Geen ophokuren in HO

Nieuws | de redactie
24 juni 2014 | Instellingen mogen de geldigheid van de tentamens verkorten om hun rendementen te verhogen. Minister Bussemaker ontkent dat in het hoger onderwijs sprake zou zijn van ophokuren. Dit schrijft zij naar aanleiding van Kamervragen over de geldigheidsduur van tentamens.

Studenten van Hogeschool de Kempel en de Universiteit Leiden kwamen er onlangs achter dat zij niet meer konden afstuderen, omdat de geldigheidsduur van de tentamens was verstreken. Bussemaker had de Tweede Kamer beloofd te zullen nagaan in hoeverre er instellingen zijn die de geldigheidsduur van tentamens beperken en tegelijkertijd de studenten van wie de tentamens zijn vervallen niet de mogelijkheid bieden om deze vakken en tentamens nogmaals te doen.

In een Kamerbrief heeft zij daar verslag van gedaan en bepaald dat wat deze beide instellingen deden niet voldeed aan de wet. De Kamer was niet tevreden over de antwoorden en stelde vragen in een schriftelijk overleg. De minister heeft deze vragen inmiddels beantwoord.

Niet toegestaan

De minister laat in haar antwoorden weten dat de Universiteit Leiden de beperkte geldigheid van de tentamens mag gebruiken om de rendementen te verhogen. Maar wat niet mag, wat de Universiteit Leiden wel deed, was vervolgens studenten niet meer de mogelijkheid bieden om dit tentamen alsnog te maken als de geldigheidsduur is verlopen. “Volgens de WHW is het niet toegestaan de betreffende studenten, als zij zijn ingeschreven, geen herkansing te bieden voor tentamens waarvan de geldigheidstermijn is verstreken.”

Didactische toepassing

Bussemaker geeft aan dat het beperken van de geldigheid van een tentamen is bedoeld om studenten af te laten studeren met actuele kennis. Maar het desbetreffende wetsartikel kan ook gebruikt worden om studiebevordering vorm te geven. “Tegelijkertijd signaleer ik een ontwikkeling die erop wijst dat de mogelijkheid die dit artikel biedt, wordt gebruikt als maatregel om studiebevordering vorm te geven. De wetsbepaling biedt ruimte voor een dergelijke didactische toepassing.”

De Universiteit Leiden heeft aan de minister laten weten dat studiesucces indirect het achterliggende motief was. “Voor de Faculteit Rechtsgeleerdheid is de primaire wens het onderwijs(-proces) kwalitatief te verbeteren, onder meer door de studiebegeleiding te intensiveren en mede daardoor de studievoortgang te verbeteren.”

Daarmee is deze maatregel van de Universiteit Leiden een onderdeel van de prestatieafspraken, zo schrijft de minister aan de Kamer. “Als vervolg hierop is ook in de prestatieafspraak door de Universiteit Leiden ingezet op een breed pakket aan maatregelen waarmee wordt beoogd de kwaliteit van het onderwijs en het studiesucces te bevorderen en daarvan vormt het beperken van de geldigheidstermijn van tentamens een onderdeel.”

Geen ophokuren

In het zelfde schriftelijk overleg liet De CDA-fractie aan de minister weten dat zij steeds vaker signalen krijgt dat de prestatieafspraken ophokuren tot gevolg hebben.

De minister ontkent dat hier sprake van is. “Ik heb die signalen niet ontvangen. En als de signalen die de leden van de CDA-fractie hebben ontvangen juist zouden zijn, vind ik dat een ongewenste ontwikkeling. Ik zou het zeer betreuren als er een relatie aannemelijk kan worden gemaakt tussen de in de prestatieafspraken afgesproken contacturennorm en de introductie van ‘ophokuren’.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK