Prestatiebeloning op komst

Nieuws | de redactie
15 juli 2014 | Het studievoorschot levert “een bedrag oplopend tot maximaal €1 miljard voor investeringen in het hoger onderwijs,“ meldt het kabinet. De besteding zou gaan naar onder meer prestatiebeloning voor “goede colleges”.

‘Maximaal €1 miljard’ betekent dat de investeringen geen miljard zullen bedragen, maar hoogstens in een ver meerjarenperspectief bij die som zullen raken. Aangezien het kabinet nog een gat van €200 mln. moet zien te dichten in de OV-kaart, is het prudent te rekenen met een investering tussen €600 en €800 mln. in een overzienbaar tijdsperspectief.

De hogescholen kunnen dan rekenen op €450-500 mln en de universiteiten op €200-250 mln, als het kabinet de middelen verdeelt naar rato van het studentenaantal . Het zou dus gaan om zo’n €1000 per student. Eigenlijk is dit een indirecte, inkomensafhankelijke collegegeldverhoging met 50% voor elke student, ongeacht of deze veel of weinig presteert.

Reisrecht

De bewindslieden hebben bij de indiening van het Studievoorschot-wetsvoorstel een opmerkelijk document gepubliceerd: een infographic die het nieuwe leenstelsel inzichtelijk moet maken. Voor de fijnproevers en de liefhebbers van close reading van Haags ambtelijk proza is dat een kleinood.

OCWstudievoorschot

Op deze infographic staan enkele verfijningen die opvallen mogen. Zo wordt niet meer gesproken van de overwinning die GroenLInks voor zich claimde, de OV-kaart voor alle studenten, inclusief de MBO’ers onder de 18. Er blijft nu iets anders “behouden.” De kaart wordt ingeruild voor een “studentenreisproduct.” Daarmee wordt “het reisrecht” overeind gehouden.

Een ‘product’ voor het realiseren van een ‘reisrecht. Dat doet denken aan de semantiek waarmee de basisbeurs verdampt in een ‘voorschot’ voor alle nieuwe studenten per 1-9-2015. Als de NS aan OCW een soort kortingskaart voor buiten de spits gaat verkopen – zodat het met 10% verhoogde spitstarief kan vervallen? – kan de gedoogcoalitie stellen dat zij een studentenreisproduct heeft weten te behouden. GroenLinks in de Senaat kan dan geen kant meer op, hopen VVD en PvdA blijkbaar.

5 goede doelen

Nog interessanter is de formulering waarmee de “maximaal 1 miljard” opbrengst wordt toebedeeld. Vijf prioritaire goede doelen worden nu al nadrukkelijk genoemd:

  • Innovatie in online onderwijs
  • Meer contacturen
  • Excellentie trajecten
  • Internationale studiekansen
  • Belonen wetenschappers voor goede colleges

Deze zijn wijselijk niet limitatief bedoeld, maar geven onmiskenbaar richting aan de investeringen.  Daarin zijn vijf richtingen te onderkennen.

1] De promotors van en voortrekkers met OER, Open Course Ware, MOOC’s ‘blended’ onderwijs en dergelijke kunnen de vlag uithangen . Hun innovatiestrategie wordt duidelijk beloond.

2] De doelstelling ‘meer contacturen’ is op het eerste gezicht in tegenstelling tot deze nadruk op online onderwijs. OCW zal gedacht hebben dat deze generieke, ongekwalificeerde eis van vele jaren door ISO en LSVb – en belanghebbenden als de vakbonden en BON – in dit lijstje niet kon ontbreken nu. De studentenbonden krijgen zo immers hun wensen vervuld en wel door middel van beleid dat zij niettemin verwerpen. Precies zoals dit destijds door Lubbers-I en II gebeurde.

3] De prioriteit ‘excellentietrajecten’ bewijst een consistente beleidsvisie van Bussemaker. Nu de FES-middelen voor het Siriusprogramma aflopen en het succes daarvan onomstreden is, zou de opbrengst van het leenstelsel zeer wel ingezet kunnen worden om te verhinderen dat de winst van Sirius vervolgens afgebroken wordt. Tevens kan OCW er zo voor zorgen, dat de excellentietrajecten in het MBO succesvol worden door ze nauw te verbinden met effectieve, verwante trajecten in het HBO en de bedrijven die daar al krachtig in participeren.

4] Extra geld voor ‘internationale studiekansen’ kan meerdere dingen betekenen, Allereerst meer ruimte voor wereldwijd talent in de instellingen, bijvoorbeeld door een ruimhartigere participatie in projecten zoals Science without Borders van Brazilië. Nederland profiteert nog duidelijk te weinig van de instroom van internationale studenten en juist de inzet en reputatie winst van online education kan daar impulsen aan geven.

De studiekansen voor Nederlandse studenten over  de grens extra geld geven kan ook zinvol zijn. Maar dan moet wel nuchter vastgesteld worden, dat de Nederlandse studenten van al beschikbare investeringen relatief weinig gebruik maken. Hotel Mama en de Nederlandse zelfgenoegzaamheid over de eigen voortreffelijkheid, ruimdenkendheid en wereldwijde blik belemmeren een echte pioniersmentaliteit. De fors grotere studieschulden dankzij het studievoorschot zullen de  ‘VOC-mentaliteit’ bovendien waarschijnlijk niet helpen aanwakkeren.

5] De verassing is de vijfde prioriteit van OCW: ‘belonen wetenschappers voor goede colleges’. Deze zal in het HBO niet zonder irritatie genoteerd worden. Beloning voor uitnemende input van docenten en experts uit de beroepspraktijk – uit het bedrijfsleven, zorg en de kunsten in het bijzonder – is blijkbaar niet zo wezenlijk voor de twee derde van de HO-deelnemers die studeren aan de hogescholen.

Daar komt nog bij dat het  kabinet met het HBO in een langdurige, complexe worsteling verkeert op dit punt. De door Rutte-II gewenste flexibilisering van de arbeidsmarkt – en de onder meer in het Techniekpact zwaar benadrukte input uit en interactie met praktijkmensen binnen curricula en onderwijsuitvoering – worden door het kabinet tegelijkertijd ernstig bedreigd. Zulke mensen als zzp’ers in dienst te nemen voor specifieke taken binnen curricula bezien ambtelijke diensten met grote argwaan. De arbeidsmarkt aan de top van de kenniseconomie blijft ‘Den Haag’ vreemd en wordt al gauw als frauduleus verdacht gemaakt.

Pogingen om hier een flexibele en eigentijdse opzet te regelen, stuiten op onbegrip en de neiging bij Haagse organisaties tot de inrichting van zeer complexe, alle opties dicht regelende controlesystemen te bedenken. Voor sterk met de praktijk in maatwerk verweven opleidingen als die in de kunsten, techniek,  hospitality en de veiligheid dreigt hiermee een kaalslag bij de verbindingen met en inbreng van juist de topmensen uit hun afnemende veld en professies, doordat hun aanstelling onmogelijk of problematisch wordt gemaakt.

Plasterk-norm?

Het ‘belonen voor goede colleges’ valt ook op, omdat het kabinet bij het regeerakkoord VVD-PvdA juist op dit punt contrair moest gaan. Het was immers Rutte-I dat ten principale had besloten tot de introductie van prestatiebeloning in het onderwijs. Bij de vorming van Rutte-II werd de eis van de PvdA en onderwijsbonden gehonoreerd, dat dit plan zou worden ingeslikt.

Enigerlei vorm van prestatiebeloning zal dan ook een principiële strijd ontlokken. Niet alleen wat betreft de betekenis van het regeerakkoord VVD-PvdA overigens. De instellingen zullen bovendien wijzen een nog ander lastig punt met principiële aspecten. Minister Plasterk zet een  verdere aanscherping door van de Balkenende-norm. Zeer goede hoogleraren en wetenschappers met grote gaven als docent – zoals Ronald Plasterk zeker een was – zouden met allerlei extra’s vanuit de afschaffing van de basisbeurs die nieuwe norm weleens kunnen gaan overschrijden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK