Als ‘lievemoederen’ niet helpt

Nieuws | de redactie
6 januari 2014 | Nu ook Vlaanderen HO-instellingen gaat accrediteren, bereiden de HO-instellingen en NVAO de invoering grondig uit. “In de evaluatie van het nieuwe Nederlandse stelsel is de lastenvermindering een moeilijk onderdeel: voorlopig lijkt dit niet gehaald,” noteert Ann Demeulemeester.

Na uitvoerige bijeenkomsten in Mechelen en Gent over de opzet, inhoud en aanpak van de instellingsreview in Vlaanderen trok NVAO-vice-voorzitter Demeulemeester enkele eerste conclusies en hoofdlijnen uit de vele vragen en discussiepunten die vanuit de instellingen naar voren waren gekomen. Verschillende daarvan waren vooraf al geagendeerd in de vraaggesprekken met experts en betrokkenen als Lucien Bollaert, oud-wetenschapsminister Fientje Moerman en Demeulemeester zelf.

Veel explicieter verwachting

In haar afrondende betoog in Gent zei Demeulemeester onder meer: “Het is onterecht om de lasten in het hoger onderwijs enkel toe te schrijven aan het visitatie- en het accreditatiestelsel. Steeds grotere verwachtingen en verplichtingen inzake verantwoording (accountability) op alle bestuursdomeinen (financieel, veiligheid, welzijn, milieu, dataverzameling om nog te zwijgen van het onderzoeksdomein) wegen sterk op de instellingen. De druk op de instellingen om maatschappelijk relevant bezig te zijn en de vraag van de diverse overheden en economische actoren naar impact en zichtbare economische en sociale resultaten is veel explicieter geworden.”

“De intern gekozen vormen van aansturing en management van de instellingen en de schaalvergroting zijn natuurlijk niet neutraal inzake effecten op ervaren planlast bij middenkaders en docenten. Het begint er wel stilaan op te lijken dat beide laatste categorieën het meest te lijden hebben onder de toegenomen ‘aansturingsdrift’.”

“Deze ontwikkeling is niet zonder risico omdat de kernprocessen van het hoger onderwijs daarmee in het geding kunnen komen, zo al niet komen. Visitatie en accreditatie vormen dus niet de enige “last pak” of “pak last”, maar uiteraard moeten we met deze context van meervoudige verantwoording en aansturing rekening houden.”

Effect ‘Inholland’ niet voorbij

De borging van kwaliteit, ook door de instellingsreviews,  ziet zij als een centraal element van het evenwicht dat het HO-bestel moet kenmerken. “Tegenover de vrijheid en de autonomie die instellingen wensen, staan de verwachtingen van de studenten en hun ouders én van het afnemende veld.”

“Zij verwachten kwaliteit, vergelijkbare kwaliteit. De instellingen zelf wensen die vergelijkbare kwaliteit en kwaliteitseisen ook: geen vrijbuiters op het veld. De hele sector leidt schade indien één speler vals speelt – het effect van Inholland is in Nederland nog steeds niet uitgewerkt.”

“Je hebt dus slimme systemen nodig voor die kwaliteitsborging: een stelsel dat naar de kern van de zaak gaat en toch licht is, een stelsel dat open is en ruimte geeft aan de instelling maar toch voldoende vergelijkbaarheid creëert en tenslotte een stelsel dat verbetering en ontwikkeling op gang brengt, maar ook zachte dwang/de harde hand kent waar lievemoederen niet helpt.”

U leest het volledige betoog van Ann Demeulemeester hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK