Zelfplagiaat bestaat niet

Nieuws | de redactie
2 april 2014 | De KNAW heeft de commissie ‘Citeren’, onder leiding van prof. dr. Jozien Bensing, een briefadvies laten opstellen om meer duidelijkheid te verschaffen over correct hergebruik van gepubliceerde teksten. “Of er sprake is van discutabel gedrag kunnen alleen vakgenoten beoordelen.”

Aanleiding voor dit advies is de begripsverwarring die recent ontstond over het begrip ‘zelfplagiaat’ en de brede discussie die werd gevoerd over wat wel en niet toelaatbaar is bij hergebruik van eerder gepubliceerd materiaal.

De commissie heeft een analyse gemaakt van verschillende vormen van hergebruik met of zonder bronvermelding. Ook werd een toetsingskader ontwikkeld dat handvaten moet bieden bij de beoordeling van concrete gevallen en als hulpmiddel gebruikt kan worden voor  onderwijs aan jonge onderzoekers.

Onzuivere term

Plagiaat is het zich toe-eigenen van gepubliceerd materiaal van een ander, zonder voldoende recht te doen aan de oorspronkelijke auteur(s). ‘Zelfplagiaat’ is daarmee een onzuivere term: wetenschappers kunnen zich immers niet onrechtmatig eigen materiaal toe-eigenen. De term kan beter helemaal vermeden worden, omdat die ten onrechte de suggestie wekt dat er sprake is van een ernstige schending van de wetenschappelijke integriteit.

Of er sprake is van discutabel gedrag kunnen alleen vakgenoten beoordelen, met kennis van het betreffende wetenschapsgebied en de daar geldende publicatieconventies. Aldus de KNAW-commissie die het grijze gebied tussen plagiaat en correct hergebruik van teksten, ideeën en onderzoeksresultaten beter in kaart heeft gebracht.

Hergebruik van eigen teksten is in de wetenschap gebruikelijk, waarbij bronvermelding wenselijk, maar niet altijd noodzakelijk is. Beoordelen of in een specifiek geval van hergebruik sprake is van discutabel gedrag vraagt om een zorgvuldige interpretatie van de feiten.

De belangrijkste zijn: het doel dat de betreffende passage dient in de nieuwe publicatie en de schade die het hergebruik doet aan andere wetenschappers of aan de wetenschap. Om dat goed te kunnen beoordelen is inhoudelijke kennis van het betreffende vakgebied noodzakelijk, evenals kennis van de op dat specifieke terrein gangbare publicatietradities.

Terughoudendheid geboden

Omdat geen regels zijn vastgelegd over andere vormen van hergebruik dan plagiaat is terughoudendheid geboden bij het achteraf beoordelen van reeds verschenen publicaties. Zeker omdat uit de analyse van de KNAW-commissie blijkt dat zelfs ‘ongeschreven regels ‘ over hergebruik de nodige variaties laten zien.

De commissie stelt dat wetenschappers er recht op hebben dat hun werk binnen de geldende context wordt geïnterpreteerd en dat ze worden beoordeeld op basis van zorgvuldige afweging van de aard, redenen en effecten van hun handelswijze.

De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU behandelt nu uitsluitend het probleem van plagiaat. De KNAW beveelt aan om in een volgende versie van de gedragscode bredere richtlijnen op te nemen over correct hergebruik van eerder gepubliceerd materiaal.

Jozien Bensing liet bij Radio 1 weten dat dit briefadvies niets zegt over de affaire Nijkamp, omdat dit niet bij de taakopdracht zat. Toch wilde Benzing nog wel dit over zeggen: “Wat heel kenmerkend is voor Peter Nijkamp is dat voorwerk wordt gedaan voor een publicatie, die worden opgeschreven  en vrijelijk gedeeld met andere wetenschappers op symposia, congressen, maar ook op internet. Zodat iedereen daar kennis van kan nemen.”

“Wat interessant is, is dat Google en plagiaatscanners dat onderscheid niet maken tussen zo’n, voortrack, zo’n ‘kladje’ en de echte publicatie, maar economen zelf kunnen dat onderscheid wel maken. Economen kunnen zien wat er in die kladjes is overgenomen in de echte publicatie.”

Die plagiaatscanners zijn ook de reden dat Nijkamp zoveel publicaties kreeg toegeschreven volgens Benzing” “Volgens de NRC ging het om 127 publicaties van Nijkamp en als je kijkt naar de echte publicatielijst, wat zelf door de economen als publicatie geteld wordt, dan waren het er maar vijftien. Dat is wel een groot verschil.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK