Een weloverwogen gok

Nieuws | de redactie
12 juni 2014 | De effecten van een leenstelsel heeft het CPB op basis van “een educated guess” uitgeplozen. Hoe groot de extra studieschuld, wordt is nog behoorlijk vaag en onzeker, zeker nu de actuele voorstellen fors anders zijn, dan wat eerder op tafel zou komen. Hoe kwamen Bussemaker en het CPB aan hun cijfers?

De minister werd door NRC next verrast met een nogal bitse recensie door de ‘factcheckers’ van haar felle blog over de “spookverhalen” en “klinkklare onzin” die critici van de nieuwe voorstellen naar voren brachten. De cijfers van Bussemaker zelf werden gewogen en te licht bevonden. “Aangezien het CPB zelf zegt dat het bedrag [van de extra studieschulden] een ‘aanname’ is en geen berekening, beoordelen we de uitspraak van Jet Bussemaker als ongefundeerd,” zeiden de cijferaars streng.

De minister had zich beroepen op het CPB, dat had gezegd, dat de gemiddelde studieschuld zo’n €6000 zou stijgen. Feitelijk zou het gemiddeld 50% meer zijn, namelijk €9000, maar men ging er vanuit, dat de student door meer te gaan werken en dergelijke dat bedrag flink omlaag zou weten te brengen. “In de praktijk zal de studieschuld minder hard stijgen omdat een deel van de lagere inkomsten wordt opgevangen door bijvoorbeeld een hogere ouderbijdrage, meer inkomsten uit bijbaantjes, of minder consumptieve uitgaven.”

Geen harde gegevens

Marcel Lever, de opsteller auteur van de CPB-analyse, gaf in de krant aan dat dit niet op harde gegevens berust. “Er ligt geen berekening aan die 3.000 euro ten grondslag. We hebben in dit geval een educated guess gedaan. We verwachten dat meer dan de helft van de misgelopen studiefinanciering geleend zal worden. Als dat hele bedrag gecompenseerd kon worden door meer werken of hogere ouderbijdrages, hadden mensen al wel eerder naar dit soort mogelijkheden gekeken.”

Dat gemiddelde van €6000 extra schuld blijkt bovendien een puur rekenkundig iets. ‘Echte’ studenten zien heel andere bedragen op zich afkomen, zo laat het CPB zien. De gemiddelde student bestaat in het SF-bestel immers niet. Uitwonenden ontvangen nu nog €279 basis per maand, in totaal zou hun schuld daardoor met €13.400 stijgen.

Bij thuiswonende studenten zou de schuld met €4800 omhoog gaan. Om tot een enkel bedrag te komen heeft het CPB een gemiddelde van die twee bedragen genomen en daar een derde als ‘educated guess’ van af getrokken. Zo komt men uit op die €6000 extra schuld per student. “We hebben overigens ook een berekening gemaakt waarbij wél het volledige bedrag wordt bijgeleend. Dan stijgt de schuld naar 24.000 euro,” zegt de CPB-onderzoeker.

Raden naar effecten

Op basis van deze besomming is de minister vervolgens gaan stellen, dat de stijging van de schuld per student tot zo’n €6000 beperkt zou blijven en andere getallen spookverhalen zijn. Met de nieuwe opzet van het studievoorschot en zijn verzachtingen bij onder meer de aanvullende beurs en de terugbetaling zullen die CPB-aannames dan ook niet meer kloppen. Dat maakt nogal wat uit voor bijvoorbeeld de thuiswonende student uit een laag inkomen gezin: iemand die veel in het HBO voorkomt. Die kon zijn schuld nu weleens minder sterk zien stijgen dan dat ‘gemiddelde’.

De uitwonende student uit hogere inkomens – die veel in het WO voorkomt – kon daarentegen weleens flink meer schuld gaan ervaren. Deze gegevens zijn nu echter niet serieus in te schatten, omdat het CPB en collega-instituten de nieuwe opzet nog helemaal niet hebben kunnen analyseren. De studenten, hun ouders en de beide Kamers aan het Binnenhof moeten voorlopig maar raden wat de effecten zouden kunnen zijn.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK