Interbellum voor online onderwijs

Nieuws | de redactie
25 maart 2015 | “We weten nog niet zo goed wat die belofte precies gaat inhouden,” zegt Christien Bok, programmamanager ICT en onderwijs van SURF over hoe digitalisering en online het onderwijs gaan transformeren. “Wat we willen bestaat nog niet. Misschien zitten we wel in een interbellum.”

Christien Bok heeft de inzet van ICT in het onderwijs in de afgelopen vijftien jaar fors zien veranderen, maar de laatste jaren lijkt het harder te gaan dan ooit. “ICT-onderwijsinnovatie werd de afgelopen vijftien jaar vooral gedaan door een groep enthousiastelingen. Er is daar erg veel gebeurd, maar je ziet dat het nu ook hoger in de organisatie wordt opgepakt.”  

“Je ziet het bijvoorbeeld met de ontwikkeling op het punt van digitaal toetsen. Dat gaat om grootschalige tentamenzalen die anders ingericht moeten worden, dat is niet iets wat je met een paar enthousiastelingen even kan gaan doen.”

Geen angst voor de toekomst

Ook met online onderwijs begon het kleinschalig. Studenten gaven aan dat ze de mogelijkheid wilden om hun colleges later thuis terug te luisteren of terug te kijken, en zo ontstonden de weblectures. Met de opkomst van MOOCs is een volgende stap gezet. “Dat heeft universiteiten ook echt de vraag doen stellen: ‘wat betekent dit voor mijn bestaansrecht?’”

Angst voor de toekomst is er in ieder geval niet. “De vraag wat het bestaansrecht nog is van klassieke onderwijsinstellingen is door iedereen gesteld, maar ik heb de indruk dat instellingen er zelfverzekerder uit zijn gekomen. Een cruciaal aspect van leren is immers de relatie tussen docent en student, en studenten onderling. Instellingen kunnen die relatie vormgeven.”

In plaats van angst voor de toekomst is er nieuwsgierigheid naar hoe ICT het onderwijs zo kan transformeren dat de huidige vraagstukken rond Bildung en binding met de regio georganiseerd kunnen worden.

Een echte transformatie

Met het verschijnen van het nieuwe meerjarenplan van SURF, moeten die fundamentele vragen door instellingen beantwoord gaan worden. Christien Bok: “Het is begonnen met van een boek een PDF maken en colleges opnemen. Nu gaat het veel meer om de vraag hoe ICT het onderwijs echt kan transformeren.”

Dit is een belangrijke vraag voor universiteiten en hogescholen, maar tegelijkertijd zien bestuurders in dat zij niet degenen zijn die dat even gaan regelen. “Vroeger was er een relatief kleine groep die aan ICT-onderwijsinnovatie deed, nu is dat meer de ‘early majority’ aan het worden. Voor bestuurders is het de vraag hoe je dat gaat organiseren, want je kunt niet de tent sluiten en het ‘even invoeren’.”

“De winkel blijft als het ware open tijdens de verbouwing. Ook voor de digitale leeromgeving geldt dat instellingen heel erg op zoek zijn naar hoe die omgeving er uit zou moeten zien om wensen als personaliseren en flexibiliseren te faciliteren. Wat we willen bestaat nog niet. Misschien zitten we wel in een interbellum.”

Geen kant en klare antwoorden

We weten nog niet zo goed wat belofte van ICT precies voor het onderwijs gaat betekenen. Er zijn geen kant en klare antwoorden, maar de mogelijkheden om met ICT onderwijs te personaliseren worden alom herkend. Om hiermee te experimenteren gebruiken instellingen kleinschaliger onderwijs zoals honours colleges, of speciale scholen voor deeltijdonderwijs vaak als proeftuinen. “

In het meerjarenplan van SURF voor de komende vier jaar is ook terug te zien dat er een andere tijd lijkt aan te breken, vindt Bok. “In het vorige meerjarenplan van 2011 tot 2015 ging het toch vooral om het efficiënter maken van wat er al was, terwijl we nu echt te maken hebben met een transformatie.”

Experimenteren, daarvan leren en het wegnemen van barrières zijn volgens Bok belangrijke taken van SURF in dat proces. “Als je nu kijkt naar de opkomst van learning analytics. Daar zit een belangrijk aspect van ethiek en privacy in. Zo’n vraagstuk kan verlammen en dan gebeurt er niks.

SURF kan als organisatie op zo’n moment zeggen: ‘Dit gaan we samen oppakken’. Wij kunnen dan samen met de instellingen uitwerken hoe we met die vraagstukken om willen gaan. Doordat het hoger onderwijs in SURF zo breed georganiseerd is, heeft Nederland een sterke positie om hier stappen te zetten, ziet Bok.

Het gebruik van studiedata kan een van de middelen zijn om het onderwijs persoonlijker te maken. Uiteraard kan niet alles gevangen worden in data, je wil studenten niet beoordelen of begeleiden alleen maar op basis van data. Christien Bok nuanceert. “Als iemand mijn creditcard misbruikt dan ziet de bank dat snel, omdat ze financieel verkeer nu eenmaal monitoren. Data moet zeker niet alles gaan bepalen, maar het kan wel een ontzettend handig hulpmiddel zijn.”

Wat leren we?

Het is niet de ambitie van SURF om dingen te gaan voorschrijven op dit punt, maar ze zou samen met de instellingen een passend wettelijk en ethisch framework kunnen opstellen om hiermee om te gaan. “We moeten een balans vinden waarbij er geen angst ontstaat voor Big Brother is watching you, maar tegelijkertijd worden groepen studenten steeds groter. Hoe moet je dan persoonlijke aandacht blijven geven. Het gebruik van data kan daar mogelijk bij helpen.”

“De vraag wat we leren over de kwaliteit van onderwijs staat steeds meer centraal,” ziet Christien Bok. “Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) coördineert en financiert onderzoek naar verbetering en vernieuwing van het onderwijs, maar richt zich vooral op het primair- en voortgezet onderwijs. In het hoger onderwijs is dat nog minder aan de orde. Maar er gebeurt al wel veel. De Universiteit Utrecht betrekt de opleiding Onderwijskunde bij hun onderwijsvernieuwing, de TU Delft, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Leiden bundelen onderzoekskracht in het Centre for Education and Learning.”

Terwijl SURF en de HO-instellingen op zoek gaan naar het onderwijs van de toekomst, denkt Christien Bok dat als het zover is, het pas echt gaat beginnen. “Ik denk dat als we ICT gaan gebruiken om het onderwijs te verbeteren, dat het hoger onderwijs er fundamenteel anders uit zou kunnen komen te zien. Dan zullen er echt nieuwe vragen ontstaan.”

SURF heeft met voorzieningen als het netwerk en supercomputers grote impact op de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek, maar kan met haar dienstverlening en innovatieagenda ook een belangrijke rol spelen voor het onderwijs. “Ik denk dat we een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het transformeren van het onderwijs. Als dat lukt kunnen we in de toekomst studenten afleveren die zelfs voorlopen op wat de arbeidsmarkt vraagt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK