Of kwaliteit, of rendement

Nieuws | de redactie
26 februari 2014 | “Als ik vertel over het prestatiecontract schrikken ze zich in Vlaanderen echt het leplazarus.” Hanze-voorzitter Henk Pijlman sprak bij onze zuiderburen over het nieuwe accreditatiestelsel en de prestatieafspraken. “Ik heb het met verve verdedigd, maar die bureaucratie trof hen echt.”

Met de invoering van de instellingsaccreditatie is voor hogescholen en universiteiten de afgelopen jaren veel veranderd. Ook de Hanzehogeschool is die transitie door gegaan. Vorig jaar deelde collegevoorzitter Henk Pijlman al zijn ervaringen op ScienceGuide en in Vlaanderen trekt men na het bezoek van Pijlman aan de Vlaamse Hogescholenraad (VLOHRA) de lessen uit zijn ervaringen.

Schat aan informatie

Het valt hem op dat er iedere keer wordt voorgenomen de bureaucratie terug te dringen, maar dat er iedere keer weer weinig van terecht komt. “Ook deze minister heeft dat gezegd, maar ik zei toen al: ‘ik geloof er niets van’. Als ik nu weer naar ons jaarverslag kijk, dan valt me toch op wat een schat aan informatie we weer moesten aanleveren.”

“In de tien jaar die ik hier nu zit, is het nog geen één keer gebeurd dat OCW contact met ons opneemt over die informatie. Feitelijk heb ik dus geen idee wat er met die informatie gedaan wordt.” De recente prestatieafspraken dwingen instellingen er ook toe veel op papier vast te leggen. Volgens Pijlman is dat kwalijk.

“Het timmermansoog waar ik eerder van sprak, gaat ook over het kwaliteitsdenken van de professional in de organisatie. Het prestatiecontract neemt enerzijds die professionele ruimte af, omdat zij alles moeten verantwoorden. Aan de andere kant wordt er wel ingezet op een breed gedeelde kwaliteitscultuur. In de cao staat bijvoorbeeld dat er 6,5 miljoen moest worden ingezet voor professionalisering. Bij ons is er uiteindelijk 16 miljoen geïnvesteerd.”

Scepsis in Vlaanderen

Er is de afgelopen jaren dus wel degelijk een kwaliteitsslag gemaakt, maar toch begrijpt Pijlman de scepsis in Vlaanderen wel een beetje. “Zij hebben natuurlijk vooral gehoord over wat wij nu de Inholland-kwestie zijn gaan noemen en vragen zich daarom af: ‘wat was dan eigenlijk de kwaliteit van het HBO? Is dat bij ons ook aan de orde?’ Toch weet ik niet of je dat direct kunt vergelijken. Het HBO kent bij hen een heel andere plaatsbepaling, maar in Vlaanderen staat men nu vlak voor de invoering.”

Eén van die stappen die bij de positionering van het HO-bestel – en dus ook het HBO in ons land – is gezet is de sturing met behulp van prestatieafspraken. Hoewel Pijlman de focus die daarin op kwaliteitsverbetering wordt gelegd onderschrijft, ziet hij toch ook daar een kwetsbaar punt. “In het prestatiecontract worden ook rendementseisen vastgelegd. Wat mij stoort is dat in de private onderwijssector die rendementen heel slecht zijn, maar dat zij daar helemaal niet op worden afgerekend. Waar blijft dat rapport van de commissie-Rinnooy Kan over die sector en het deeltijd-HO trouwens?”

Je zult moeten kiezen

Volgens Pijlman zijn de harde rendementseisen waarmee hogescholen en universiteiten nu geconfronteerd worden strijdig met de kwaliteitsimpuls die het onderwijs tegelijkertijd moet krijgen.

“Ik denk dat je zult moeten kiezen.  Het is of de verhoging van kwaliteit of van rendementen. En als ik dan zou mogen kiezen, zou ik voor de kwaliteit gaan. Je ziet nu dat door de conjunctuur veel studenten er voor kiezen nog een extra minor te doen. Dat is natuurlijk heel slecht voor de rendementen, maar schaadt het de kwaliteit? Dat lijkt me wel een mooie discussie om de komende tijd te voeren.”

Dat de NVAO nu ook op hogescholen lijkt terug te keren naar clustergewijze beoordeling van opleiding ziet hij in dat licht als een welkome wijziging. “Daar ben ik heel erg voor. Ik denk dat als je tien opleidingen naast elkaar ziet, je veel betere feedback kan geven aan opleidingen. Nu ben je toch erg afhankelijk van de kwaliteit van die gehele commissie.”

Toch zijn er wel zaken in het accreditatiesysteem waar Pijlman wel degelijk ruimte ziet voor verbetering. “Ik vind dat er nu wel een erg sterke nadruk op de onderzoeksvragen in de scriptie ligt. Je moet oppassen dat je niet met te universitaire ogen naar het HBO gaat kijken. Bij fysiotherapie bijvoorbeeld lijkt het me vooral belangrijk dat een student goed patiënten kan behandelen. Bij een aantal opleidingen zou zo’n accent wel sterker moeten worden gelegd in de beoordelingen.”

Verdiend vertrouwen

Pijlman hoopt dat als alle instellingsaccreditaties zijn verleend er ruimte gaat komen om de discussie te verleggen. “Ik denk dat we er naar toe moeten dat de bureaucratische lastendruk weer wordt verminderd. Verdiend vertrouwen, dat is de kern. Deze zouden we moeten inboeken en vertalen in de voorwaarden  waar je daarna nog aan hebt te voldoen. Zo leg je de verantwoordelijkheid weer meer bij de professional.”

Voorwaarde daarvoor is wel dat die professional hoog geschoold is én weet wat er speelt bij andere hogescholen. “Op die manier voer je ‘Vreemde ogen dwingen’ ook echt uit. Ik denk ook dat je dat kan zien als het timmermansoog.”

Het is diezelfde professional die volgens Pijlman centraal staat waar het de maatschappelijke vorming, de Bildung van studenten in het HBO betreft. “Je leidt op voor de maatschappij, voor goed burgerschap. Eigenlijk is wat de Teldersstichting daar toen over schreef heel terecht. Volgens mij mag daar in het hele HBO wel eens een goede discussie over gevoerd worden.”

De kracht van de docent

Bildung is niet iets wat je zomaar als een of ander los vak kunt geven, denkt Pijlman. “Dat moet door het hele curriculum ingebouwd worden. Dat betekent ook dat je studenten stimuleert voor bestuurswerk of de medezeggenschap. Ze moeten kennis nemen van de wereld om hen heen.”

“Onlangs zijn de eerste master-certificaten uitgereikt op de Energy Academy, een initiatief van de RUG, Hanzehogeschool en bedrijven. Het viel me op dat zo veel van onze studenten daar afstudeerden.”

“Ik vroeg toen of dat toeval was. Wat bleek? Eén van onze docenten was echt bezig gegaan met techniek als maatschappelijk vraagstuk, als iets dat meer is dan alleen een serie technische vraagstukken. Hij verbond beide aan elkaar en nam de studenten daar echt in mee. Dat is dus de kracht van de docent waar ik het over heb.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK