Omissie bij ambitie

Nieuws | de redactie
27 maart 2015 | “Ik denk dat ons gezamenlijke gevoel is dat Nederland onderinvesteert in kennis en innovatie.” Alexander Rinnooy Kan gaf uitleg bij VNO-NCW over de Wetenschapsagenda en stelde dat deze agenda geen financieringsvoorstel wordt, maar wel een “niet erg geheime ambitie kent.”

In de Malietoren waren belangstellenden uit het bedrijfsleven komen luisteren naar de uitleg over de aanpak van de Wetenschapsagenda. Co-voorzitter Rinnooy Kan gaf samen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en topsectoren uitleg over de Wetenschapsagenda. Om wat misverstanden uit de wereld te helpen zei Alexander Rinnooy Kan al direct wat deze agenda vooral niet zou worden. “We willen op de eerste plaats niet alles vastleggen wat er op wetenschappelijk gebied gebeurt en dat dichttimmeren om dan vervolgens te zeggen: ‘dit is het dan en wie er niet aan meewerkt of bijzit kan beter een ander vak uitkiezen of zijn ambities verleggen‘.”

“Het is niet zo dat wetenschap die niet benoemd wordt in de agenda daarbij voorbaat al van zou moeten zeggen: ‘ik kan het nu dus wel schudden bij de financiering.’ Dat zouden wij heel ongelukkig vinden. Dus ik wil graag dit misverstand wegnemen en benadrukken dat heel veel onderzoek in de eerste plaats niet geprogrammeerd kan worden. Veel doorbraken komen tot stand door nieuwsgierigheid en briljante invallen of door de creativiteit van het moment.”

Interdisciplinair werk cruciaal

Het bedrijfsleven bepleitte dat er veel aandacht zou zijn voor interdisciplinair onderzoek. Rob Hamer, vice-president R&D van Unilever en vertegenwoordiger van VNO-NCW bij de Wetenschapsagenda, benadrukte wat zijn bedrijf en collega’s hierbij nodig vinden. “Bij onze R&D-afdeling is het heel erg van belang dat er interdisciplinair gewerkt wordt. Als wetenschappers uit de universiteit voor ons gaan werken zijn zij vaak niet gewend aan dat interdisciplinaire karakter van onze laboratoria. Hier moeten ze mee leren omgaan, maar voor hen is dat ook heel verrijkend na een tijdje.”

“Het is daarom heel belangrijk dat in de agenda aandacht wordt gevraagd voor het combineren van disciplines. Het gaat niet alleen maar om technische oplossingen in de wetenschap en het berdrijfsleven van nu. We moeten ook denken aan onderzoek over hoe je menselijk gedrag kunt begrijpen en hoe je met klanten wereldwijd leert omgaan. Het wordt steeds wezenlijker dat je technologische producten zo kunt maken dat mensen het ook fijn vinden om ze te gebruiken.”

Een grote omissie

Het gezamenlijk doel van de koepels en andere betrokkenen bij de Wetenschapsagenda is volgens Rinnooy Kan dat door brede betrokkenheid draagvlak en ruimte voor meer investeringen gaat groeien. “Wij als kenniscoalitie willen daarom ook uitdragen dat voor fundamenteel onderzoek ruimte moet zijn, ook financiële ruimte. Daarnaast zijn er onderzoeken die wel degelijk mooi en interessant zijn, maar die qua schaal en reikwijdte zich niet kwalificeren om opgenomen te worden in de agenda.”

“In de Wetenschapsvisie van het kabinet stond heel veel, maar er stond geen financiële paragraaf in en dat vonden wij, maar ook VNO-NCW, een erg grote omissie. Want ons gezamenlijke gevoel is toch wel dat Nederland onderinvesteert in kennis en innovatie. Deze uitspraak is overigens gemakkelijk statistisch te onderbouwen. We willen de kans van deze agenda daarom benutten om daar iets over te zeggen, we komen alleen niet met eigen financiële voorstellen, hoe belangrijk die ook zijn. Dat zulke investeringen nodig zouden zijn is een niet erg geheime ambitie van dit proces.”

Hoe concreet en uitgewerkt deze agenda zou worden schetste hij zo. “Waar wij evenmin mee komen is een implementatievoorstel. Want de vraag is al snel ‘wat gebeurt er dan allemaal met die thema’s waar jullie met komen? Hoe gaan al die vragen beantwoord worden?’ Dat is allemaal heel relevant, maar daar gaan we in de agenda geen antwoord op geven. Wij concentreren ons echt op de inhoud.”

In november moet het hele proces afgerond zijn en dat heeft een wezenlijk voordeel volgens Rinnooy Kan. “Dat is ruim op tijd voor het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2016. Daar kan deze agenda ook een klein paradepaardje zijn voor de rest van Europa. En wie weet komen er de komende tien jaar ook elders in Europa soortgelijke ‘vragenfestivals’ voor de wetenschap.”

Beetje een domme vraag

Vanuit de staf van de Wetenschapsagenda werd nog kort toegelicht wat de procedure wordt om vragen in te dienen. Als voorbeeld daarvan werd een filmpje getoond van premier Rutte die als historicus en politicus een vraag over de diepere oorzaken en dilemma’s rond de bloeiperiode van het Romeinse Rijk op tafel legde.

Co-voorzitter Rinnooy Kan liet zich ontvallen na het zien van die beelden: “Dat is een beetje een domme vraag.” Amandus Lundqvist van de topsectoren zei: “Die vraag had het dus niet gehaald” bij de validering van de beoogde themata voor de agenda vanuit vragen van onderop en overal in de samenleving.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK