Landt ISO-suggestie in akkoord?
”Het is aan de vervoerders om hun creativiteit te laten spreken. Alleen op die manier kunnen zij de studenten als belangrijke klant behouden,” noteerde het ISO puntig begin mei. De studentenorganisatie kwam zelf met suggesties, om de gesprekken open te breken. “OV-bedrijven zouden samen met HO-instellingen kunnen kijken of ze minder studenten in de dure spitstreinen kunnen laten reizen,” zei men als voorbeeld van de concreet op te pakken ‘opties’.
Stages in de praktijk
Het is nu exact dit punt dat bij de besprekingen tussen kabinet, coalitie, D66 en GroenLinks op tafel zou zijn gelegd, om de kosten van de OV-kaart te maximeren zonder tot harde beperkingen in de reisvoorziening te moeten komen. De gedachte dat studenten best meer buiten de spits zouden kunnen gaan studeren, is wel een denklijn vanuit een ouderwetse academische omgeving. De huidige studenten hebben veel vaker praktijkstages en integrale studiefasen tussen de praktijk van het onderzoek en het beroep en de contacturen op hogeschool en universiteit.
De stagebedrijven of de instellingen en organisaties waar de studenten hun projecten, afstudeerwerk en dergelijke doen, zullen veel minder makkelijk hun werkzaamheden in de markt – of voor patiënten en kinderen in zorg en onderwijs – kunnen of willen afstemmen op de budgettaire perikelen van OCW of de NS. Om in een nieuwe opzet van de OV-kaart uitzonderingen te gaan opnemen voor zulke praktijkgebonden onderwijsonderdelen zou de regelingen uitermate complex en fraudegevoelig kunnen maken.
