Refo’s vangen bot bij rechter

Nieuws | de redactie
12 augustus 2014 | OCW hoeft geen rekening te houden met de denominatie bij de toewijzing van opleidingen tot godsdienstleraar. Tot die conclusie komt de rechter naar aanleiding van een rechtszaak die ‘de Driestar’ had aangespannen om een eigen opleiding daartoe bekostigd te krijgen.

De reformatorische  hogeschool uit Gouda heeft in 2012 te kennen gegeven, dat zij een reeds  bestaande, niet bekostigde opleiding leraar godsdienst wilde overnemen. Het betrof een opleiding op reformatorische grondslag die sinds 2004 door Driestar samen met de Stichting Cursus Godsdienstonderwijs Gereformeerde Gemeenten (CGO) wordt aangeboden. De hogeschool verzorgt daarbij het didactische deel en de CGO het vakinhoudelijke. Driestar stelt dus dat met deze aanvraag er geen nieuwe opleiding wordt toegevoegd.

Bezwaar van concurrentie

De ‘HBO concurrent’, de Christelijke Hogeschool Ede, had aanvankelijk bezwaar gemaakt tegen het starten van een dergelijke opleiding. Maar na overleg kwamen ze gezamenlijk tot de conclusie dat ze beide een onderscheidend marktaandeel hebben en duidelijk verschillen in hun benadering.

De commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) adviseert OCW of er vanuit arbeidsmarktperspectief, maatschappelijke en inhoudelijke behoefte is aan opleidingen en ook zij keek daarom naar de aanvraag. Zij kwam tot de conclusie dat hier geen doelmatig HO-aanbod meer zou zijn, want het bestaande opleidingsaanbod is voldoende om in de landelijke behoefte aan leraren te voorzien. De instroom van de andere bekostigde hogescholen is bovendien relatief laag onderstreepte de CDHO in dat verband.

Daarom werd OCW geadviseerd om deze aanvraag dan ook negatief te beoordelen. Dit advies is door OCW overgenomen. De Driestar was vervolgens van mening dat dit besluit onvoldoende is gemotiveerd en in strijd met de vereiste zorgvuldigheid tot stand is gekomen.

Geen doorslaggevend argument

De Driestar beschuldigt OCW ervan dat ze niet ingestemd hebben met de bekostiging, omdat de CHE aanvankelijk bezwaar maakte tegen het bekostigen van de Driestar-opleiding. Volgens de rechter faalt dat betoog van de Driestar echter, omdat CHE de eerdere bezwaren heeft ingetrokken. Ook vindt de Driestar dat er ten onrechte van is uitgegaan dat CHE dezelfde doelgroep bedient, gezien hun verschillende identiteiten. Het CHDO had namelijk in zijn advies meegenomen dat de opleiding van de CHE het meest vergelijkbaar was met die van de Driestar. 

De rechter vindt dat het feit dat beide hogescholen verschillende groepen bedienen een niet doorslaggevend argument, omdat dit denominatieve aspect geen onderscheidend criterium is bij de beoordeling of sprake is van vergelijkbare opleidingen. OCW heeft volgens de rechter zich daarbij terecht op het standpunt gesteld dat het niet de taak van de minister is een opleiding leraar Godsdienst, die specifiek aan een bepaalde levensbeschouwing is gelieerd, in stand te houden.

Volgens de rechter heeft “OCW zich bovendien in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat van een bekostigde opleiding Godsdienst gevergd mag worden dat deze een brede arbeidsmarktoriëntatie heeft, zodat de afgestudeerde leraren kunnen worden afgenomen door alle scholen in het voortgezet onderwijs, ook scholen met een andere levensbeschouwelijke grondslag.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK