Bussemaker staat achter Inholland

Nieuws | de redactie
13 februari 2014 | Minister Bussemaker weerspreekt de verbaasde reacties vanuit de Kamer over de heraccreditatie van twee Inholland-opleidingen. Deze lagen zwaar onder vuur, maar hadden zich adequaat hersteld. Hun lage rendement is juist signaal, dat de eisen nadrukkelijker en steviger zijn verankerd.

Dat een groep studenten door de strengere eisen nu moeite hebben om alsnog af te studeren, is volgens de minister spijtig, maar dat effect was geen onderdeel van de heraccreditatie. Bussemaker is daarom positief over het initiatief van de hogeschool om bestuurlijke afspraken te maken met de NVAO over de wijze van aanpak van dit resterende vraagstuk uit de eerdere crisis bij de MEM en CE opleidingen.

De Kamer had naar de minisater een reeks kritische kanttekeningen geplaatst bij de positieve accreditatie van opleidingen MEM en Commerciële  Economie.  De zorgelijke rendementen van beide opleidingen zijn volgens verschillende Kamer een gevolg van de tekortschietende studeerbaarheid en scriptiebegeleiding van beide opleidingen. Zo vroeg de PVV-fractie of uit de NVAO-constateringen over het lage slagingspercentage niet geconcludeerd moest worden, dat Inholland faalt in het begeleiden van studenten naar het beoogde eindniveau.

Verhoging van de norm

De minister laat nu in antwoord weten dat de opleidingen positief geaccrediteerd zijn omdat “volgens het advies van 19 november 2013 van de NVAO de opleidingen [voldoen] aan standaard 16 ‘ toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties’. Op basis van de panelrapporten wordt geconcludeerd dat de kwaliteit van de opleidingen aan de maat is.”

“Wel wijzen de panels op de overgangsproblemen die groepen ouderejaarsstudenten ondervinden die nog niet (voldoende) hebben kunnen profiteren van de verbeteringen in het curriculum. Deze problemen zijn het gevolg van de verhoging van de norm om een hbo-waardig diploma te kunnen behalen. Genoemde opleidingen zijn kwalitatief aan de maat en ze staan borg voor een eindniveau dat van een hbo-opleiding mag worden verwacht.”

Bussemaker legt tegenover de redenering vanuit de Kamer een andere analyse van de ontwikkeling bij de betrokken HBO-opleidingen.  “De lage slagingspercentages kunnen er juist een uitdrukking van zijn dat Inholland erin slaagt de kwaliteit van de opleidingen naar een hoger niveau te tillen en daarmee het beoogde eindniveau te garanderen. Uit het panelrapport en het advies van de NVAO blijkt dat Inholland geen concessies doet aan de kwaliteit en dat betekent dat een aantal studenten – in het bijzonder de studenten uit de cohorten vóór de transformatie van de opleidingen – een achterstand moet inhalen om aan de nieuwe verhoogde eisen te voldoen.”

Alles in het werk

“Op initiatief van Inholland is een bestuurlijke afspraak gemaakt met de NVAO om onder andere problemen waar de studenten tegenaan lopen op te lossen. Ook dat toont aan dat Inholland alles in het werk stelt om de problemen op te lossen. Inholland is nog steeds bezig het ingezette verbetertraject wat betreft de begeleiding van studenten te continueren en te optimaliseren.”

Doekle Terpstra had bij de finale besluitvorming hierover in zijn interview met ScienceGuide al aangegeven waar op dit punt de nadruk op gelegd zal worden. “Ten eerste willen we de kwaliteitsontwikkeling bij CE en MEM nadrukkelijk vasthouden. Daarom gaan we bij deze opleidingen over drie jaar een eigen midterm review uitvoeren met een panel van experts van buiten. We willen bijhouden hoe het verder gaat en hoe het lukt de gestelde normen ook daadwerkelijk te blijven realiseren. Dat is dus ruim voordat de nieuwe cyclus van accreditatie aan de orde zal zijn.”

De tweede bestuurlijke afspraak betreft “de zorgplicht voor de studenten die in het vorige curriculum zijn opgeleid en nu klem komen te zitten, met name in de eindfases van hun studie, omdat we de lat echt omhoog hebben gelegd. Aan de ene kant doen we geen concessies aan de kwaliteit waar we voor moeten staan. Niemand ‘heeft een recht op een diploma’. Aan de andere kant, er is vanuit die zorgplicht recht op een optimale begeleiding in het afstudeerproces. De nadruk ligt daar vooral bij de huidige vierde en vijfde jaars, die te laat hebben kunnen profiteren van de verbeteringen in het curriculum,” aldus de Inholland-voorzitter.

Eufemisme?

De SP vroeg zich in dit verband af of zulke bestuurlijke afspraken van een hogeschool in een dergelijk borgingstraject niet gezien zouden moeten worden als een eufemisme voor een extra zwaar hersteltraject. Bussemaker stelt met nadruk dat zulke afspraken zeker niet een vervanging kunnen zijn van reguliere herstelperiodes in accreditatietrajecten.

“Met de leden van de SP-fractie ben ik van oordeel dat de bestuurlijke afspraak van de NVAO en Inholland niet in de plaats mag komen van accreditatie of een hersteltraject en daarvan is dan ook geen sprake. Het is in dit geval een manier om de vinger aan de pols te houden bij een opleiding waarvan de kwaliteit aan de maat is, maar waarbij sprake is van een groep studenten die nog in de problemen zit. Bij het maken van bestuurlijke afspraken is terughoudendheid geboden. Wanneer dergelijke afspraken niettemin worden gemaakt, ga ik ervan uit dat daarvoor goede redenen zijn.”

Too big to fail?

De vraag vanuit de Kamer of de perikelen bij een grote instelling als Inholland niet laten zien, dat bij zo’n ‘systeemhogeschool’ de rol van de NVAO nader zou moeten worden bezien, dient de minister ook direct van repliek. Zo vroeg de SP hoe hoog zij het risico inschat, dat de NVAO niet durft over te gaan tot het intrekken van de accreditatie, omdat de consequenties daarvan niet te overzien zouden zijn.

Bussemaker wijst deze suggestie van de hand. “Ik heb geen signalen ontvangen die erop duiden, dat de NVAO mij niet durft te adviseren om tot intrekken van de accreditatie over te gaan omdat zij de consequenties voor de studenten te groot zou vinden (de bevoegdheid tot intrekking ligt bij mij, het advies dat daaraan ten grondslag ligt, komt van de NVAO). Ik heb dan ook geen aanleiding de rol van de NVAO nader te onderzoeken. De NVAO voert haar wettelijke taak naar behoren uit, wat ook blijkt uit genoemde evaluatie van het huidige accreditatiestelsel. Er is dus geen sprake van een systeemfout.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK