatie functioneert erg goed. Onze panels, die zeer internationaal zijn, evalueren jaarlijks een zeer groot aantal aanvragen en het agentschap functioneert als uitvoerend orgaan voortreffelijk.

Wat helpt is natuurlijk ook, dat bij een ‘bevriezing’ van de EU-begroting door Van Rompuy en de regeringsleiders het budget voor R&D als enige flink blijft toenemen. Kunt u daardoor meer spenderen en de teugels laten vieren?

Het budget stijgt, maar de behoefte aan ‘grants’ neemt ook toe. De aanvraagdruk gaat steeds omhoog. Nog steeds is het zo, dat we slechts 10 procent van de aanvragen van wetenschapsprojecten feitelijk kunnen financieren, heel competitief dus. Bij de peer review evaluatie is ‘excellentie’ het enige criterium bij de afweging.

Dat is daarmee een hoofdtaak van de Raad. Wij moeten de strategie ontwikkelen die dat criterium voorop blijft zetten. Daarom zorgen wij ook dat we goed op de hoogte worden gehouden van de impact  en de wetenschappelijke prestaties van onze grant holders.

We bezien de lange termijn van het nieuwe Horizon2020 programma (2014-2020), waarvan de ERC prominent deel van zal maken en dat de komende jaren tientallen miljarden in de Europese wetenschap en innovatie zal investeren. Binnen de eigen grant schemes van de ERC hebben we een relatief groot aandeel van het budget ingezet voor jongere toponderzoekers. Juist in deze tijd van crisis is het van belang voor Europa om een grote jonge generatie van talenten niet verloren te laten gaan!

Nederland koploper in Europa

De jaarcijfers van de ERC over 2012 laten zien dat Nederlandse onderzoekers hoog scoren. We doen blijkbaar iets goed hier. Wat vooral?

Ja zeker, Nederlandse onderzoekers doen het goed in de ERC competities. Bij alle soorten ERC grants en zelfs opvallend sterk bij de zogeheten ‘proof of concept’ grants. Daar scoren Nederlandse onderzoekers bijzonder hoog. Deze ‘additionele’ grants zijn bedoeld om innovatief onderzoek dichter bij de markt te brengen. Het gaat hier om projecten die al gefinancierd zijn door een ERC starting of advanced grant. Er is tot nu toe aan 26 projecten in Nederland zo’n ‘proof of concept’ financiering  gegeven, wat verhoudingsgewijs veel is.

Als je de ERC-investeringen meet ‘naar rato van de bevolkingsgrootte van een land’ zijn er twee landen die Nederland als enige overtreffen: Zwitserland en Israël. Wat leren we daarvan?

Alleen die twee komen nog boven Nederland uit, terwijl binnen de EU-landen alléén Nederland in dit opzicht de koploper is. In totaal is er in Nederlandse onderzoekers en hun werk nu zo’n €600 miljoen geïnvesteerd via de verschillende ERC grants. Als met het vanuit absolute termen bekijkt, zit Nederland op de vierde plaats, na het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk, in aantallen grants.

Wat je hieruit kunt leren is meer dan één ding. Zwitserland investeert bijvoorbeeld zelf veel. Men benut de ERC-grants als verdere versterkingen van de krachtige kennisinfrastructuur die men in het verleden zelf heeft opgebouwd en in stand houdt. Dat zie je bij hun investeringen bij voorbeeld bij de ETH Zürich, Lausanne en Genève.

Sterk klimaat dankzij NWO

Daarbij komt dat in Israël en Zwitserland een echt onderzoeksklimaat heerst. Men zet zich er op alle niveaus voor in en dat klimaat is ook intern competitief. De besten moeten zich niet alleen in Europa als geheel, maar ook in eigen land bewijzen. Nederland is tot nu toe altijd daar  sterk in geweest, met name dankzij NWO met zijn personal grants en open competitie. De aanpak van de financiering is daar eveneens zo ingericht, dat excellent werk zich kan en moet bewijzen.

Voor Nederland en die andere twee ‘toppers’ geldt bovendien dat ze werken in een echt internationale kennisomgeving. Dat is een duidelijke plus. Vergeet niet dat de ERC-grants ‘draagbaar’ zijn en de onderzoekers ermee kunnen gaan naar de onderzoeksomgeving waar zij het beste kunnen werken.

In de cijfers zie je dat effect in verschillende landen scherp . de Italianen met een ERC-grant zitten in grote getalen buiten hun eigen land.

Voor hen geldt, dat we dankzij de ERC veel jonge onderzoekstalenten bij voorbeeld in Italië en sommige zuidelijke lidstaten, kunnen behouden. Zij blijven op deze manier in Europa hun onderzoek doen en kunnen hun kwaliteiten hier toch ontplooien. Kon dat noch in Italië, noch elders in Europa, dan gingen waarschijnlijk velen van hen verloren voor de wetenschap of zouden ze hun geluk buiten Europa moeten gaan zoeken. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK