Bunge, mecenas van de Wagnerfans

Nieuws | de redactie
25 februari 2015 | Heel passend was het dat de UvA de dag van de ontruiming van het Bungehuis koos voor een boekpresentatie over Richard Wagner. Niet alleen vanwege diens opera’s vol gedoemde doodsdrift, maar ook omdat de familie Bunge bij de Wagnerianen legendarisch is om haar gulheid voor de kunst.

De Wagner-kenners spraken met grote diepgang, terwijl het Bungehuis schoongeveegd werd. De oude heer Bunge, vriend van de familie Wagner, zou gesidderd hebben. Hij stak een deel van zijn ongekende rijkdom niet voor niks in de uitvoering, solisten, regie en kennis van het werk van ‘Der Meister’.

Wagner de revolutionair

Zijn zoon liet tussen 1932 en 1934 in strakke Art-Deco het Bungehuis bouwen. Dit stuk moderne architectuur en glas in lood kunst zou men in Amsterdam moeten koesteren in plaats van als een Romeinse fontein behandelen. Dat neemt niet weg dat studentenverzet er wel bij past. Richard Wagner was immers een notoire revolutionair, die in 1849 zelfs ter dood veroordeeld was door de Koning van Sachsen vanwege zijn poging tot staatsgreep.

In het UvA-seminar klonk dit door. Centraal in de discussie over ‘Controverse en Compassie, 200 jaar Wagner’ stond zijn relevantie voor het heden. Die actualiteit is groot, niet alleen voor rebelse studenten en hun bezorgde CvB’s. De westerse muziek is immers in te delen in twee tijdvakken: dat van voor Richard Wagner en dat van na hem, vooral van voor zijn Tristan und Isolde en na zijn Tristan.

Treffend was de gedachte die in de discussie naar voren kwam over Wagners radicale denken als grondslag van zijn muziek. Hier lag de verbinding met zijn discipel Friedrich Nietzsche, die zich later zo furieus tegen hem zou keren. Beide zagen de muziek als de oorsprong van de menselijke identiteit, het onderscheidende van het genie van de mens ten opzichte van de rest van de natuur. Nietzsche’s eerste werk heet niet voor niets ‘Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik’ en kent een woord vooraf en opdracht aan Richard Wagner.

Ware liefde en radicale zuiverheid

Wagner was heel zijn leven eigenlijk hoogst consequent, zo bleek. Het beeld van de opportunist, bohemien en oplichter dat hem aankleeft, klopt wel degelijk, maar tegelijkertijd was hij een onverbeterlijke, ijzeren utopist. In al zijn opera’s schetst hij een wereld en een mensheid die gedoemd zijn ten onder te gaan aan de corruptie en onwaarachtigheid van de macht en de maatschappij. Ware liefde, radicale zuiverheid en volledige goddelijkheid kunnen alleen zegevieren na een volstrekte tabula rasa.

Zo eindigt zijn ‘Ring des Nibelungen’ met de totale vernietiging van de wereld en het Walhalla. Wotan en zijn goden gaan in de ‘Götterdämmerung’ ten onder in het vuur dat de brandstapel van Siegfried de hemel in stuurt. Tristan sterft in de armen van Isolde en zij zingt haar ‘Liebestod’ aan het slot van hun opera alvorens naast hem de dood te kiezen. Lohengrin moet in opdracht van de Graal de mensheid in haar nood verlaten en zijn geliefde Elsa sterft als hij vertrekt nadat hij het geheim van zijn naam en missie aan haar moest onthullen.

Het utopisch alternatief voor die wereld van het verziekte heden blijft bij Wagner schimmig. Parsifal komt de heilige Graal zuiveren en biedt ‘Erlösung dem Erlöser’, maar bij die mystieke tekst van het slotkoor van de opera blijft het verder. Waarom is dit?

Muziek als idee van de utopie

De sprekers op het seminar hadden hier een scherpe visie op: juist omdat Wagners maatschappijkritiek zo radicaal en vernietigend was, kon hij alleen een volstrekte afschaffing van het heden bepleiten en een vervanging van alles door een nieuwe, gezuiverde, verloste werkelijkheid. Hoe die er uit zou zien, konden wij mensen ons helemaal nog niet voorstellen, alleen de muziek zelf kon een klank, een idee geven van de schoonheid en de werkelijkheid die in die utopie besloten lagen.  

Geen grotere bewonderaar van Wagner was er, dan de miljardair Bunge. Hij richtte de Wagner Vereeniging op en financierde de uitvoeringen en kunstenaars met gulle hand. Zijn villa in Aerdenhout bouwde hij volgens mystieke lijnen als een soort Wagneriaans paleis en noemde het Kareol, naar het kasteel waar Tristan zou sterven. Zijn zoon bouwde in Amsterdam het hoofdkantoor van hun firma: het Bungehuis, en ook dat is een architectonisch meesterwerk van het modernisme.

Studenten als ware Wagnerianen

De studenten die het Bungehuis moesten ontruimen, waren dan ook waarachtige Wagnerianen. Utopisch in hun radicaliteit. Zij droomden van een ‘Nieuwe Universiteit’, die verlost is van managers, regels, prestatieafspraken, bureaucratie, bobo’s en Gunning. Die universiteit bestaat niet, maar die droom is voor hen als van een volstrekte schoonheid, als een ‘Gesamtkunstwerk’. Het CvB en voorzitter Louise Gunning handelden – zonder dit te beseffen – als volmaakte Wagneriaanse operaschurken. Zij was de Ortrud in deze Lohengrin-opvoering, de Gutrune in deze Götterdämmerung.

Bunge zou voor dit stuk totaaltheater vast wel een paar miljoen uit zijn onmetelijke rijkdom hebben overgehad en Richard Wagner zelf had van zoveel revolutionaire reuring vast erg genoten. Die doodstraf uit 1849 voor zijn rol bij de Communistische revolutie in Dresden is nooit uitgevoerd, overigens. Wagner stierf in 1883 in een Venetiaans paleis, Romantischer kan bijna niet. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK