Nederlands WO groeit in buitenland

Nieuws | de redactie
31 maart 2015 | Nederlandse universiteiten bieden steeds meer opleidingen aan in samenwerking met buitenlandse universiteiten. Toch is volgens VSNU-voorzitter Karl Dittrich: “de huidige Nederlandse wetgeving momenteel nog te complex en beperkend.” OCW geeft aan de regels te willen versoepelen.

Sinds 1 juli 2010 is het voor Nederlandse hoger onderwijsinstellingen mogelijk om een gezamenlijke opleiding aan te bieden met één of meer Nederlandse en buitenlandse instellingen. Studenten volgen dan op ten minste twee locaties onderwijs.

Deze joint programmes worden aangeboden in zowel de bachelor-, master- als de PhD-fase en kent verschillende vormen. Studenten kunnen bijvoorbeeld één gemeenschappelijk diploma namens alle instellingen ontvangen (joint degree) of meerdere diploma’s van iedere afzonderlijke instelling (double of multiple degree).

Aanjager van partnerschappen

Internationale joint programmes dragen bij aan de ontwikkeling van internationale vaardigheden van studenten. Bovendien zorgen de programma’s voor een verhoogde zichtbaarheid en positionering van de Nederlandse universiteiten in het buitenland. Joint programmes zijn bij uitstek aanjager van nieuwe strategische partnerschappen met buitenlandse instellingen.

VSNU-voorzitter Karl Dittrich: “Deze vorm van intensieve internationale samenwerking leidt tot meer in- en uitgaande mobiliteit van studenten en internationale samenwerking van wetenschappelijk personeel. Dit is een belangrijke doelstellingen van Nederlandse universiteiten.”

Positief over de toekomst

De koepel van universiteiten vindt het belangrijk dat het huidige aanbod ook de komende jaren sterk blijft groeien. Dittrich: “Om meer joint programmes te ontwikkelen en onze internationale ambities waar te maken is vooral meer flexibiliteit in wet- en regelgeving gewenst.” De huidige Nederlandse wetgeving is momenteel nog complex en beperkend.

Mogelijke verbeteringen zijn onder meer een simpeler en op Europese normen gebaseerd accreditatiestelsel en eenvoudige bekostigingsafspraken, inclusief een heldere regeling voor de hoogte van het collegegeld. Verder knelt de Nederlandse wetgeving die voorschrijft dat masteropleidingen in Nederland in beginsel een omvang van 60 ECTS hebben waar in andere landen de standaard van 120 ECTS gebruikelijk is.

De VSNU is positief gestemd over de toekomst. Het ministerie van OCW heeft momenteel een conceptwetsvoorstel in voorbereiding dat, in lijn met de aanbevelingen uit de VSNU-rapportage, moet leiden tot een verruiming en vereenvoudiging van de wettelijke mogelijkheden. Hierdoor zal er naar verwachting een verdere groei van het aantal joint programmes optreden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK