HBO’ers ten onrechte beschuldigd

Nieuws | de redactie
29 april 2015 | Minister Bussemaker corrigeert de ‘groep Bontes/Van Klaveren’ over hun zorgen over het taalniveau in het HBO. De inmiddels uiteengevallen ex-PVV’ers verwezen in Kamervragen naar taalproblemen bij studenten op hogescholen, maar de klacht waarnaar verwezen werd ging alleen over de UU.

Begin april berichtte de Telegraaf, dat prof. Leo Lentz bij het CvB in Utrecht had bepleit dat studenten die na het eerste jaar nog slecht het Nederlands beheersen in aanmerking moeten komen voor een BSA. Hij beklaagde zich over het slechte niveau van het Nederlands onder zijn studenten. Hij wil daarom ook dat studenten voor aanvang van de studie al getoetst worden op taalvaardigheid. Dit bericht was voor de toen nog eensgezinde VNL-fractie reden om Kamervragen te stellen aan OCW.

Rechtser en fatsoenlijker

Zo vroeg de ‘rechtser dan de VVD, fatsoenlijker dan de PVV’ afsplitsing aan de minister: “Deelt u de zorgen dat zelfs hogeschoolstudenten kennelijk nog grote moeite hebben met de Nederlandse taal?” Bussemaker moest dit misverstand in haar antwoord direct corrigeren. “Ja. Het gaat in het artikel overigens niet over hogeschoolstudenten, maar over studenten aan de Universiteit Utrecht. De Universiteit Utrecht signaleert dat studenten niet met hetzelfde niveau van taalvaardigheden aan een bachelor beginnen en er dus extra aandacht nodig is om alle studenten naar het gewenste eindniveau te krijgen.”

In de volgende vraag kwam de verwarring wederom op tafel. “Kunt u de Kamer een overzicht doen toekomen van het aantal hogescholen en opleidingen waarop een te slechte beheersing van het Nederlands op enig moment een reden vormt voor een negatief bindend studieadvies?” Bussemaker antwoordt nu daarop: “Ik beschik niet over een dergelijk overzicht. Overigens zijn er bij de Universiteit Utrecht momenteel geen plannen om taalvaardigheid te toetsen als apart vak ten behoeve van het bindend studieadvies.”

Het HBO is kortom geheel ten onrechte in het beklaagdenbankje gezet. “Abject en infaam” zou een bekende society-advocaat zeggen, toen hij nog in die professie werd toegelaten. Mocht de VH juridische bijstand zoeken tegen deze op niets gebaseerde laster over de taalbeheersing, dan is er wellicht een aan de UvA in het recht afgestudeerde en beslist eloquente ex-advocaat in te huren.

De gedachtewisseling tussen de minister en de nieuwe partij van Bram Moskowicz leest u in haar geheel hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK