Nederlandse kennis als hoogvlakte

Nieuws | de redactie
24 juni 2014 | “Wij benadrukken dat het huidige investeringsniveau met betrekking tot onderzoek en innovatie te laag is” Dat is de gezamenlijke boodschap van het Nederlandse bedrijfsleven samen met de kennissector in aanloop van het Kamerdebat over het WRR-rapport. ‘De lerende economie’.

“Een goed functionerend onderzoek- en innovatiebestel is cruciaal voor de Nederlandse kenniseconomie. Recente rapporten zoals het IBO Wetenschappelijk onderzoek en de OECD  Country Review voor Nederland laten zien dat wij – tegen betrekkelijk bescheiden  investeringen – uitstekende prestaties leveren. Dat betekent niet dat wij op onze lauweren  kunnen rusten. De WRR en AWT schetsen in recente adviezen  een haarscherp beeld van de grote dynamiek die zich wereldwijd voordoet.

De internationale concurrentie is enorm en het is niet vanzelfsprekend dat Nederland zijn uitstekende positie zal kunnen behouden.  Temeer daar we weten dat onze huidige prestaties gebaseerd zijn op investeringen uit het  verleden en dat deze investeringen op dit moment tekortschieten. Deze tekortschietende  investeringen vormen een groot risico, want juist in onderzoek en innovatie ligt – zo  constateert de WRR terecht – het toekomstige verdienvermogen van ons land.

De aangekondigde wetenschapsvisie van het kabinet is een goede aanleiding om opnieuw de aandacht te vestigen op het belang van de ontwikkeling van onze kenniseconomie en – samenleving. Daarbij benadrukken wij als kenniscoalitie het belang van de totale kennisketen: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, praktijkgericht onderzoek, R&D en innovatie en een goede interactie tussen die verschillende vormen van onderzoek.

Wij doen graag de volgende drie aanbevelingen:  

1. Ontwikkel een brede nationale wetenschapsagenda

2. Bouw voort op de brede hoogvlakte die het Nederlandse onderzoeksysteem kenmerkt

3. Investeer

1. Ontwikkel een brede nationale wetenschapsagenda  

Verschillende partijen hebben inmiddels gepleit voor de ontwikkeling van een nationale wetenschapsagenda. Als kenniscoalitie steunen we die oproep. Ons staat daarbij een brede  en verbindende agenda voor ogen. Een agenda die onderzoekers en onderzoeksinstellingen  uitdaagt en inspireert en tegelijk gelegenheid geeft om onderzoek en innovatie verder te  verbinden met maatschappelijke en economische uitdagingen. De agenda moet zich richten  op wetenschappelijke sterktes, naast maatschappelijke en economische uitdagingen.

Aansluiting bij de indeling van Horizon 2020 ligt voor de hand: ‘science for science’, ‘science  for industry’ en ‘science for society’. De ontwikkeling van deze brede, integrale onderzoeks-  en innovatieagenda moet een samenwerking zijn tussen kennisinstellingen, overheid en  bedrijfsleven. Startpunt kunnen de bestaande agenda’s zijn: de Europese agenda van  Horizon2020, profileringsplannen van universiteiten, hogescholen en researchorganisaties,  de topsectoragenda, de sectorplannen, de strategische plannen van de KNAW, NWO en van  de TO2-instellingen. Maar ook bijvoorbeeld de kennisagenda’s van de verschillende  departementen.

2. Bouw voort op de brede hoogvlakte die het Nederlandse onderzoeksysteem kenmerkt

Kenmerkend voor het Nederlandse onderzoeksysteem is de kwaliteit over de volle breedte:  Nederland als hoogvlakte. Er is bijna geen gebied waarin Nederlandse onderzoekers zich  niet met de wereldtop kunnen meten. Als kenniscoalitie vinden wij dat Nederland de ambitie  moet hebben om die brede hoogvlakte in stand te houden en deze gericht te versterken.  Inzet op verdere zwaartepuntvorming en profilering is daarbij van belang. Het gaat om het  realiseren van pieken op de hoogvlakte zonder de onderwijsfunctie van universiteiten en  hogescholen en de absorptiecapaciteit van ons land te verzwakken.  

3. Investeer

Wij benadrukken dat het huidige investeringsniveau met betrekking tot onderzoek en  innovatie te laag is. In vergelijking met landen in de top waartoe wij (willen blijven)  behoren, investeert Nederland te weinig in onderzoek en innovatie. Dit moet beter.  Vanzelfsprekend hebben wij begrip voor de financiële situatie van de rijksoverheid, en waarderen we het dat onderzoek en innovatie relatief gespaard zijn gebleven voor  bezuinigingen. Tegelijkertijd is duidelijk dat Nederland inteert op zijn toekomst.  Bezuinigingen op het FES, op innovatieprogramma’s, op instrumenten voor het MKB en op  het toegepaste onderzoek hebben gaten geslagen over de volle breedte van het bestel. Het

IBO Wetenschappelijk onderzoek bevestigt deze krapte voor de wetenschap. De wetenschapsvisie en nationale wetenschapsagenda moeten uitnodigen tot extra  investeringen in onderzoek en innovatie. Als dit al niet tijdens deze regeerakkoordperiode  kan, dan toch daarna, zodra het economisch herstel die ruimte biedt. Willen we als Nederland vasthouden aan de ambitie om tot de top vijf meest competitieve  kenniseconomieën te behoren dan zijn op termijn extra investeringen noodzakelijk.

Dit wachten op financiële ruimte betekent niet dat we niet al op korte termijn aan de slag  kunnen en moeten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vormgeving van de nationale  wetenschapsagenda. Als kenniscoalitie zijn we uiteraard graag bereid als partner op te  treden in het proces om tot die agenda te komen. Bovenstaande drie punten zijn naar onze mening cruciaal om de komende wetenschapsvisie  ook écht een betekenisvolle stap te laten zijn in de ontwikkeling van onze kenniseconomie  en -samenleving.

Wij lichten onze brief graag verder toe in een nader overleg.

Hoogachtend,

Bernard Wientjes, VNO-NCW Jos Engelen, NWO Hans Clevers, KNAW Thom de Graaf, Vereniging Hogescholen Michaël van Straalen, MKB-Nederland Karl Dittrich, VSNU Jan Willem Kelder, TNO, mede namens TO2”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK