Extra’s om EU-geld te lokken
Minister Bussemaker legt in een brief aan de Kamer uit op welke wijze zij hiervoor vanuit de extra’s in het overleg met D66, CU en SGP geld heeft kunnen reserveren. Dit zet zij onder meer in om het risico in te perken voor instellingen die er in slagen hoog te scoren met hun kennis in Europa.
“De partij die een dergelijke projectsubsidie ontvangt, krijgt echter nooit alle kosten vergoed. De bijdrage die een deelnemer daarmee zelf nog moet leveren wordt aangeduid met de term matching. Aangezien deze kosten vaak aanzienlijk zijn, betekent dit voor met name universiteiten, hogescholen en andere publieke kennisinstellingen een drempel om mee te dingen naar Europese onderzoeksmiddelen.”
De toelichting en de cijfers uit de brief van de minister vindt u hieronder.
€100 miljoen impuls
“Er wordt door de betrokken partijen maximaal ingezet op Nederlandse deelname aan Europese onderzoeksprogramma’s. Daarom wordt er in totaal € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor cofinanciering, matching en open competitie. Hierbij is het doel de Nederlandse kennisinstellingen (wat betreft cofinanciering en matching) en het Nederlandse bedrijfsleven (wat betreft cofinanciering) optimaal te positioneren en accommoderen in hun deelname aan Europese programma’s in het kader van Horizon 2020.
Onder cofinanciering wordt de bijdrage verstaan die door de nationale overheid (inclusief publieke onderzoekfinanciers) vooraf moet worden geleverd aan een Europees programma om het voor de deelnemers in dat land mogelijk te maken mee te doen aan het programma. Voor dit doel is een bedrag van € 50 miljoen beschikbaar. Dit wordt onder meer ingezet voor het Europese technologieprogramma ECSEL en de daarmee samenhangende Eureka-clusters evenals voor het MKB programma Eurostars.
€25 miljoen extra matching
Naast cofinanciering worden er vanuit Brussel in het kader van Horizon 2020 ook projecten met louter Europese subsidies gefinancierd waarbij de deelnemer als individuele onderzoeker of publieke kennisinstelling (waaronder universiteiten en hogescholen), al dan niet in een consortium, een voorstel kan indienen. De partij die een dergelijke projectsubsidie ontvangt, krijgt echter nooit alle kosten vergoed.
De bijdrage die een deelnemer daarmee zelf nog moet leveren wordt aangeduid met de term matching. Aangezien deze kosten vaak aanzienlijk zijn, betekent dit voor met name universiteiten, hogescholen en andere publieke kennisinstellingen een drempel om mee te dingen naar Europese onderzoeksmiddelen. Met de partijen is daarom afgesproken om vanuit de overheid € 25 miljoen matchingsmiddelen beschikbaar te stellen voor Nederlandse onderzoekers die een Europese projectsubsidie ontvangen in het kader van Horizon 2020.
Met deze middelen kunnen wij deze onderzoekers een opslag op de Europese projectsubsidie geven. Hierdoor wordt de eigen bijdrage van de deelnemer verlaagd. Er wordt momenteel nog onderzocht op welke wijze die opslag ten goede kan komen aan onderzoekers die succesvol een poging hebben ondernomen Europese subsidie te verwerven. Het gaat er om dit op een effectieve manier zonder toename van de lastendruk te doen, waarbij er echter wel degelijk een prikkel is voor deelname in Europa.”
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen