Autistische studenten beter voorlichten

Nieuws | de redactie
1 mei 2014 | Jongeren met een autismespectrumstoornis die willen studeren in het MBO en HBO, maar niet worden toegelaten, moeten beter worden voorgelicht. Van niet toelating op grond van het hebben van een autismespectrumstoornis is geen sprake, concludeert de inspectie van het onderwijs.

De inspectie trekt deze conclusie na een inventarisatie bij vier onderwijsinstellingen. De inspectie keek zowel naar het toelatingsbeleid voor jongeren met een autismespectrumstoornis (ASS), als naar de uitvoering van dit beleid in de praktijk. De inventarisatie bestond onder andere uit het voeren van diverse gesprekken, bestuderen van literatuur en verrichten van dossieranalyses.

Communicatie moet beter

Aanleiding voor het onderzoek was het ‘Rapport Meldpunt AUTI-Weigerscholen’ van Start Foundation uit oktober 2013. De inventarisatie is uitgevoerd bij drie mbo-instellingen en één hbo-instelling die het vaakst werden genoemd in het rapport van Start Foundation. In dit rapport komen meldingen naar voren van 138 jongeren die niet waren toegelaten tot de opleiding van hun keuze. Zij gaven aan dat hun autismespectrumstoornis een belangrijke reden voor afwijzing was, maar dat dit door de instellingen niet expliciet werd aangegeven.

De inspectie vond bij de vier onderzochte instellingen geen aanwijzingen dat zij jongeren met een autismespectrumstoornis weigeren. De bezochte instellingen voeren een zorgvuldige aanmeldings-, intake- en plaatsingsprocedure.

De inspectie vindt wel dat de instellingen de communicatie over het niet toelaten van jongeren tot de door hen gewenste opleiding, nadrukkelijk moeten verbeteren. De afwijzing vindt doorgaans niet schriftelijk en gemotiveerd plaats. Hierdoor blijft er voor de jongeren (en hun ouders) onduidelijkheid bestaan over de afwijzingsgrond.

Meer kennis en expertise

De  inspectie signaleert dat instellingen binnen de opleidingen regelmatig gebrek hebben aan specifieke expertise op het gebied van ASS. De bezochte mbo-instellingen nemen de zorgplicht voor afgewezen kandidaten serieus. Ze zijn echter niet altijd in staat om een alternatief traject aan te bieden.

Grotere instellingen kunnen dit makkelijker doen dan kleinere (vak)instellingen. De inspectie vindt dat (decanen binnen) de vo-scholen naast kennis van de verschillende beroepsprofielen ook zicht moeten hebben op de reële mogelijkheden om een studie succesvol te kunnen afronden.

Door goede voorlichting en een zorgvuldige intake en begeleiding kan de aandacht zich volgens de inspectie richten op datgene waar het daadwerkelijk om draait: plaatsing van jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte binnen een opleiding waar de mogelijkheid tot een succesvolle afronding zo groot mogelijk is.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK