Veerman voorbij

Nieuws | de redactie
4 september 2014 | Profilering en differentiatie, ‘Naar een lerende economie’ en ‘science for education’. Wat kwam er allemaal voorbij tijdens de openingen van het academisch jaar? Hier onder meer hartenkreten van Henk Pijlman, Karl Dittrich, Kees Boele en Hans de Boer. En natuurlijk Jet de Ranitz.

In de kern kwamen de toespraken neer op een herijking van en reflectie op de vraag ‘hebben we Veerman nu werkelijk uitgevoerd?’ Gaat het met de verscheidenheid en profilering de goede kant op en welke nieuwe vragen stellen zich nu aan HBO en WO?

Focus in veel betogen: WRR-rapport

Leendert Klaassen van Stenden ging in op de internationale component, daarbij verwijzend naar het recente WRR-rapport ‘Naar een lerende economie’. Juist het delen en verspreiden van bestaande kennis, zoals Peter van Lieshout toen aanmoedigde, is  “vanaf de stichting van de eerste hoger onderwijsinstellingen in de Middeleeuwen- Bologna, Coimbra – hun kerncompetentie geworden. We zien onszelf als een internationale en kosmopolitische organisatie, die kennis, onderwijs en onderzoek betekenis geeft in de lokale en regionale samenleving.” 

In die rol is ook de fusie met NHL in Leeuwarden een logische stap, kondigde Klaassen nogmaals aan. Peter van Lieshout was namelijk één van de leden van de externe klankbordgroep die de mogelijkheden tot samenwerking hebben helpen onderzoeken. “in de uitvoering van deze doelstellingen richten we ons op een aansluiting bij de toekomstige student, want juist op dergelijke punten zijn studenten onze maatstaf voor handelen. 

In het Noorden sprak ook Henk Pijlman hierover. “In feite bepleit de WRR een rol voor hogescholen waar wij als Hanzehogeschool al eerder voor kozen en die we de komende jaren verder uit zullen diepen. Wij lopen daarbij in Nederland ook voorop. Voor ons horen onderwijs en onderzoek bij elkaar. Juist in hogescholen kun je dat niet scheiden. Hoe kun je de professional van de toekomst opleiden wanneer die niet praktische onderzoeksresultaten weet te verbinden met zijn werk en zelf onderzoek kan entameren om de kwaliteit van het werk te verbeteren?”

Profilering en verscheidenheid

“Geen enkele van de prestatieafspraken heeft echt met onderwijzen te maken.” Die knuppel in het HAN-hoenderhok gooide voorzitter Kees Boele. Tegenover deze kritische lijn zette Boele een eigen toekomstperspectief voor het hoger onderwijs en het HBO in het bijzonder. Meest opmerkelijke daarin was zijn toekomstbeeld van rond 2020-2030 waarin hij een landschap voorziet “met 15 hoger onderwijs consortia, die het karakter hebben van Centres of Expertise.”

De meest hoenderhok-knuppelende rede kwam in Friesland van de Commissaris des Konings in Drenthe. Dat Nederland er niet in slaagt die regionale grenzen te overschrijden ziet voormalig HO-expert in de Tweede Kamer Jacques Tichelaar ook in hoger onderwijs. Hij sprak zelfs van ‘volledige versnippering’. “Blijven hogescholen praten over samenwerking en fusies op een postzegel? Het is allemaal voor de bühne. Hanzehogeschool, NHL, Van Hall Larenstein en Stenden; vier hogescholen en een universiteit in Noord-Nederland! Kortom, gebrabbel op de vierkante centimeter.”

En dat terwijl voor jongeren afstand al lang geen factor meer is, benadrukte Tichelaar. “Steeds meer studenten uit de regio slaan de scholen in eigen omgeving al gelijk over. Ze kiezen voor een opleiding in de Randstad. Of in het buitenland. Dat vinden ze heel normaal.” Tichelaar was gekomen om grenzen te slechten en het bleef niet bij geografische grenzen.

Slecht kersen eten

De werkgevers deden ook een duit in het post-Veerman-zakje. Hans de Boer maakte zich zorgen over de toekomsrbestendigheid van het WO. Hun verdienmodel loopt ten einde.Dat vraagt een omslag in het “business model”. Op dit moment draait dit vooral op studentenaantallen. Door de enorme toename in het aantal studenten in het WO en de redelijk stabiele overheidsbijdrage waar de Universiteit op draait (ongeveer 6000 euro per student) was dat tot op heden niet slecht kersen eten.”

“Maar dit ‘verdienmodel’ lijkt niet toekomstbestendig. Los van de vraag of de overheid de toestroom zal blijven financieren, dreigt onder druk van de kwantiteit een kwaliteitsprobleem te groeien. En de focus op toestroom stond los van de opleidingsrichting. Met als gevolg veel toestroom in alfa en gamma richtingen en een toenemend tekort aan de bèta kant. Dat werkt ook door de onderzoeksfunctie van de universiteit. Universiteiten en haar studenten gaan dus de andere kant op dan het bedrijfsleven. Bemoedigend is wel dat de instroom in de beta-techniek de laatste jaren toeneemt.”

“Een nieuw businessmodel met meer focus op kwaliteit moet wel mogelijk worden gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld door universiteiten meer selectiemogelijkheden te bieden. Maar ook een numerus fixus voor bepaalde opleidingen is niet helemaal uit te sluiten. Ook met collegegelddifferentiatie zou meer mogelijk moeten zijn om de waarde van de opleiding uit te drukken.”

De onvervulde belofte na Veerman

Hanze-chef Pijlman keek begerig en jaloers naar de buren, even verderop ten oosten. Bij Mutti, dus. “Als wij ons vergelijken met de buren 40 kilometer verderop – Duitsland – dan is het te weinig wat Nederland investeert in de kenniseconomie om de doelen van het WRR rapport binnen bereik te brengen. Duitsland immers investeert in kennis, onderwijs en R&D tezamen 10 % van het BBP (Bron: WRR, p. 297). In Nederland is dat nu 7,2 %. De Duitse regering kondigde deze maand een structurele verhoging van het hogeronderwijsbudget aan van 6 miljard. Daarnaast worden de beurzen fors verhoogd en krijgen studenten specifieke toeslagen.”

“De minister zou zich kunnen laten inspireren door ontwikkelingen in Ierland en Zweden. Zij zijn ons voorgegaan in investeringen in het HBO en in het specialiseren van de instellingen. In Ierland leidde dit tot forse matchingssubsidies voor toegepast onderzoek. Het maakt Ierland erg succesvol als het om aansluiting op de Horizon 2020-agenda gaat.”

“Wij zouden daar het nieuw in te stellen aardgasfonds voor kunnen gebruiken! Gronings aardgasgeld voor innovatie die banen oplevert. In Zweden en Ierland – en andere landen volgen binnenkort – leidden de specialisaties van hogescholen ook tot het promotierecht in de gespecialiseerde gebieden. Ook dat perspectief dient er te zijn. Kwaliteit moet daarbij de doorslag geven en niet de geschiedenis en de positionering van een instelling binnen het binaire stelsel.”

De grote thema’s na Veerman?

VSNU-voorzitter Karl Dittrich keek al verder vooruit. “Wat worden de grote thema’s voor het universitair onderzoek, vanuit verschillende perspectieven, namelijk van het fundamentele onderzoek, “science for science”, vanuit innovatie, “science for competition” en vanuit de maatschappelijke uitdagingen, “science for society”?

Wat mij betreft mag er nog een vierde perspectief aan toegevoegd worden, namelijk “science for education”, vanwege de innige verbinding tussen onderzoek en onderwijs. Dat alles mag en moet bovendien bekeken worden vanuit regionaal, nationaal en internationaal perspectief. Ik hoop dat onderzoekers deze uitdaging willen aannemen en zich actief met het opstellen van deze agenda willen gaan bemoeien!”

De klapper in Delft

Het grootste nieuws kwam uiteindelijk echter uit Delft. Daar maakte Doekle Terpstra bekend dat AHK-voorzitter Jet de Ranitz zijn opvolger wordt bij Inholland.

“De beste die we in Nederland voor deze plek konden krijgen,” benadrukte Terpstra over zijn opvolger die tevens benadrukte dat hij intern altijd had gezegd dat “het een vrouw moet zijn” die hem zou opvolgen. “Vrouwen brengen andere kwaliteiten binnen” en daar was de tijd bij Inholland rijp voor.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK