Leraar als leider

Nieuws | de redactie
10 juni 2014 | Lector van het Jaar 2013 Marco Snoek (HvA) promoveert op de ontwikkeling van leiderschap onder docenten en hun impact op de school. “Basiselementen van leiderschap kunnen al in de curricula voor de initiële lerarenopleidingen een plek krijgen.”

Snoek speelde met zijn Pabo-studenten een wezenlijke rol bij het succes van en de lessen uit de ‘Obama Summit’ in 2013 in Amsterdam over het leraarsvak. Later dat jaar werd hij door het ISO en ScienceGuide bekroond als de ‘Lector van het Jaar’.

Zijn proefschrift bevat behartigenswaardige conclusies voor beleidsmakers op alle niveaus en voor docenten en docententeams, zowel binnen PO en VO als binnen de lerarenopleidingen. De implicaties voor hun werk leest u hieronder.

Heldere positie en mandaat

‘Scholen kunnen hun innovatiecapaciteit vergroten door de cruciale rol van leraren bij innovatieprocessen te erkennen en door de ontwikkeling van leiderschap en innovatiecapaciteit van leraren binnen scholen te stimuleren en te ondersteunen. Door personeelsbeleid expliciet te verbinden aan de strategische agenda van de school, worden schoolontwikkeling en professionele ontwikkeling van individuen sterker gekoppeld. Daarbij moet rekening gehouden worden met interne grenzen tussen organisatieniveaus en beleidsafdelingen.

Het introduceren van leiderschap van leraren in scholen die daar weinig ervaring mee hebben, vraagt om heldere posities en een duidelijk mandaat voor ‘teacher leaders’. Daarbij zullen zowel schoolleiders als ‘teacher leaders’ zich bewust moeten zijn van en aandacht moeten besteden aan de spanning tussen strategisch gespreid leiderschap en cultureel ingebed leiderschap. Dit kan helpen om een balans te vinden tussen structuur en controle aan de ene kant en vertrouwen en zelfsturing aan de andere kant.

Basiselementen van leiderschap kunnen al in de curricula voor de initiële lerarenopleidingen een plek krijgen. Bovendien kunnen lerarenopleiders ook op het terrein van leiderschap rolmodel zijn voor hun studenten. Partnerschappen tussen scholen en lerarenopleidingen kunnen meer vorm krijgen aan de hand van de metafoor van ‘boundary crossing’ in plaats van de metafoor van ‘transfer’.

Daarbij is behoefte aan boundary objecten die gelijkwaardige samenwerking stimuleren over institutionele grenzen heen. Deze partnerschappen bieden mogelijkheden voor collectieve post-initiële leerarrangementen waarbij de focus ligt op gezamenlijke agenda’s die zich niet beperken tot schoolontwikkeling, maar ook de ontwikkeling van de opleiding meenemen.

Nieuwe flexibiliteit

Dit vereist een nieuwe flexibiliteit van lerarenopleidingen om meer open curricula te ontwikkelen en om leidinggevenden en managers binnen scholen te betrekken bij het ontwerpen van maatwerkprogramma’s. Daarvoor is een verandering in mentale modellen van opleiders nodig, uitgaande van flexibiliteit en ondernemerschap.

In interne leerarrangementen zoals academische opleidingsscholen zouden leeropbrengsten van leraren meer expliciet gemaakt kunnen worden op zo’n wijze dat ze beoordeeld kunnen worden en kunnen leiden tot formele kwalificaties. Leraren kunnen de professionele ruimte nemen om niet alleen invloed uit te oefenen op hun eigen handelen met hun leerlingen, maar ook op het onderwijs en leren in de school en op het beroep als geheel. Die leiderschapsrol kan ondersteund worden door de ontwikkeling van leiderschapskwaliteiten.

In de bekwaamheidseisen voor leraren zou daarom meer expliciete aandacht moeten komen voor leiderschapscompetenties van leraren. Initiatieven vanuit de beroepsgroep van leraren, de Onderwijscoöperatie, moeten individuele professionele ontwikkeling (bijvoorbeeld in relatie tot het Lerarenregister) meer expliciet verbinden met schoolontwikkeling. Dit kan de impact van individuele professionaliseringstrajecten op schoolontwikkeling versterken.

Sleutelrol versterken in beleid

Nationaal beleid rond onderwijs kan bijdragen aan het versterken van de sleutelrol van leraren in het sturen en ontwikkelen van onderwijs en leren, door leraren expliciet te betrekken in het proces van beleidsontwikkeling. Beleid ten aanzien van de kwaliteit en ontwikkeling van leraren zal niet alleen aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van leiderschapscapaciteiten van leraren (bijvoorbeeld door het stimuleren van masteropleidingen voor leraren), maar ook expliciet rekening moeten houden met het feit dat deze capaciteiten alleen tot hun recht kunnen komen in scholen die open staan voor nieuwe vormen van gedeeld leiderschap.

De overheid kan het partnerschap tussen lerarenopleidingen en scholen gericht op ontwikkeling van leraren én schoolontwikkeling verder stimuleren. Dat kan door het lerarenbeleid niet te baseren op mentale modellen die gebaseerd zijn op ‘transfer’ en die leiden tot gescheiden rollen en verantwoordelijkheden voor lerarenopleidingen en scholen. In plaats daarvan zouden sturingsmechanismen de partnerschappen tussen opleiding en school als vertrekpunt moeten nemen, de onderlinge verbondenheid van leerarrangementen en schoolcontext moeten erkennen, en het strategisch alignment van opleidingsdoelen en innovatieagenda’s van scholen sterker moeten stimuleren.’ 

De promotie vindt plaats in de Aula van de Universiteit van Amsterdam (Oude Lutherse kerk), Singel 411 op 25 jujni a.s. om 13:00 uur. Aansluitend (vanaf 14:00 uur) is er een receptie en gelegenheid de promovendus te feliciteren.

De korte samenvatting in het Engels van het volledige proefschrift leest u hier:

Leadership of teachers is considered as one of the key factors for innovation and quality improvement in schools. However, as leadership qualities are not a standard element in initial teacher education programs, arrangements for professional development of teachers in schools needs to address the development of teacher leadership qualities.

This book focuses on two questions: what learning arrangements are effective in supporting teachers in developing their leadership qualities? And to what extent and under what conditions can development of these leadership qualities impact practices in school?

Based on an analysis of trends and developments in post-initial teacher education, three possible learning arrangements for developing teacher leadership are identified, a school-centered arrangement (in an academic development school), an institutional-centered arrangement (through a formal university-driven Master’s program), and a partnership arrangement (through a partnership-driven Master’s program).

These three arrangement are the context for three empirical case studies which show the impact of the learning arrangements on leadership qualities of teachers and the impact on working practices and leadership practices in schools. In the analysis of the case studies, theories on transfer and boundary crossing are used. The case studies show that introducing and strengthening teacher leadership in schools requires learning arrangements that combine a focus on individual professional development and on school development. Learning arrangements like a Master’s program can be considered as boundary zones, linking the school context and university context. In such a boundary zone, contexts are created in which Master’s students, their head teachers from the school and teachers from the university are engaged in a meaningful dialogue on providing the best possible learning context for pupils.

Het proefschrift van Marco Snoek is hier digitaal beschikbaar


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK