Promotie en integriteit

Nieuws | de redactie
21 februari 2014 | “De Nederlandse promoties zijn van hoog niveau, ook in internationaal opzicht.” De onderwijsinspectie ziet wel verbeterpunten bij onder meer de “wetenschappelijke integriteit nabij promovendi,” want “intrekking van de doctorstitel niet wenselijk is bij later wangedrag na de promotie.”

Het gunstige oordeel over de kwaliteit blijkt volgens de inspecteurs uit deskresearch en gesprekken met stakeholders en deskundigen. Wel ziet de inspectie in haar nieuwe rapportage over het toezicht op het stelsel van promoties nog de volgende aandachtspunten.

Vroegtijdig bewustzijn integriteit

Allereerst is aandacht nodig voor de wetenschappelijke integriteit in relatie tot promotietrajecten en promoties. Die kan nog meer  worden bevorderd dan nu het geval is. Om promovendi hiervan vroeg bewust te maken en beter te equiperen, is versterking van de promotieopleidingen met statistiek, methodologie en ethische vorming wenselijk. Vooral buitenlandse promovendi weten vaak niet hoe zij – bijvoorbeeld – correct uit bronnen moeten citeren.

De vraag naar aanscherping van wet- en regelgeving acht de inspectie niet van wezenlijke betekenis. Zij concludeert dat intrekking van de doctorstitel niet wenselijk is bij later wangedrag, dus na de promotie. Consequenties van wangedrag voor de doctorstitel moeten enkel worden gebaseerd op de constatering van wangedrag in de fase van het promotieonderzoek en in het uiteindelijke proefschrift. In de wettelijke basis hiervoor voorziet de Algemene wet bestuursrecht al.

Kort promoveren bij medicijnen 

De kwaliteitsborging van promotietrajecten en promoties vindt bovendien plaats in een veelsoortig academisch bestel. Opvallend daarin zijn de grote verschillen tussen disciplines in duur van promotietrajecten, waarbij vooral de relatief korte trajecten in de medische wetenschappen vragen oproepen bij de inspectie.

Zij signaleert toenemende verschillen in de status van promovendi. Dat geldt bijvoorbeeld niet alleen voor werknemer-promovendi en buitenpromovendi, maar ook bij bursalen uit binnen- en buitenland. De inspectie hecht daarbij aan de borging van een gelijkwaardig eindniveau voor de doctorsgraad.

Tegen de perverse prikkels

Colleges van bestuur dienen eventuele perverse prikkels vanuit de zogenaamde ‘promotiepremie’ door bewuste interne allocatie te dempen, opdat niet geld de drijfveer zou gaan vormen in kwaliteitsbeoordelingen op ‘de werkvloer’. De inspectie beschouwt het ook als wenselijk, dat publieke rapporten van de onderzoeksvisitatiecommissies transparant worden over de kwaliteitsbeoordeling van promotieopleidingen en begeleiding.

Bij de vormgeving van de ‘joint doctorate’ loopt het WO in de praktijk tegen meer barrières op dan was voorzien. Dit komt vooral door de onvergelijkbaarheid van wettelijke kaders en promotieprocedures tussen Nederlandse en buitenlandse universiteiten. De inspectie raadt aan “met elkaar te kijken hoe de joint doctorates maximaal kunnen worden gefaciliteerd; het belang van de promovendi moet hierin centraal staan.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK