Prestatie kost geld

Nieuws | de redactie
19 februari 2014 | De HO-ambities uit het rapport-Veerman zullen niet gehaald worden, als het kabinet “de urgentie van het pleidooi” van Veerman niet oppakt, dat deze “ondersteund moeten worden met voldoende investeringen.” De Review Commissie van Van Vught is opvallend helder in haar rapportage.

Bij een eerste midterm-analyse van de ontwikkeling met de prestatieafspraken tussen OCW en HBO en WO constateert Van Vught, dat zij “met de prestatieafspraken belangrijke stappen in de goede richting [hebben] gezet. Maar duidelijk is dat, ook als de in deze rapportage beschreven opbrengsten in 2015 gerealiseerd zullen worden, de in de Hoofdlijnenakkoorden en de door de commissie-Veerman geschetste doelen nog niet behaald zijn. De commissie onderstreept dan ook de urgentie van het pleidooi van de commissie-Veerman dat voor een sterk en toekomstbestendig hoger onderwijsstelsel de ambities ondersteund moeten worden met voldoende investeringen.”

Spanning tussen doelen

De Review Commissie ziet wel een aantal fikse spanningen ontstaan tussen de verschillende beleidsdoelen. “Er bestaat spanning tussen het bevorderen van onderwijsrendement en de kwaliteit van het onderwijs. De commissie onderstreept daarom het feit dat er naast de terechte aandacht voor studiesucces ook doelen met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs zijn opgenomen in de prestatieafspraken. Beide zullen zorgvuldig gemonitord worden.”

De Vereniging Hogescholen wijst in haar rapportage over de ontwikkeling in het HBO dat beleidsactiviteiten op andere terreinen – of perikelen daarbij – de mogelijkheden tot verbetering in de hogescholen negatief beïnvloeden. Als voorbeeld daarvan noemt men, dat “de aanscherping van de exameneisen voor het voortgezet onderwijs en het mbo vertraging [heeft] opgelopen. Dat heeft vanzelfsprekend direct gevolgen voor de kwaliteit van de studenteninstroom en dus voor het propedeuserendement.”

Iets dergelijks geldt ook voor de aanpak van een van de lastigste aspecten voor het HBO. “Het is nog maar de vraag of de regeling die de doorstroom van mbo naar hbo moet verbeteren wel op tijd wordt ingevoerd. Ook die regeling heeft direct invloed op de instroom en het rendement.”

Impact langstudeerboete vervalt

De VSNU rekent voor, dat de bewindslieden voorlopig slechts de helft van de maatregelen, die zij zouden nemen om de prestatieafspraken te realiseren, ook werkelijk hebben waar gemaakt en door kunnen voeren. Zij wijst er in dit verband ook nog fijntjes op, dat de prestatieafspraken en hun indicatoren destijds zijn geformuleerd op basis van het uitgangspunt, dat de langstudeerboete zou worden ingevoerd. Dat zou aanzienlijke impact hebben gehad op het studierendement.

Dit bleek uit het eenmalige effect, die dreigende invoering op de cijfers over 2012 had. De VSNU stelde toen vast, dat 16 procent meer masterdiploma’s waren uitgereikt en zelfs 17 procent meer getuigschriften voor de bachelorgraad. Ook het HBO verheugde zich in een flink gegroeid afstudeerrendement. Het aantal diploma’s dat in 2011-2012 was uitgereikt steeg met 4,9 procent gestegen. Feitelijk worden de instellingen nu gemeten aan verwachte prestaties die door het intrekken van de langstudeermaatregel niet meer gerealiseerd zouden kunnen worden.

De Review Commissie signaleert daarom nu al, “dat voor een deel van de instellingen het terugdringen van de uitval niet eenvoudig zal zijn. Maar daar waar uitval onvermijdelijk is, is het van belang om dat zo snel mogelijk duidelijk te krijgen.” Daarbij moeten de instellingen wel evenwichtig te werk gaan, onderstreept zij. “De commissie benadrukt dat de aanscherping van het bindend studieadvies gepaard moet gaan met aandacht voor een betere begeleiding van studenten in het eerste jaar, zoals ook de studentenorganisaties bepleiten.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK