Wetenschap, leer van de Kunst

Nieuws | de redactie
4 februari 2015 | “Kennis, kunde, kassa. Ik krijg het bijna niet uit mijn mond,” zegt Jet Bussemaker. Valorisatie van kennis is breder en rijker, van nieuwe leraren tot visies op radicaliserende jongeren, startups, patenten en nieuwe kennisketens van WO met HBO en MBO rond hun Centres of Expertise.

Het VSNU Café was een tijdje onderweg toen Karl Dittrich zich liet ontvallen, dat hij nog wat meer inputs hoopte te krijgen dan de niet aflatende “calimero-verhalen” van de sociale wetenschappen. Ondanks de Wetenschapsvisie 2025 of het nieuwe Sectorplan wisten de betrokken bobo’s het zelfbeklag hoogtij te laten vieren. Paul Schnabel verweet zelfs VNO-NCW dat hun lobby veel beter was dan de zijne en kloeg dat de bèta’s meer overtuigden dan de maatschappijwetenschappen. Tot veel zelfkritiek of reflectie leidde dat echter niet.

‘Na Parijs’

Minister Bussemaker stapte daarna in bij het debat, nadat zij in de Kamer eerst nog even de rekentoets van Sander Dekker had moeten redden. Zij zag haar taak naar de sociale wetenschappers allereerst als “angst wegnemen.” De Wetenschapsvisie van het kabinet is namelijk allerminst “gemaakt voor en door het MKB en VNO.”

Integendeel, de maatschappelijke uitdagingen en de prioriteiten voor de toekomst van een brede serie stakeholders zijn het uitgangspunt van haar document en dat nodigt hen allen uit te werken aan de Wetenschapsagenda. “U heeft dus juist als maatschappijwetenschappen alle kansen.” Het duo-voorzitterschap kent met Beatrice de Graaf van de UU nota bene een sociale wetenschapper van allure in de leiding van dit proces, wreef Bussemaker de klagers fijntjes in.

Voor de toekomst van de samenleving en de economie zijn er vele thema’s waar vanuit deze domeinen wezenlijke input nodig en gewenst is . De minister somde op: “ongelijkheid, integratie, snelle veranderingen van kansen van mensen in de arbeidsmarkt, robotisering, ‘na Parijs’, etnische spanningen, burgerschap en cultuurverschillen daarin, segregatie, radicalisering en nog veel meer. U moet daar uw positie in beargumenteren en ook een beetje bevechten.”

Compliment voor lobby

De kenniscoalitie rond de Wetenschapsagenda pleit nadrukkelijk voor meer aandacht voor fundamenteel onderzoek “en daar zit VNO-NCW wel in. Het is dus niet waar dat er alleen maar en eenzijdig gepraat wordt over sectorspecifieke activiteiten met een economisch karakter.” Dat het bedrijfsleven zo actief is, vond de minister “een compliment waard aan het VNO en ik geef graag een volgend compliment voor uw goede lobby als u zich in de Wetenschapsagenda ook weet te onderscheiden.”

In gesprek met ScienceGuide diepte Bussemaker haar voorzet in het VSNU Café verder uit. Zij wees er op dat de sociale wetenschappen veel meer kunnen en moeten brengen dan zij zelf vaak lijken te beseffen. Voor hun zelfbeklag is weinig reden. “Ik zit als minister te springen bijvoorbeeld om een initiatief uit de wetenschap op het gebied van big data en open data in de onderwijskunde. We hebben in ons land zo veel kennis in huis over jongeren, opvoeding en vorming, schoolsucces, leraarschap en noem maar op. Die gegevens inzetten en raadplegen via open data en big data analyses kan ons zo veel meer nog leren.”

Drogbeeld en Nizars MOOC

Daarmee raakte zij aan een opvallend aspect in haar betoog. Bussemaker gaf aan tabak te hebben van de eenzijdige en in haar ogen kortzichtige kijk op valorisatie van kennis, die aan twee uitersten van het debat leeft: het streven naar ‘kennis, kunde, kassa’. Zij zei: ”Ik krijg dat zowat niet meer uit mijn mond. Mij spreekt dit niet aan.” Die blik op valorisatie wordt zowel eenzijdig en simplistisch bepleit, als gepresenteerd als taboe en drogbeeld, even eenzijdig dus.  

“Valorisatie is veel breder en veel dieper. Het WO moet deze vinden in het betekenis geven aan het wetenschappelijk werk in een dialoog met anderen in de samenleving en in de wetenschappen zelf. Wie dat doen verdienen veel meer waardering. Alfa en gamma  opleidingen die heel goede leraren vormen bijvoorbeeld, dei zijn een toonbeeld van valorisatie. Het gaat om veel meer dan strikt economisch, bedrijfsmatige opbrengsten. Als er uit R&D patenten komen of startups ontstaan is dat mooi, maar dat is niet alles.”

De minister beaamde nadrukkelijk dat zij hierbij bijvoorbeeld dacht aan haar brief aan Nizar el Azouzi en zijn ‘meesters Jasper en Simon’. “Precies! Docenten die op een gedurfde manier met zo’n leerling weten om te gaan en zo’n talent enorm uitdagen, dat hij zelfs een MOOC gaat doen en halen, dat is toch écht valorisatie van kennis. Het gaat daarbij om veel meer dan economische of kwantitatieve belangen of om aantallen publicaties als zodanig. Valorisatie gaat om kennis inzetten die verschil kan maken”

Kennisketens met HBO en MBO

Deze visie wil Bussemaker met behulp van de Wetenschapsagenda neerleggen in nieuwe hoofdlijnenakkoorden met zowel het WO als het HBO. Ook het lectoraal onderzoek en de valorisaties daarvan moeten in deze agenda een grote rol willen en durven spelen. “Er moet veel meer op de agenda komen dan de elementen die tot nu toe de aandacht krijgen,” zegt de minister in een impliciete verwijzing naar de opwinding over de NWO-governance.

Zij benadrukte tegen ScienceGuide dat zij de aanzet wil geven tot het laten bloeien van nieuwe ‘kennisketens’ voor valorisatie in brede zin. “Op allerlei zwaartepunten kunnen we verbindingen laten ontstaan tussen R&D, universiteiten, bedrijven maatschappelijke organisaties en ook het HBO. Daarmee leg je meteen een sterke relatie tot de toepassingen van kennis op zulke terreinen in het MKB en de regio.”

Desgevraagd bevestigde zij, dat zij hierbij nadrukkelijk denkt aan koppelingen van de succesvolle Centres of Expertise aan zulke kennisketens, in lijn met het rapport ‘Dynamiek onderweg’ van PBT en de commissie Van der Touw. “Die Centres in het HBO en de Civ’s in het MBO moeten in zulke kennisketens een wezenlijke rol spelen. Zij vormen een soort ‘kennishubs’ van toepassingen in de regio’s op thema’s waar men in de bedrijven en organisaties daar sterk in is. Denk aan de haven in Rotterdam, hightech in Twente, de voorbeelden zijn er duidelijk al. Die kansen moeten we pakken nu.”

Lessen van Halbe

De klaaglijke houding bij de sociale wetenschappen bracht Bussemaker tot een scherpe, voor een PvdA-bewindspersoon ook verrassende vergelijking. “Men moet eens kijken naar de kunstsector. Toen onder Rutte-I  daar enorm bezuinigd werd, reageerde men zeer verontwaardigd en dacht dat de samenleving als vanzelf massaal te hoop zou lopen voor hen. De bezoekers van musea, concerten en tentoonstellingen zouden wel zwaar protesteren gaan. Het bleek dat de sector veel minder bezig was met de omgang met zijn publiek en met de samenleving en haar veranderingen dan men zelf dacht te doen. Daar heeft men lessen uit getrokken. Men is naar buiten gekomen, naar nieuwe groepen, met nieuwe vormen en werd daar niet slechter van.”

Bussemaker zei de wetenschappers net niet ‘Leer van Halbe’, maar het scheelde niet veel. Ze zei het zo: “Be good and tell about it.” Tegen ScienceGuide gaf ze nog een andere observatie: “Wees binnen de wetenschap ook eens wat solidair. Dat helpt ook. Bèta’s komen altijd erg voor elkaar op. Men heeft daar waardering voor collega’s in andere disciplines en ook voor concurrenten in het eigen vak. Bij sociale wetenschappen zijn ze toch vaak narriger naar elkaar en over elkaar.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK