HO moet onder wijzen

Nieuws | de redactie
30 oktober 2014 | De doorstroom MBO-HBO moet niet alleen maar als “een probleem” worden gepresenteerd. Wel moeten succesvoorbeelden in de regio’s nadrukkelijk zichtbaar worden, zoals bij Centers of Expertise en Centra voor Innovatief Vakmanschap. De HO-tour bij de HAN zette dit op de agenda.

Collegevoorzitter Kees Boele (HAN) zette het vraagstuk van de soms moeilijke overgangen tussen de verschillende onderwijsegmenten nadrukkelijk in een veel breder kader. Hij onderstreepte dat het hoger onderwijs evenals het MBO zowel over het beroep als over het onderwijs als zodanig moet nadenken en discussiëren. In het hoger onderwijs moet de student immers “onder wijzen verkeren”.

U leest het betoog van Kees Boele hieronder.

“Zeer geachte minister, beste aanwezigen,

We praten in het onderwijs veel over effectiviteit van leerprocessen, leerprestaties (evidence based natuurlijk), prestatie-indicatoren (zoals overhead, contacttijd), de student centraal, levenslang leren, enzovoorts. Maar waartoe dienen die processen eigenlijk? Waarom geven we onderwijs? Over die doelen praten we helaas niet zoveel. We ver-leren als we niet uitkijken wat onderwijs eigenlijk is, aldus een aardige woordspeling van professor Gert Biesta.

Onderwijzen, het woord zegt het al, heeft een richting, een perspectief, een doel. Wat zijn die doelen? Biesta onderscheidt er drie: kwalificatie (je moet iets kennen en kunnen), socialisatie (je moet je leren voegen in allerlei sociale verbanden), persoonsvorming (je moet juist onafhankelijk van die verbanden kunnen denken en doen).

Ik moest dit eerst even kwijt alvorens iets te kunnen zeggen over de thematiek van vandaag. Want als we naar de arbeidsmarkt kijken, dan is en blijkt de kwalificatiefunctie uiteraard belangrijk, want de eisen worden hoger en je moet meer steeds meer. Het is inderdaad waar wat in de OCW-notitie voor vandaag staat over de arbeidsmarkt: de beroepspraktijk verandert snel.

Kijk naar de jeugdzorg of de techniek. We weten niet of bepaalde beroepen over tien jaar nog bestaan. Daarom zijn ‘21st century skills’ belangrijk. Ik denk trouwens dat het HBO op deze doelstelling de afgelopen drie jaar een forse kwaliteitsslag heeft gemaakt, zoals blijkt uit NSE- en accreditatiescores, maar ook uit betere contacten met het werkveld en de lectoraten. Hiermee zijn de bachelor-programma’s versterkt en is de doorstroom naar de arbeidsmarkt verbeterd.

Maar het tweede en vooral dat derde doel, persoonsvorming, gaan veel belangrijker worden. Om staande te blijven in de moderne maatschappij en sterk veranderende arbeidsmarkt, zonder baanzekerheid, heb je juist ‘four centuries before Christ skills’ hard nodig, zodat je bijvoorbeeld die participatiemaatschappij als ‘professional’ mee vorm kunt geven, omdat je zelf gevormd bent. Dat zijn de skills die sinds de Academie van Plato eeuwen lang het onderwijs hebben gedomineerd: persoonsvorming, onafhankelijk nadenken, creatief nadenken, moraal enzovoorts.

Daarom zei Caspar Barlaeus bij de opening van het Atheneum Illustre, de voorloper van de UvA, in 1632, dat zijn studenten ‘mercator sapiens’, wíjs koopman, moesten worden. Anders kun je zomaar door geldzucht bevangen worden en stort je de wereld in een financiële crisis. Dan ben je misschien financieel zeer gekwalificeerd, maar vooral met je eigen club gesocialiseerd en … persoonlijk misvormd.

Onderwijs is meer dan opleiden of kwalificeren. Daarom is ‘Naar een lerende economie’ toch eigenlijk een wat magere kreet. Een economie kan helemaal niet leren. Mensen leren. De hele maatschappij moet leren. En economische relevantie is niet het een en al.

Die vormingsfunctie, in combinatie met de kwalificatie en socialisatie, is nu precies de unieke betekenis het publieke Hoger Onderwijs. Als onderwijs alléén maar opleiden en ondernemen is, dan kun je je de moeite misschien zelfs maar beter besparen. Vele succesvolle, rijke ondernemers hebben nauwelijks opleiding. Een groot ondernemer zei: ‘waar mijn ideeën vandaan komen, da’ w’ik nie’. Studeren kost namelijk tijd, dus geld. Hooguit doe je dat in snelle moduletjes, met vouchers, direct relevant voor de arbeidsmarkt.

De classicus Piet Gerbrandy zei: iedere sukkel kan in 20 minuten leren hoe internet werkt, maar het kost 20 jaar om te kunnen beoordelen of dat wat op je scherm verschijn zinvol is. Een echte school is geen bedrijf, maar een institutie, die mensen vormt. Het woord ‘school’ gaat daarom terug op het Griekse skhol?, dat oorspronkelijk ‘vrije tijd’ betekent of ‘vrijplaats’, ook vrij van de markt. Laten we dit publieke hoger onderwijs koesteren.

Daarom denk ik dat goed, uitdagend onderwijs van de toekomst een nieuwe mixtuur zal moeten krijgen. Studenten vergaren enerzijds de benodigde informatie en kennis zelfstandig, vooral via digitale kanalen, met mooie inspirerende colleges daarbij, misschien wel driedimensionaal, in hoogwaardige en uitstekend gefaciliteerde ruimtes. Misschien gaat het hele onderscheid tussen voltijd, deeltijd en duaal wel verdwijnen. Ze kwalificeren zichzélf. Maar ze vórmen zichzelf niet. Je wórdt gevormd.

Daarom zal er naast dit individuele element een intensievere sociale component in ons onderwijs zijn, die studenten wijzer maakt, hetgeen plaatsvindt in professionele leergemeenschappen. Daarom zullen deskundige, gezagvolle, wijze docenten, echte onder-wijzers dus, in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Je bent in het publieke onderwijs immers onder wijzen. Een goede docent heeft autoriteit. Dat komt van ‘augere’, helpen groeien. “De leraar moet namelijk niet dalen, maar den leerling moet klimmen”, schreef Bordewijk. Steeds weer hoor ik van studenten hoe ontzettend belangrijk die docenten zijn.

Ik zou graag zien dat we in het licht van deze publieke onderwijsdoelen spreken over doorstroom en arbeidsmarkt. Er is behoefte aan transdisciplinair, door grote vraagstukken gedreven onderwijs en onderzoek, samen met bedrijven en instellingen. Aan stimuli voor werkgevers om hun medewerkers een bekostigd AD-, deeltijd- of bekostigd professional master-diploma te laten behalen.

Aan een solide eerste geldstroom met het oog op onze publieke taak, waarin we die drie doelen kunnen realiseren. Aan een stapel- en schakelbaar stelsel met initiële- post-initiële en masteropleidingen, met variabele studieduur en studieroutes. Aan wellicht een extra bekostigd brugjaar naar het HO voor al die jongeren die zware ‘kies-pijn’ hebben en die nu uitvallen. Aan lessen ook buiten de daluren van NS. 

Ten slotte: er is behoefte aan prestatieafspraken, zo u die wilt continueren, die echt op het niveau van resultaten en onderwijs- en onderzoeksdóelen zitten, niet de middelen (zoals het percentage overhead en het aantal contacturen). En maak ze, evenals onze instellingsplannen dat zouden moeten zijn, tripartite, dat wil zeggen laten we een afspraak maken met de handtekening eronder van onze studenten en werkgevers, zodat we vooral aan hén wat beloven.

Dat zou pas professioneel zijn. Het woord ‘professie’ komt immers van het Latijnse ‘professio’, een openlijke verklaring, een klooster- of ordegelofte. Mooi toch, voor een universiteit of hogeschool, staande in het publieke domein?”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK