Elke docent taalbewust

Nieuws | de redactie
18 juni 2014 | "Taal heeft niet alleen aandacht nodig in het vak Nederlands of bij de vreemde talen, maar overal in het onderwijs," zegt Inholland lector Rick de Graaff. In zijn lectorale rede op 25 juni en het symposium daarover pleit hij voor het beter benutten van de taaldiversiteit in de school om het onderwijs te verrijken.

Taal is van enorm belang, maar de rol van taal wordt in het onderwijs eerder onderschat dan overschat. “Taal is overal, je hebt taal nodig om te leren. Er is geen denken zonder taal en ook geen taal zonder denken. Ook in het onderwijs is taal overal en daar zijn we ons steeds bewuster van,” zegt Rick de Graaff, lector Taaldidactiek en Onderwijs bij Inholland die op 25 juni zijn lectorale rede houdt en op dezelfde dag een symposium over vakoverstijgende taaldidactiek organiseert.

Talige intuïtie leren gebruiken

“Het symposium richt zich niet alleen op de talen die al in het onderwijs aanwezig zijn, maar net zo goed op de talen die leerlingen meenemen naar het onderwijs. Bijna elke school heeft leerlingen met een anderstalige achtergrond, maar in Nederland besteden we daar bijna geen aandacht aan. We beschouwen het vooral als een probleem, terwijl we het onderwijs juist kunnen verrijken als je gebruikt maakt van de talige intuïtie van die leerlingen,” aldus De Graaff.

“Als we het zo belangrijk vinden dat leerlingen verschillende talen op een hoog niveau beheersen voor een internationale toekomst, waarom bieden dan zo weinig scholen Arabisch of Turks aan als eindexamenvak, als zovelen dat van huis uit al spreken? Ook voor onze economische en maatschappelijke relaties met deze landen zou het goed zijn als we gebruik konden maken van de thuistalige achtergrond die leerlingen al hebben om het niveau van leerlingen in deze talen te verhogen.”

“Het is tegelijkertijd ook een uitdaging om die verschillende thuistalen te gebruiken in het onderwijs. Hoe maak je tijdens bijvoorbeeld Nederlands, Frans of Geschiedenis gebruik van het meertalige referentiekader van de leerlingen?”, daagt De Graaff docenten uit. Dit is een van de kernthema’s uit het Europese project Framework of Reference for Pluralistic Approaches to languages and cultures (FREAPA, zie  http://carap.ecml.at). Het symposium voorafgaand aan de lectorale rede verzorgt het lectoraat Taaldidactiek & Onderwijs van Inholland samen met dit project.

Verhoogd taalbewustzijn

“Taal heeft niet alleen aandacht nodig in het vak Nederlands en het vreemdetalenonderwijs, maar overal in het onderwijs, ook expliciet bij de lerarenopleidingen. Een goede focus op taal helpt docenten beter te worden in hun vak door bijvoorbeeld op een begrijpelijke manier vaktaal toegankelijk te maken voor leerlingen. Ook stimuleert goed taalgebruik het denken van studenten.”

“Dit betekent niet dat elke docent ook een talendocent moet zijn, maar wel dat iedere docent een taalbewuste docent moet zijn, die rekening houdt met het huidige en beoogde taalniveau van zijn leerlingen. Hierbij gaat het niet alleen om het taalgebruik door docenten maar ook over de materialen en opdrachten die ze gebruiken. Wij proberen deze kennis, die deels al impliciet aanwezig is, explicieter te maken voor aankomend docenten,” aldus De Graaff.

“Dit heeft vooral een verhoogd taalbewustzijn tot doel, dat docenten bij elke les nadenken over de talige moeilijkheden en uitdagingen, en hoe ze hun les daarvoor kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld bij geschiedenis moeten leerlingen veel abstracte begrippen leren, zoals ‘democratie’ , maar ook de manier waarop je logische verbanden tussen gebeurtenissen omschrijft. Je wilt dat ze niet alleen de betekenis hiervan kennen, maar ook dat ze de begrippen inzichtelijk kunnen gebruiken. Je kan leerlingen alleen deze losse woorden aanbieden, of ze in een functionele context laten toepassen,” zegt De Graaff.

 Aanbod en interactie

“Wij kijken binnen de lerarenopleiding van Inholland sterk naar de samenhang tussen vreemde talen en Nederlands, en vreemde talen onderling. We proberen ook de didactiek zo toe te passen dat studenten en leerlingen zich een taal goed eigen maken om er echt mee te communiceren. We weten dat daarvoor taalaanbod en interactie erg belangrijk zijn. Maar wat zie je in veel vreemdetalenlessen? Er is vrij weinig aanbod, veel docenten spreken veel Nederlands en er is weinig interactie. Veel taalonderwijs gaat nog steeds klassikaal.”

“Daarnaast zien we juist het succes van tweetalig onderwijs,” zegt De Graaff, die ook hoogleraar is in Utrecht op het gebied van tweetalig onderwijs. “Engels is daar niet alleen de voertaal tijdens de lessen Engels, maar ook in de helft van de overige vakken. Dan heb je een enorm taalaanbod en bijbehorende interactie om bijvoorbeeld wiskunde eigen te maken in een vreemde taal. Dan is er een noodzaak om de taal te snappen én te gebruiken.”

“Ook binnen de andere vreemdetalenlessen kunnen we veel meer inzetten op aanbod en interactie, maar helaas is de praktijk vaak anders. Binnen het taalonderwijs focussen we meer op de verschillen tussen talen dan op de overeenkomsten. Er zijn zoveel meer overeenkomsten tussen Duits en Nederlands dan verschillen, maar we besteden ontzettend veel tijd aan die naamvallen, want dat is nou net wat moeilijk is voor Nederlanders.”

Taalonderwijs omdraaien

“Voor het begrip van de taal heb je die naamvallen nauwelijks nodig, al kun je op een gegeven moment best aan een bepaalde mate van correctheid werken. Veel lesmethoden, en dus ook veel leraren, steken de eerste jaren in op veel woordjes leren en op grammatica, zodat leerlingen in ieder geval “de basis” hebben gehad. Wie stopt met Duits na de onderbouw heeft veel geleerd waar hij weinig mee kan en niets meer mee hoeft.”

“Als we het zouden omdraaien, eerst werken aan interactie, taalaanbod en begrip, dan heb je een prima basis om de taal te verder preciseren. Het is absoluut niet zo dat je later geen naamvallen meer kunt leren gebruiken als je dat in het begin niet hebt geleerd. Op deze manier heb  staan je leerlingen na de onderbouw niet meer met de mond vol rijtjes, en wie weet vertaalt zich dat in meer scholieren die het vak kiezen omdat ze merken dat het toch leuk en nuttig kan zijn. Dit gebeurt al wel, maar in beperkte mate.”

Samenhang tussen talen

De Graaff hoopt met het symposium dat voor zijn lectorale rede wordt gehouden, dat binnen de lerarenopleidingen mensen bewuster zoeken naar samenhang tussen talen in het onderwijs, zodat we leerlingen meer kunnen leren én het onderwijs leuker wordt.

“We willen we leerlingen bij voorbeeld bewust maken hoe woorden samenhangen in verschillende talen of de overeenkomsten van zinsvorming.  Er wordt vaak gezegd dat er bij Nederlands veel aandacht wordt besteed aan grammatica omdat leerlingen dat kunnen gebruiken bij andere talen, maar als je vraagt hoe, is er vaak weinig over nagedacht.”

De Graaff ziet voor zich hoe dit in de onderwijspraktijk gedaan zou kunnen worden. “Je zou dit kunnen doen door de inhouden van de verschillende talen thematisch op elkaar af te stemmen: het thema ‘school’ of ‘milieu’ in verschillende landen, en tegelijkertijd aandacht voor het taalgebruik daarbij. Ook zou je kunnen denken aan een overkoepelend programma waarin leerlingen inzicht krijgen in de samenhang tussen talen. Binnen de lerarenopleidingen van Inholland hebben we het taalonderwijs al zo ingericht.”

“In alle vier de onderwijsperiodes hebben we een vak waar de studenten van Nederlands, Frans, Duits en Engels bij elkaar zitten, zoals ‘interculturele communicatie’, ‘taalbeschouwing’ of ‘Europese film’. In het vak leren ze didactisch een hoop, maar komen ook voorbeelden uit alle vier de talen voorbij zodat ze tegelijk aan hun taalontwikkeling werken in andere talen. Veel studenten merken in het loop van het jaar dat dit niet ten koste gaat van ‘hun’ taal en dat ze taal vanuit een breder perspectief beschouwen. Maar op de meeste scholen wordt nog niet zo gewerkt.”

Na je diploma ben je niet klaar

Ondanks de ophef over het vermeende lage taalniveau van leraren en havisten, denkt De Graaff niet dat het niveau lager is dan dertig jaar geleden. “Wat natuurlijk niet betekent dat je uitgeleerd bent als je je havodiploma hebt gehaald. In het hoger onderwijs is het van belang dat studenten  complexe teksten begrijpen en kunnen samenvatten, en complexere schrijfvaardigheden leren. Binnen onze lerarenopleidingen bevorderen we dat in het project Tekstcompetentie, voor studenten van alle schoolvakken.”

“Studenten van de lerarenopleidingen moeten niet alleen hun eigen taalbewustzijn ontwikkelen, maar zich ook bewust worden van hun rol in de taalontwikkeling van hun leerlingen. Ze moeten in staat zijn om de talige uitdagingen van hun vak goed in te schatten maar ook in staat zijn om taalproblemen van leerlingen samen met andere docenten te verhelpen,” zegt De Graaff.

“Het zijn vooral scholen met veel taalzwakke leerlingen die een taalbeleid hebben uitgewerkt waarin wordt beschreven hoe daar in verschillende vakken aandacht aan wordt besteed. Maar het moet meer zijn dan achterstandenbeleid, iedereen maakt een taalontwikkeling door die we moeten stimuleren.”

Klik hier om u aan te melden voor het Symposium op 25 juni.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK