Onderwijs in disbalans

Nieuws | de redactie
26 maart 2014 | Met de focus op onderzoek van wereldniveau lijkt onderwijs in het WO de laatste jaren achter te blijven. “We moeten bereid zijn de eenzijdige focus op onderzoek en valorisatie te verlaten,” zegt VSNU-voorman Karl Dittrich. “De belangrijkste vorm van valorisatie is immers ons onderwijs.”

Op de conferentie onderwijscarrières van de VSNU in Rotterdam waren docenten en beleidsmakers afgekomen om de beste voorbeelden van onderwijsvernieuwing op universiteiten met elkaar te delen en te leren hoe ook onderwijsprestaties in den brede gewaardeerd kunnen worden. “Onderwijs is onze belangrijkste grondstof,” onderstreept Dittrich.

Innovatief onderwijs

Erasmus-rector Huib Pols die de conferentie opent, stelt dat “onderwijs en onderzoek de reputatie bepalen van een universiteit. Het verwerven van kennis en het overdragen daarvan behoren tot de gewenste maatschappelijke valorisatie.” Toch is, door een nadruk in financiering op onderzoek, wel een disbalans ontstaan, zo is de teneur op de conferentie. “Onderwijs lijkt nu wat ondergeschikt, dat moet in ieder geval nevengeschikt aan het onderzoek zijn.”

Dat vindt ook Dittrich. “Het is toch raar dat er in bijvoorbeeld het HBO hele onderwijstrajecten zijn en we vervolgens van onderzoekers in het WO simpelweg verwachten dat ze automatisch ook les kunnen geven?” Inmiddels is er de basiskwalificatie onderwijs (BKO) die iedereen die op de universiteit lesgeeft moet halen, maar dat gaat nog niet ver genoeg.

Veel universiteiten zetten daarom extra programma’s op om de docentkwaliteit verder te verhogen en onderwijsvernieuwing aan te moedigen in het WO. Zo is er de Seniorkwalificatie Onderwijs (SKO) waarin ook wordt vereist dat docenten een visie ontwikkelen op universitair onderwijs. Hier ligt ook nadrukkelijk de focus op innovatie op in het onderwijs.

Kapitaal opbouwen

“Het zijn de universitair docenten in deze programma’s die gelden als de dragers van onderwijsvernieuwing,” vertelt UU-hoogleraar Jan van Tartwijk. “Het gaat er om dat je als instelling kapitaal opbouwt op het gebied van lesgeven.”

Om ruimte te bieden voor de opbouw van dat kapitaal, zal ook een systeem moeten worden ingericht dat in het WO kansen biedt om de onderwijskwaliteit de ruimte te geven. Op de TU Delft en de Universiteit Twente proberen ze op HRM-niveau die ruimte te creëren. Op dit moment ligt de nadruk bij evaluaties op onderzoekprestaties, terwijl het evalueren van de docentprestaties geschied op basis van het oordeel van studenten.

Dat is niet terecht, merken docenten en beleidsmakers in Rotterdam op. “Als je een prijs uitschrijft voor de beste docent, of afgaat op evaluaties, bied je nu juist niet de ruimte voor docenten om hun onderwijs te vernieuwen.” Juist vernieuwing gaat met vallen en opstaan. “Die bereidheid om je te verdiepen in andere vormen van onderwijs zou veel meer kunnen worden ondersteund.”

Moet onderzoeker ook doceren?

Fundamenteel onder deze discussie blijkt te liggen in hoeverre onderwijs en onderzoek op de universiteit hand in hand moeten gaan. Moet je als goede onderwijzer ook echt actief blijven in het onderzoek, en moeten toponderzoekers verplicht worden tot het geven van onderwijs? Het is een vraag waarop bij de VSNU Conferentie geen duidelijk antwoord naar boven kwam.

Eén van de voorbeelden om goed onderwijs te stimuleren is de beloning van drie jaar excellent onderwijs met een extra investering in het onderzoeksbudget van de vakgroep waar de docent toe behoort. Op deze manier krijgen goede docenten ook de waardering bij hun meer op onderzoek gerichte collega’s.

Aan het slot van de conferentie gaat Karl Dittrich nog eenmaal in op de lessen uit de conferentie en stelt voor dat er een manifest komt, waarin de belangrijkste punten uit het congres worden gebundeld. “Een soort van Education in Transition, als het ware.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK