Wereld kijkt mee bij MOOCs

Nieuws | de redactie
4 november 2014 | “De hele wereld kan meekijken en oordelen over het onderwijs dat in de MOOC wordt gegeven.” Bussemaker wil het HO opporren, maar haar departement voelt zich geremd in het krachtig uitzetten van de lijnen daarin, ondanks stevige steun vanuit de VVD op dit punt.

Onlangs bleek dat stimuleringsgeld voor de ontwikkeling van MOOCs op de plank was blijven liggen bij OCW. Het enthousiasme voor MOOCs van Bussemaker bracht haar ambtenaren nog weinig in actie. Dit beeld komt ook naar voren in de antwoorden op Kamervragen van het VVD-Kamerlid Duisenberg over hoe MOOCs ingezet kunnen worden bij ‘soepele’ overgangen in het onderwijs. Daarin wordt duidelijk dat OCW de verantwoordelijkheid met betrekking tot MOOCs toch vooral bij de instellingen zelf wil leggen en zelf weinig initiatief wil vertonen.

Call pas in november

‘Gaat u actie ondernemen ten aanzien van het advies van de Onderwijsraad om te onderzoeken of MOOCs gebruikt kunnen worden teneinde deficiënties zoals wiskunde weg te werken?’ De minister beantwoordt deze vraag zo: “Instellingen kunnen open en online onderwijs, waaronder MOOCs, inzetten voor hun internationale reputatie, om Leven Lang Leren een impuls te geven of voor het wegwerken van deficiënties. Het is aan de instellingen om te ontdekken en te bepalen hoe ze dit passend bij hun profiel willen inzetten.”

Deze ontwikkeling wordt vanuit het ministerie van OCW gestimuleerd door jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar te stellen, meldt Bussemaker. Zij deed dit al bij de opening van het academisch jaar in 2013. “Hiermee kunnen instellingen subsidie ontvangen voor projecten met open en online onderwijs. Dat kan ook gericht zijn op het wegwerken van deficiënties. De call voor deze projecten wordt halverwege november 2014 gepubliceerd.” Die call is dus meer dan een jaar vertraagd, de facto.

De resultaten van de projecten komen beschikbaar voor alle universiteiten en hogescholen, benadrukt de minister. Daarbovenop meldt zij dat “flankerend onderzoek zal worden uitgevoerd naar de projecten.” Dat ene miljoen is dan wel snel op, vermoedelijk.

Bijspijkeren met een MOOC

De minister nuanceert in haar antwoorden het beeld, dat de TU Delft begint met het wegwerken van deficiënties door middel van MOOCs. Deze cursus zou aankomende studenten primair moeten enthousiasmeren voor wiskunde “De TU Delft heeft recent de inschrijving voor de MOOC ‘pre-university calculus’ op het platform EdX geopend. Deze MOOC gaat in de zomer 2015 van start en is gericht op middelbare (VWO) scholieren. Het primaire doel van dit programma is niet zozeer het wegwerken van deficiënties bij toekomstige studenten, maar deelnemers enthousiasmeren voor het vak wiskunde door het op een andere manier te belichten en hun kennis op te frissen.”

“Overigens is het grootste deel van de (tot dusver) 1500 inschrijvingen internationaal. Initiatieven van andere instellingen met het inzetten van MOOCs voor het wegwerken van deficiënties zijn ons niet bekend.”

De grootste regeringspartij wil ook weten of OCW actie onderneemt ten aanzien van het advies van de Onderwijsraad om onderzoek te doen naar MOOCs voor schakel- en bijspijkerprogramma’s. ‘Vindt u dat hogescholen en universiteiten hier gezamenlijk moeten optrekken?’, vraagt Duisenberg. De minister acht dit een verantwoordelijkheid is van de instellingen zelf. “MOOCs kunnen voor verschillende doeleinden worden ingezet. De instellingen bepalen hoe zij dit willen toepassen, wij stimuleren ze via de subsidies voor projecten, het beschikbaar stellen van de resultaten aan andere instellingen en het flankerend onderzoek.”

Het flankerend onderzoek zal zich richten op het effect van de toepassing van open en online onderwijs in de projecten die de instellingen uitvoeren. Men kijkt bijvoorbeeld welke vorm van open en online onderwijs ze ontwikkelen en voor welk doeleinden dit gebeurt. De toepassing van MOOCs voor doorlopende schakelprogramma’s wordt als een van de kansrijke mogelijkheden gezien. In dat geval kunnen de resultaten worden meegenomen in het flankerend onderzoek. 

Heel de wereld kijkt mee

Duisenberg wilde van de minister tevens weten hoe de kwaliteitsborging rondom MOOCs wordt geïmplementeerd en op welke wijze opleidingscommissies, examencommissies en de NVAO hierbij betrokken wordt. De discussie hierover is internationaal en Europees al intensief, omdat dit de kern van de mogelijkheden en beperkingen van zulk nieuw aanbod raakt. Het eerste Europese symposium werd een jaar geleden door de NVAO georganiseerd. De uitkomsten daarvan zijn dan ook nog zeer actueel en relevant.

Bussemaker onderstreept in haar antwoord nu dat “de kwaliteitsborging rondom MOOCs plaats vindt op dezelfde manier als bij het volgen van een vak bij een andere instelling. De individuele student kan voor het verkrijgen van studiepunten een MOOC bij de examencommissie voorleggen ter beoordeling. Ook bij het volledig integreren van een MOOC (van een andere instelling) in het curriculum zijn zoals gebruikelijk de opleidings- en examencommissie betrokken. Als de instelling zelf een MOOC aanbiedt is de ervaring dat ze – wellicht nog meer dan anders – de kwaliteit van hun onderwijs willen borgen. De hele wereld kan immers meekijken en oordelen over het onderwijs dat in de MOOC wordt gegeven.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK