Gemeente omarm uw hoger onderwijs

Nieuws | de redactie
12 maart 2014 | 19 maart mag u stemmen. Maar op wat? Thom de Graaf ziet een cruciale rol voor gemeenten om de lokale kenniseconomie te stimuleren. “Van de colleges en de partijen in de gemeenteraad mag verwacht worden dat zij actief de regie zoeken en de kennis in hun stad koesteren.”

De voorzitter van de Vereniging Hogescholen ziet niet alleen voor de minister in Den Haag of de Europese beleidsmakers een centrale rol bij de ontwikkeling van kennissamenleving. HBO en WO zijn nadrukkelijk ook verbonden aan met hun regionale, lokale en stedelijke omgeving.  Gemeenten en hun wethouders zullen dit in hun beleid meer dan voorheen moet laten doorklinken. U leest hieronder het essay van Thom de Graaf. 

Raadsverkiezingen gaan ook over kenniseconomie 

“De kiezers lijken maar in beperkte mate geïnteresseerd in de lokale democratie. Gevreesd wordt voor een magere opkomst. Wie weet kan in de toekomst de betrokkenheid van burgers bij hun lokale bestuur worden opgevijzeld als ze ooit een rechtstreekse invloed kunnen uitoefenen op de aanstelling van de burgemeester, maar dat zal nog wel even duren. Ondertussen is er alle reden, vooral in de grotere steden, om scherp in de gaten te houden wat de politieke partijen met het lokaal bestuur voor hebben. 

Wat is hun inzet?  Alleen maar de economische crisis opvangen en zorgen dat rijksbezuinigingen zo goed mogelijk worden verwerkt?  Proberen de stadseconomie te stimuleren door de lokale lasten te beperken of juist door prestigieuze projecten en evenementen binnen te halen? Interessant is vooral de wijze waarop de plaatselijke politiek zich voorstelt om de kenniseconomie een handje te helpen. 

De meeste grote steden in ons land hebben hoger onderwijs- en kennisinstellingen binnen hun poorten, variërend van hogescholen en universiteiten tot specifieke onderzoeksinstituten en researchlabs, vaak juist ook de combinatie van allemaal.  Neem onze hoofdstad met twee universiteiten, meerdere grote en brede hogescholen, fameuze instellingen voor hoogwaardig kunstonderwijs (conservatorium, theater, beeldende kunst) en tal van onderzoeksinstituten. 

Of steden als Leiden, Nijmegen, Groningen, Eindhoven, Delft of Enschede: vaak worden deze steden in plaats van door de industrie van vroeger nu voornamelijk gedefinieerd door hun universiteiten, academische medische centra en hogescholen:  duizenden hoogwaardige kenniswerkers, tienduizenden studenten en honderden spinn-offs of afgeleide bedrijven waar verworven kennis wordt omgesmeed in bruikbare producten en diensten voor de markt of maatschappelijke sectoren als zorg, onderwijs en volkshuisvesting. 

Hogescholen voor het MKB

Die concentratie van hoogopgeleide mensen en de dynamiek die van kennis via kunde naar kassa leidt, zorgen er voor dat deze steden ook aantrekkelijk zijn voor creatievelingen die een injectie geven aan het cultuurleven in de stad. Kennis en cultuur zijn op hun beurt weer goed voor een bruisende horeca en voor veel werkgelegenheid voor lager opgeleiden, in de dienstverlening of in de bedrijvigheid die het rechtstreekse gevolg is van de zogenaamde ‘valorisatie’: het toepassen in bedrijven en maatschappij van de kennis en technologie die binnen de onderwijs- en onderzoekswereld is ontwikkeld. 

Wij weten bijvoorbeeld dat het midden- en kleinbedrijf een direct belang heeft bij het praktijkgericht onderzoek dat op hogescholen wordt verricht door lectoren, docenten en studenten. Dat soort onderzoek leidt tot concrete innovaties op de werkvloer, in de productiemethoden en in de logistiek en dus tot economisch profijt. 

Het is een belangrijke verantwoordelijkheid van de stadsbesturen om die kenniseconomie te stimuleren, partijen bij elkaar te brengen, samen met hen een strategie voor de verdere groei en ontwikkeling te ontwerpen en de kennisintensieve bedrijvigheid te faciliteren. De onderwijs- en onderzoeksinstellingen hebben natuurlijk kun eigen verantwoordelijkheid, net als het bedrijfsleven. 

Kennis koesteren

Maar van de colleges en de partijen in de gemeenteraad mag verwacht worden dat zij actief de regie zoeken en de kennis in hun stad koesteren in plaats van verdrukken. Zorgen zij voor een goed toegankelijke campus en voor goed aansluitende bedrijfsverzamelgebouwen op ontsloten bedrijfsterreinen?

Maken zij zich sterk voor een lokaal expatsbeleid, voor goede studentenhuisvesting, voor een open internationaal klimaat in de stad, voor samenwerking tussen ROC’s, hogescholen en het regionale bedrijfsleven om voldoende stagemogelijkheden te creëren en voor de ondersteuning van lokaal talent met stipendia en beurzen?  

Om in de internationale concurrentie niet hopeloos achter te blijven moet kennis veel meer dan nu het geval is circuleren in de samenleving. Dat is een belangrijke conclusie van het recente rapport ‘Naar een lerende economie’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Regionale ontwikkelingscentra

Hogescholen en universiteiten moeten daarom ook meer dan nu functioneren als regionale ontwikkelingscentra, knooppunten dus in de lokale en regionale economische dynamiek. Dat vraagt regeringsbeleid en inzet van de instellingen, maar ook lokaal beleid van burgemeesters, wethouders en raadsleden die prioriteit geven aan bovenstaande vragen. 

En bundeling van krachten. De belangrijkste kennissteden brachten samen met universiteiten en hogescholen in 2011 een kennismanifest uit waarin zij hun mogelijkheden voor een sterke lokale economie opsomden en de regering uitdaagden samen met hen een gezamenlijke koers vast te stellen. Het manifest werd enthousiast door premier Mark Rutte in ontvangst genomen en vervolgens in een la gestopt waar het sindsdien ligt te vergelen. 

Zowel het enthousiasme en het elan van het lokaal bestuur om bij te dragen aan een echte stedelijke kenniseconomie als de bereidheid van het kabinet om die geestdrift te ondersteunen zijn politieke keuzen.

Dat nalaten of te weinig doen is dat eveneens. In de verkiezingscampagne mag daar best meer aandacht voor zijn. En van vaak goed opgeleide kiezers mag ook best worden gevraagd om eens een blik te werpen op de lokale programma’s. Op 19 maart gaat het ook om de lokale lerende economie waar de stadsbesturen samen met onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven een doorslaggevend verschil kunnen maken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK