Bildung en verscheidenheid

Nieuws | de redactie
3 december 2014 | Bussemakers HO-tour is halverwege. Welke centrale boodschap ziet de minister inmiddels naar voren komen? “De toekomst is onzeker, is internationaal en is multidisciplinair. We zullen het onderwijs op HBO en WO anders moeten gaan waarderen,” neemt zij waar vanuit de discussies.

“We hebben een waanzinnige goede samenwerking gezien tussen andere instellingen, we zijn hier met de Universiteit Maastricht maar ook met Hogeschool Zuid, de Design Acacemy, Avans en NHTV. Je ziet in de Chemolot Campus een voorbeeld van hoe je de regio kan gebruiken, met het bedrijfsleven, met de scholen, met de provincie en dat je samen op die manier hele mooie projecten kan opzetten.”

Deze Limburgse samenwerking tussen het bedrijfsleven, onderwijs en de overheden in de provincie in de ‘triple helix’ kan Bussemaker erg waarderen. “Dit laat mooi zien dat je projecten van onderop kunt laten ontstaan. E ziet daarbij dat het niet alleen studenten ‘dwingt’ te luisteren naar kennis van docenten die alleen maar ‘gezonden’ wordt, maar dat zij juist kunnen participeren in het probleem gestuurd onderwijs. Dat model is kenmerkend voor de Universiteit Maastricht.”

Probleemgestuurde persoonsvorming

Bussemaker neemt ook waar dat dit Maastrichtse voorbeeld een bredere tendens is gedurende haar HO-tour: aandacht voor de mogelijkheden met problemen uit de samenleving door middel van onderzoek en onderwijs op te lossen. “Dat is ook een iets algemener beeld hier, dat vanuit problemen in de samenleving studenten worden gestimuleerd tot nadenken en kennis vergaren. Om zo niet alleen iets te leren over een vak, maar ook over hoe je samenwerkt, hoe de samenleving in elkaar zit. De socialisatiekant van het hoger onderwijs komt sterker in beeld en vervolgens wordt dat ook betrokken de persoonsvorming van de student.”

Daarbij staat Bildung centraal, ook dat een thema dat in de HO-tour sterk naar voren is gekomen. “Het gaat hier natuurlijk om verheffing, om Bildung. Het gaat bij de vorming van jongeren in het hoger onderwijs wel om mensen die in de toekomst leidend zullen zijn in onze samenleving, nationaal en internationaal.”

Tijdens haar bezoek aan Maastricht benadrukte Bussemaker tegen deze achtergrond bijvoorbeeld de speech die de collegevoorzitter van de HAN, Kees Boele, had gehouden bij het vorige locatiebezoek van de HO-tour. “Ik ken Kees al langer en wat ik heel mooi aan hem vind, is dat hij gewoon een enorme onderwijsman is. Hij is voorzitter van de HAN, maar hij zegt vooral: ‘Ik ben hier niet voor de leuke toefjes en dingetjes voor de buitenwereld. Dit werkt allemaal pas als eerst je hardcore business op orde is in de hogeschool. Alle opleidingen moeten gewoon op orde zijn.”

Uitdagende variëteit

Daarmee wilde de minister in het debat over de HO-toekomst in Maastricht meteen een waarschuwend accent zetten. “Zoiets als de nadruk op de ‘triple helix’ mag niet afleiden van waar het werkelijk om gaat: alle studenten uitdagend onderwijs aanbieden en dus elke student op de juiste plek krijgen.”

Een belangrijke les van de discussies in Maastricht en eerder bij de HAN en Stenden is, volgens minister Bussemaker, dat variëteit de meeste kansen biedt aan talent. “Niet alle studenten hoeven naar een university college. Laat ze – als ze echt van praktijkdingen houden – in vredesnaam ook excellentietrajecten op het MBO volgen. Zorg ervoor dat er ook in het HBO uitdagingen zijn voor allerlei typen studenten. Op die manier hoeven we niet iedereen in een en dezelfde mal te gieten.”

Het is nu winterstop voor de HO-tour en in januari gaat deze weer verder, onder meer bij het bedrijfsleven en VNO-NCW en daarna bij de Hogeschool Utrecht. Als Bussemaker nu vast een tussenbalans opmaakt, ziet ze al enkele wezenlijke punten naar voren komen. “Wat ik al heel goed vind is dat ik zoveel mensen in verschillende regio’s heb gesproken en dat je verschillende accenten daarin kunt zien. De ene keer gaat het meer over internationalisering, de andere keer gaat het over regionalisering. Wat mij betreft is wel het centrale punt uit de discussies het besef dat we studenten op moeten leiden voor een toekomst die we niet kennen. Ze zullen daar niettemin op een hoog niveau mee om moeten leren gaan en het onderwijs van nu moet vooral daarom uitdagender.”

Geld naar onderwijs van de toekomst

“Met uitdagender bedoel ik dat in het WO de aandacht voor onderwijs voorop moet staan, niet alleen voor onderzoek. Maar uitdaging betekent ook waardering voor het verschil tussen WO en HBO en de meerwaarde van het samenwerken van die twee. Uitdagend is ook ervoor te zorgen dat problemen leren analyseren en oplossen centraal staat in de vorming en niet de lesboeken van de docent.”

Investeren in uitdaging is een thema dat steeds bij de minister terugkomt, als zij terugkijkt op deze eerste ronde van haar HO-tour. “Als het gaat om investeringen in het onderwijs van de toekomst dan hebben we middelen via het studievoorschot. Dan is er maar één ding dat echt, echt, echt belangrijk is en dat is dat studenten daar ook echt iets van gaan merken. Dat betekent dat die middelen naar het onderwijs moeten gaan en dat betekent dat we onderzoek en onderwijs – zowel op het HBO en als op de universiteit – misschien wat anders moeten gaan waarderen.”

“Het onderwijs moet voorbereiden op de toekomst. En toekomst die is onzeker, die is internationaal en die is multidisciplinair. Maar hoe die er echt, precies uit zal zien dat weten we niet. Wat we wel weten is dat door de studenten die hier nu zitten en die mee doen in deze discussies die toekomst straks voor een heel belangrijk deel niet alleen gevormd wordt, maar ook bepaald wordt. Iedereen die in het onderwijs werkt, heeft daarom een bijzondere verantwoordelijkheid.”



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK