Minister wil terugtreden bij toezicht

Nieuws | de redactie
24 april 2014 | Minister Bussemaker wil macht afstaan. Niet zij, maar de instellingen als deel van de samenleving zouden zelf de Raden van Toezicht van de universiteiten moeten benoemen, zoals dit feitelijk in het HBO al usance is. Beroepspolitici zouden in zulke raden liever geen plaats moeten willen innemen.

In het debat met de Tweede Kamer over de governance in het onderwijs zette de minister heel wat punten op de i. Voorstellen van verschillende fracties die zij onvoldoende doordacht vond, kregen ondubbelzinnig nul op het rekest. “Ik ben het dus ook echt niet eens met de heer Van Dijk dat een moreel kompas een holle frase is. Als dat zo zou zijn, dan zeg ik dat zijn uitlatingen dat ook zijn, dat er geen Raad van Toezicht meer nodig is.”

Voorkom dubbele petten

De minister hecht niet erg aan haar benoemingsrecht bij de RvT’s van het WO. Juist nu zijn een krachtig middel als de aanwijzingsbevoegdheid krijgt, is het wellicht niet zo zuiver als zij zelf degenen is die de leden van de RvT’s benoemt. Met deze denklijn is Bussemaker naar de universiteiten gestapt. Zij stelde echter vast, dat men in het WO het blijkbaar nog steeds een goede zaak vindt, dat de minister benoemt.

Niettemin heeft zij haar denklijn nog niet losgelaten, gelet op de nieuwe situatie bij de HO-governance. In het HBO benoemt zij immers de RvT’s niet. In elk geval denkt Bussemaker er ernstig over na om een uitzondering te gaan maken voor volksvertegenwoordigers.

Om een structureel dubbele petten probleem daar te voorkomen wil de minister hen liefst niet meer moeten benoemen in raden van Toezicht. “Ik ga me beraden of we dit artikel niet uit de WHW moeten halen, dat leden van de Raad van Toezicht van een universiteit niet meer lid mogen zijn van de Eerste of Tweede Kamer.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK