Wel faciliteren, geen nieuwe regels

Nieuws | de redactie
9 januari 2014 | Minister Bussemaker ziet toekomst in MOOCs en andere vormen van online onderwijs, maar wil vooralsnog geen regelgeving gaan maken. Wel stelt zij jaarlijks €1 miljoen beschikbaar voor nieuwe initiatieven verbonden met “de grote maatschappelijke vraagstukken en reeds ingezet beleid.”

Op een speciaal daartoe opgezette werkbijeenkomst op de Haagse campus van de Universiteit Leiden presenteerden MOOC-docenten van het eerste uur hun ervaringen aan de minister. Zo sprak docent Edwin Bakker, die deze maand voor de tweede maal zijn cursus ‘Terrorism and Counterterrorism’ aanbiedt op Coursera, over de grote waarde die de MOOC ook voor hem als docent heeft.

“We hebben een zeer actief cursusforum waarop we een wereldwijd publiek kunnen bevragen over een gevoelig onderwerp. Dat levert ook voor ons als onderzoeker enorm veel data op. Zoveel zelfs, dat we nog steeds bezig zijn met het verwerken ervan.”

MOOCs als idealisme

Ook Anka Mulder, bestuurder bij de TU Delft, sprak over de mogelijkheden van online onderwijs voor onderzoek en impulsen voor het onderwijs zelf. “Het is ook een soort idealisme. Je wilt jouw onderwijs gewoon aan zoveel mogelijk mensen geven. Dat kan nu. De leeftijdsrange van deelnemers aan MOOCs is ook heel breed, het is echt emancipatie van onderwijs.”

Bussemaker zag dat ook, maar wil nadrukkelijk niet op de stoel van de onderwijsinstellingen gaan zitten. “Ik wil die ontwikkeling stimuleren en faciliteren. Ik ben niet voornemens nieuwe wet- en regelgeving te introduceren. Mijn beeld is dat de huidige wet- en regelgeving en de doorvertaling daarvan in het accreditatie- en inspectieproces de eerstkomende jaren volstaat.” Die benadering  toont sterke gelijkenis met hoe de regering-Obama zich onlangs uitsprak over MOOCs.  

Wel gaat Bussemaker jaarlijks €1 miljoen uittrekken om de ontwikkeling van online onderwijs en het onderzoek ernaar te stimuleren. Hoe dit geld zal worden toegekend, gaat Bussemaker samen met SURF nog nader uitwerken, maar het is volgens haar logisch dat daarbij verbindingen worden gelegd met reeds spelende thema’s op de agenda van OCW. “In het kader van profilering lijkt het mij logisch dat de thema’s waar instellingen echt heel goed in zijn, ook de thema’s zijn waar MOOCs worden ontwikkeld.”

Geen vervanging van regulier aanbod

Bussemaker geeft dan ook groen licht aan het gebruik van online onderwijs, maar ziet dit niet als vervanging van het reguliere aanbod. “Direct contact tussen docent en student en binding van student en docent met de onderwijsinstelling zal altijd noodzakelijk blijven. Dat was al zo in de tijd van Erasmus en is nu nog evenzeer van belang.”

OCW is dan ook van plan om vormen van open online onderwijs alleen als aanvulling op en binnen de kaders van het reguliere onderwijs toe te staan. Studiepunten worden dan ook enkel toegekend als het gebruik van online leermiddelen wordt ingebed in vakken die in de kaders van reeds door de NVAO geaccrediteerde studies passen. “De huidige wet- en regelgeving staat het gebruik van online colleges toe, als die zijn goedgekeurd door de examencommissie.”

De Kamerbrief van OCW leest u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK