Voorbij fusie in Amsterdam

Nieuws | de redactie
16 april 2014 | “Fusie is niet het woord, niemand is daar mee bezig.” VU-voorzitter Jaap Winter kan niet duidelijker zijn. Met de UvA moet hij een andere toekomst ontwerpen en zo krijgt Amsterdam wellicht vier themaclusters van HBO en WO samen.

UvA en VU zagen in de afgelopen maanden drie cruciale fusieplannen stranden. Zowel de bètafaculteiten, als de academische ziekenhuizen moesten hun plannen opgeven of opschorten. Het gezamenlijke VU-UvA voorstel voor een derde universiteit in de hoofdstad werd evenmin bekroond. Het debat bij de VU met de twee collegevoorzitters en kenners als AUC-decaan Marijk van der Wende bevatte dan ook het nodige ‘wonden likken’ en herijking van wat men nu eigenlijk beoogde.

Fusie vaak geen succes

Management-auteur Ben Tiggelaar vertelde in zijn aftrap, dat UU-professor Henk Schenk een database van vijfentwintigduizend fusies had geanalyseerd en zijn uitkomsten onthutsend waren. “15% wordt een ramp, 15% slaagt, 70% mislukt gewoon. Gewoon wil zeggen dat de gewenste resultaten niet worden bereikt.”

Hij pleitte ook voor de Amsterdamse universiteiten voor een model van ‘adhoc-cracy’. Men zou vanuit de verwante instituten en opleidingen zoveel mogelijk uitruil van kennis, mensen en specialismen moeten aanwakkeren. Concentratie door herschikking en ruil van onderop werkt namelijk wel. Uiteindelijk kan daar een beweging tot fusie uit voort komen, om een geslaagde nieuwe opzet van samenwerking daarmee een goed kader te geven.

Accent op de achterkant

De beide collegevoorzitters hadden ook hun lessen getrokken. Louise Gunning van de UvA benadrukte nog wel, dat de bètafusie toch echt van onderop was gekomen, maar ook daar begreep men dat men onvoldoende had bezien wat men daarna dan eigenlijk wilde. Het accent zou nu veel meer gelegd moeten worden op “de achterkant”, op de ruimte die VU en UvA logistiek kunnen geven aan samenwerking en kennisdeling.

Daar zijn de belemmeringen nog heel concreet. “Ik kan onmogelijk verdedigen dat wij in Amsterdam nog twee kassasystemen naast elkaar hebben staan voor de investeringen in onderzoek, in apparatuur, als je met één kassasysteem zoveel meer kunt bereiken en krachtig onderzoek kan ontwikkelen,” zei Gunning. Ook zouden alle studenten “een pasje voor alles” moeten krijgen om eenvoudig overal kennis en ondersteuning te halen. Dit zou in drie jaar gerealiseerd moeten kunnen zijn.

Een vreselijk gedoe

VU-voorzitter Jaap Winter noemde dit het werken aan “een wrijvingsvrije ruimte om je werk te kunnen doen.” Hij wees er op dat “die achterkant ingewikkelder is dan alleen zo’n pasje regelen.” Bij de uitruil van docenten zitten VU en UvA nog vast aan “verrekeningsmechanismen, bijvoorbeeld bij de vierkante meters huisvestingskosten als iemand bij de ander college komt geven. Het is een vreselijk gedoe.”

Daarom had hij de les getrokken, dat om dit te verbeteren “fusie niet het woord is. Niemand is daar mee bezig. Wel met deze complexiteit van die achterkant.”

HvA sluit soms beter aan bij VU

De wrijvingsvrije ruimte is bij het AUC al voorgedaan, dus daar kunnen lessen uit getrokken worden. Zo’n joint venture is een model dat ook Tiggelaar slimmer vindt dan grote samenvoegingen. Gunning beaamde dit. “De kracht zou meer moeten zitten in de samenwerking bij het differentiëren van opleidingen en hun inhouden dan in het streven naar samenvoegen van hun geheel.”

Ze legde hier een opmerkelijke gedachte op tafel. “De HvA sluit op allerlei terreinen van haar onderwijsaanbod soms beter aan bij de VU en haar opleidingen dan bij de UvA. Daarom zouden we moeten durven kijken of tussen die opleidingen niet ook veel meer schakelingen en doorstroom kunnen groeien. Tussen HvA en UvA lukt dit voor acht tot tien procent van de studenten en we zouden daar dus meer ruimte voor kunnen scheppen.” 

Jaap Winter ziet in dit verband een ander perspectief ontstaan voor het Amsterdams hoger onderwijs, voorbij de fusies van universiteiten. Er zou straks geen sprake meer zijn van twee universiteiten met twee kassasystemen of van één gefuseerd geheel. “We gaan wellicht naar vier clusters rond sterke thema’s, waarin ons onderzoek en onderwijs uitblinken.”

Aandacht voor onderwijsinnovatie

VU-voorzitter Winter noemde hier de clusters “medisch, gamma, bèta en geesteswetenschappen.” Daarbij zouden het academische aanbod, de topinstellingen van het onderzoek en het opleidingsaanbod van het HBO van de verschillende hogescholen zich rond die thema’s gaan groeperen.

De studenten bepleitten dat het afscheid van de fusiekoers wordt gebruikt om samenwerking te zoeken die het onderwijs innoveert en verbetert. ASVA-voorzitter Esther Crabbendam wees er op, dat men heel goed samen online en open onderwijsaanbod zou kunnen organiseren, maar dat hier nog weinig van te merken was. Louise Gunning omarmde die denklijn onmiddellijk.

AUC-decaan Marijk van der Wende deed daarop de suggestie dat VU en UvA serieus werk zouden maken van samenwerking met de al lang in Amsterdam aanwezige en actieve derde universiteit, de OU. “Die zijn op dat terrein excellent en als je toch snapt dat bij fusies geldt it takes three to tango, dan zou dit echt kansen bieden.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK