Geld voor contacturen HBO en WO

Nieuws | de redactie
15 januari 2014 | Extra investeringen in hoger onderwijs moeten vooral naar intensiever onderwijs en kleinere groepen gaan. Kamerfracties gaven in het Haags HO-debat scherpe keuzes aan. Het leenstelsel is er nog lang niet, bleek daar zonneklaar.

Beloftes doen en mooie aankondigingen, dat is één ding. Echt keuzes maken voor wat echt prioriteit moet krijgen, dat is nog wat anders. Dat eerste noemde Jesse Klaver van GroenLinks in het debat bij De Haagse Hogeschool richting zijn collega’s wat pesterig ‘persberichtpolitiek’. Hij en de HO-woordvoerders van VVD, PvdA, CDA, SP en D66 moesten in het debat concreet ‘geld uitdelen’ en daarbij hun eigen prioriteiten kiezen en verdedigen.

Innovatiever, intensiever hoger onderwijs

Het bleek al snel dat er bij alle politieke verschillen en soms scherpe uithalen onderling ook eensgezindheid bestaat over de richting van de lange termijn investeringen waar HBO en WO van zouden moeten gaan profiteren. De grootste bedragen en meeste nadruk werden gelegd bij ‘meer contacturen’ en ‘verhoging studiesucces’. Daarbij werden intensivering van onderwijs en van begeleiding bij MBO-HBO doorstroom en studievoortgang het meest onderstreept.

Maar grotere intensiteit en meer tijd en geld steken in onderwijs is niet hetzelfde als meer kwaliteit, waarschuwde Paul van Meenen (D66). “Juist in de levensfase waar studenten in zitten is het enorm belangrijk om vrijheid en flexibiliteit te krijgen. Je moet je nog vormen als persoon, dat kan niet binnen te veel vastgelegde, beperkende kaders.”

Jesse Klaver vertelde hoe hij uit eigen ervaring had leren zien dat onderwijsinstellingen vaak te weinig flexibel zijn om goed maatwerk te leveren aan studenten, zeker aan ambitieuze studenten. Hij wilde het vooral aanmoedigen dat HBO- en WO-instellingen minder rigide zijn zodat studenten zelf veel meer uit hun studie kunnen halen.

Daarom legden verschillende Kamerleden ook financiële prioriteit bij impulsen voor innovatiever aanpak in hogescholen en universiteiten, onder meer via open education en MOOC’s. De beleidsbrief van de minister en het wereldwijde debat daarover waren duidelijk zeer aangekomen bij de Kamerleden. Bussemakers partijgenoot Mohandis wil hier dan ook extra geld voor vrijmaken. Een belangrijke voorwaarde noemden de Kamerleden wel, dat de hogescholen en universiteiten zelf gaan beslissen hoe ze extra investeringen op zulke innovatieve projecten gaan inzetten.

Belemmering voor flexibel HBO

Wie daar nog nadrukkelijker prioriteit voor wilde zien, was Rob Brons, de scheidend voorzitter van De Haagse Hogeschool. Scherp haalde hij uit naar wettelijke kaders en voorschriften rond verantwoording en accreditatie die in zijn ogen een grote belemmering zijn gaan vormen voor de flexibiliteit die een hogeschool moet ontwikkelen om de huidige generaties studenten optimaal op te leiden. Hij noemde dit zelfs “verstikkende NVAO-kaders.”

“Je moet je als onderwijsinstelling aan de accreditatievoorwaarden houden en daarin zit weinig ruimte, juist op dat punt. Aan de andere kant wil je je studenten zich laten ontwikkelen op een manier die past bij deze tijd en hun manieren van leren en werken. Dat heb ik de voorbije jaren als een enorme worsteling ervaren.

Je hebt maar 45 ECTS om ‘vrij in te bewegen’. In het huidige hoger onderwijs is die ruimte voor maatwerk en inspelen op de student heel klein geworden, daar moeten we heel kritisch naar kijken.”

Zoals er geen ‘overheids-MOOC’s’ moeten komen, zo moet de overheid zich op meer punten veel terughoudender opstellen, onderstreepte Michel Rog (CDA). Hij gispte de pogingen om initiatieven als een lerarenregister te gaan formaliseren en via OCW verplichtingen daaraan op te leggen, ook als voorschriften aan de professie zelf.  “Wij zijn tegen zo’n staatsregister. Het initiatief en de ruimte moeten bij docenten zelf liggen. Zij moeten beslissen hoe ze willen bijblijven in hun vak en hoe ze zich professioneel ontwikkelen, daar gaat de politiek niet over.”

Hulde van SP voor VVD

Het debat kende rond het lerarenbeleid een bijzondere primeur. Jasper van Dijk (SP) prees nadrukkelijk zijn blij verraste, liberale collega Pieter Duisenberg. Zijn motie om nadrukkelijker vast te leggen dat – bijvoorbeeld – docenten in het vwo academisch geschoold moeten zijn, acht de SP een noodzakelijke ingreep ter verhoging van de kwaliteit. Ook in het hoger onderwijs, vooral in het HBO, moet elke docent tenminste op masterniveau zijn opgeleid.

Maar of zulk centralisme van bovenaf nu wijsheid is? Anderen in de Kamer hadden hun bedenkingen en bij de stemming in de zaal vol studenten bleken de stemmen op dit punt ook te staken. Er werd benadrukt, dat zeker in het HBO de pakkende, inspirerende docenten vaak mensen zijn met veel actuele kennis en ervaring uit de professies. Of deze nu wel of niet een mastergraad daarbij hadden behaald, werd minder relevant geacht, juist vanwege het eerdere punt van de ruimte voor maatwerk in de opleidingen.

Leenstelsel verdeelt D66 en GroenLinks

Minister Bussemaker moet in 2014 nog maar afwachten of zij haar leenstelsel in enige vorm door het parlement zal krijgen. Dat liet het Haags HO-debat duidelijk merken. SP en CDA vonden elkaar in krachtige afwijzingen. De ‘constructieve oppositie’ van D66 en het minder afwijzende GroenLinks blijken elkaars opvattingen ook niet te delen. Zo zal het kabinet dus geen meerderheid gaan vinden.

Paul van Meenen ziet bijvoorbeeld geen “toegevoegde waarde” van een leenstelsel volgens de voorwaarden die GroenLinks stelt. “GroenLinks wil graag, net als D66, 2 miljard investeren in het onderwijs en beiden kiezen we voor een leenstelsel. Maar er is toch een erg groot verschil tussen onze voorstellen. Als het geld verdeeld wordt op de manier van GroenLinks houd je bijna niets meer over om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Dan wordt het rondpompen van geld. Daar voel ik dus niets voor.”

“Bij GroenLinks gaat een deel naar het doorvoeren van een lager collegegeld. Maar wij willen een leenstelsel alleen als het geld ook echt geïnvesteerd wordt in de kwaliteit van HBO en WO. Dan heeft het zin om dit te doen. Komen zulke investeringen er niet, dan hoef ik ook geen leenstelsel.”

Hieronder ziet u grafisch weergegeven hoe in het debat bij de HHS de verschillende partijen extra investeringen in HBO en WO à €600 mln zouden verdelen over de belangrijkste prioriteiten. U leest hier wat minister Bussemaker als haar keuzen voor toekomstige investeringen naar voren heeft gebracht.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK