Kerntaak kennisinstituten in geding

Nieuws | de redactie
16 juni 2014 | Publieke kennisinstellingen als het KNMI, RIKILT, NFI en het NVI moeten zich weer meer op hun kerntaken gaan richten, stelt het Rathenau Instituut in een nieuw rapport. “We constateren dat de instellingen kwetsbaar zijn geworden voor beschuldigingen van oneerlijke concurrentie.”

In het rapport ‘Verstand op veilig’ analyseert het Rathenau de taakopvatting van de kennisinstellingen en ziet dat de laatste jaren een verschuiving heeft plaatsgevonden. “Zo zijn ze op grotere afstand van hun kerndepartement komen te staan en gedragen ze zich steeds meer als ondernemer in plaats van als publieke partij.”

Relatie verzakelijkt

In het voorwoord van het rapport stelt Rathenau-directeur Jan Staman dat de instellingen die gemoeid zijn met de publieke veiligheid zich weer meer op die taak zullen moeten richten. “Daarvoor is ook nodig dat we weten wat onze dagelijkse veiligheid eigenlijk kost – zodat de vraag wat we er, bij wijze van verzekeringspremie, voor zouden willen betalen, helder op de politieke agenda kan staan.”

In het rapport worden het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, Nederlands Forensisch Instituut, Nederlands Vaccin Instituut en het Nederlands Instituut voor Voedselveiligheid (RIKILT) tegen het licht gehouden. Daaruit blijkt dat de instellingen de laatste jaren steeds onafhankelijker van hun kerndepartement zijn komen te staan. “Die relatie is verzakelijkt.”

Focus op de markt

Die nieuwe relatie stamt uit de eind jaren negentig toen de instellingen agentschappen werden, ziet het Rathenau. “Eén van de gevolgen van deze nieuwe organisatievormen is dat de kennisinstellingen zich, in navolging van de Commissie Wijffels, zijn gaan gedragen als onderneming – of worden geacht dit te doen. Vraaggestuurd werken dient als instrument hiervoor.”

Vanuit die nieuwe structuur zijn de instellingen zich meer en meer als aanbieder van specifieke kennis gaan opwerpen. “Daarmee begeven ze zich in een nieuw domein, dat van de markt. De rolverdeling is simpel: de klant (het kerndepartement incluis) is de opdrachtgever – de kennisinstelling opdrachtnemer.”

Deze focus op de markt zorgt voor verschillende problemen, stelt het Rathenau. Zo zijn veel onderzoeksvragen van opdrachtgevers moeilijk in wetenschappelijke vragen te vangen, dreigen kleine specialismes meer en meer te verdwijnen en worden kennisinstellingen gevoeliger voor beschuldigingen van oneerlijke concurrentie.

Veiligheidstaak weer centraal

Het Rathenau Instituut pleit er daarom voor de onafhankelijkheid van de kennisinstellingen maximaal te waarborgen. “Bij het verwerven van kennis die inzetbaar moet zijn bij calamiteiten is het van belang bij voorbaat elke schijn van belangenverstrengeling tegen te voorkomen. Uitbesteden van dit soort onderzoek aan private partijen is dan ook niet verstandig.”

Zet de veiligheidstaak van de kennisinstellingen weer centraal, beveelt het Rathenau Instituut ten slotte aan. “De rol van de kennisinstelling in de calamiteiteninfrastructuur moet helder zijn en blijven: zowel in financieel als in institutioneel opzicht. De financiële verantwoording moet duidelijk maken wat veiligheidsonderzoek inhoudt en wat de kosten daarvan zijn.”

Het volledige rapport leest u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK