Experimentele fase voor deeltijdonderwijs

De commissie Rinnooy Kan bepleit in haar advies ‘Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen.’ een cultuurverandering in de maatschappij, in het beleid en bij de onderwijsinstellingen. Het hoger deeltijdonderwijs zit in een dramatische vrije val, terwijl het belang van Leven Lang Leren breed (onlangs nog door de WRR) wordt onderkend: in 2001 meldden zich nog 19.000 studenten aan, in 2011 waren het er iets meer dan 9.800. De daling is vooral te zien in het bekostigd deeltijdonderwijs. Hogescholen en universiteiten richten zich voornamelijk op voltijdopleidingen en jongeren.
Leven lang leren
In een eerste reactie benadrukt minister Bussemaker (OCW) de urgentie van het advies. “Om klaar te zijn voor de toekomst moeten we ons blijven ontwikkelen. We moeten Leven Lang Leren makkelijker maken, ook voor volwassenen met een baan. Overheid en onderwijsinstellingen moeten ervoor zorgen dat dat volwassenen werk, privéleven én hun studie beter kunnen combineren.’’
Bussemaker gaat met de aanbevelingen aan de slag. “Er moet meer worden gekeken naar wát mensen leren en niet waar, hoe, wanneer en in hoeveel tijd. Online onderwijs en leren op de werkplek kunnen hier een belangrijke rol in spelen.’’
Experimenteren
Minister Bussemaker staat positief tegenover het advies van de commissie om collegegeldkrediet voor deeltijdstudenten in te voeren. Zij zal de financiële haalbaarheid hiervan gaan onderzoeken. Ook staat ze open voor het advies van de commissie om experimenten met vraagfinanciering door middel van vouchers uit te gaan voeren. Ze gaat er vanuit dat instellingen nu de handschoen oppakken en werk gaan maken van de experimenten en pilots. Ze denkt daarbij in ieder geval aan maatregelen om de tweejarige hbo-opleidingen (Associate Degree) steviger op de kaart te zetten en aan flexibilisering van lerarenopleidingen.
De commissie wil de experimenten koppelen aan zogenoemde vraagfinanciering, een systeem van vouchers waarmee potentiële studenten deeltijdonderwijs kunnen ‘kopen’ bij hogescholen of private aanbieders. Over de vraagfinanciering is de commissie nog wel voorzichtig in haar rapport. “Er is in de beschikbare adviesrapporten en literatuur onvoldoende onderbouwing te vinden om een definitieve keuze te maken voor het doorvoeren van vraagfinanciering.”
Geen overtuigend bewijs
“Het belangrijkste punt voor de commissie is dat er geen overtuigend bewijs is dat de overgang naar vraagfinanciering tot substantiële toename van de deelname en diplomering van volwassenen in het hoger onderwijs zal leiden. Dit is de reden dat de commissie voorstelt de komende tijd te benutten voor het opbouwen van ‘evidence’ op basis waarvan toekomstige beslissingen onderbouwd genomen kunnen worden.”
Thom de Graaf voorzitter van de Vereniging Hogescholen laat in een reactie weten: “De commissie constateert zelf dat er geen onderzoeken zijn die aantonen dat hiermee het aantal studenten stijgt. Bovendien ontstaat het risico dat er slechts een beperkt aantal deeltijdopleidingen overeind blijft, namelijk alleen die opleidingen die commercieel aantrekkelijk zijn. Dat is een slechte zaak.”
Meest Gelezen
Internationale studenten Maastricht faliekant tegen verplichte cursus Nederlands
Alleen bèta’s tegen Erkennen en Waarderen
VVD en CDA willen weer terug naar prestatiebekostiging in het hoger onderwijs
Expliciete directe instructie is minder effectief dan het lijkt
Valoriseren door een snelweg te blokkeren
